30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 428 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 6 oktober 2025.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 28 november 2025.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 29 november 2025 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2025

Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn voornemen tot het publiceren van de Regeling, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport 2024–2025 (hierna: de Regeling). De Regeling specifieke uitkering stimulering sport 2024–2025 beoogt gemeenten te compenseren voor het nadeel dat is ontstaan door de verruiming van de btw-sportvrijstelling en tegelijkertijd de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties te stimuleren.

De looptijd van de Regeling wordt verlengd tot en met 1 september 2027 en er wordt een aanvraagperiode en een uitkeringsplafond voor het kalenderjaar 2026 toegevoegd. De citeertitel wordt aangepast naar «SPUK Stimulering Sport 2024–2026» om duidelijk te maken dat de regeling mede ziet op 2026.

In lijn met de Kamerbrief over de uitkomst van het proces voor de omzetting van specifieke uitkeringen in fondsuitkeringen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijft de SPUK Stimulering Sport daarmee behouden in 2026.1

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016) die ik bij deze specifieke uitkering overeenkomstig toepas. Het biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over mijn voornemen voordat ik de Regeling zal ondertekenen en ter publicatie aan de Staatscourant zal zenden. Op grond van de aangehaalde bepaling onderteken ik de Regeling niet eerder dan 30 dagen (buiten het reces) nadat mijn voornemen aan uw Kamer is voorgelegd.

Ik streef naar inwerkingtreding van de Regeling op 1 januari 2026.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen


X Noot
1

Kamerstuk 36 600-B-45

Naar boven