Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2023
Op 25 januari van dit jaar heeft het IOC een statement gepubliceerd met als onderwerp
het verkennen van een traject om Russische en Wit-Russische atleten onder neutrale
vlag toe te laten tot de competitie. Uw Kamer heeft op 8 februari jl. (Handelingen
II 2022/23, nr. 50, Stemmingen) een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht
zich uit te spreken tegen het toelaten van Russische atleten bij de Olympische Spelen
in 2024, onder welke vlag dan ook.1
Middels deze brief informeer ik uw Kamer graag over ons standpunt op het statement
van het IOC.
Na de inval van Rusland in Oekraïne in 2022 heeft het IOC internationale sportfederaties
opgeroepen om atleten, functionarissen en teams uit Rusland en Wit-Rusland uit te
sluiten van internationale evenementen. Ik heb me samen met mijn internationale collega’s
daar in meerdere statements richting de internationale sport voor uitgesproken.2
Naar aanleiding van het statement van IOC van 25 januari jl. heeft het Verenigd Koninkrijk
het initiatief genomen om een digitale bijeenkomst te organiseren om met gelijkgestemde
landen van gedachten te wisselen.
Na een opening door de Britse Minister Secretary of State voor Cultuur, Media en Sport,
Lucy Fraser, heeft de Oekraïense president Zelenskyy een pleidooi gehouden dat deelname
van Russische en Wit-Russische sporters een aanval is op de Olympische waarden en
de oorlog in Oekraïne normaliseert. Vervolgens heeft een groot aantal landen, waaronder
Nederland, hun standpunt uitgedragen. De Britse voorzitter concludeerde dat het van
groot belang is eenheid uit te blijven stralen richting het IOC. Zij zal het initiatief
nemen om op korte termijn tot een gezamenlijk statement te komen. Zweden zal daarbij
als EU-voorzitter de coördinatie voor de Europese Unie verzorgen.
Ons standpunt was, en is nog steeds dat Rusland en Wit-Rusland moeten worden geweerd
van internationale sportwedstrijden. Ik heb in lijn met de motie bovendien expliciet
aangegeven dat wat het Nederlandse kabinet betreft Russische en Wit-Russische sporters
niet welkom zijn op internationale sporttoernooien, zoals de Olympische Spelen, onder
welke vlag dan ook.
Hierbij wil ik wel aangeven dat de (internationale) sport autonoom is in de keuze
om Russische en Wit-Russische sporters toe te laten tot internationale sportwedstrijden.
Ik constateer dat bij het IOC de mensenrechten van individuele sporters en de manier
waarop die worden geborgd in het Olympisch Handvest een belangrijke rol spelen in
de verkenning naar de voorwaarden waaronder individuele Russische en Wit-Russische
sporters onder neutrale vlag zouden kunnen deelnemen aan internationale sportwedstrijden
ter voorbereiding op de Olympische Spelen. Wanneer het IOC besluit om Russische en
Wit-Russische sporters onder bepaalde voorwaarden onder neutrale vlag toe te laten,
heb ik geen middelen om dat tegen te gaan.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder