30 234 Toekomstig sportbeleid

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 244 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 mei 2020

Net als vele andere sectoren wordt de sport hard geraakt door de gevolgen van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 tegen te gaan. Competities zijn vroegtijdig beëindigd, clubhuizen en kantines zijn gesloten en sporters boven de 18 jaar kunnen niet trainen op de club. Dit heeft een grote sportieve, organisatorische en financiële impact op de sportsector.

Tegelijkertijd zien we de dragende kracht die de sport voor de samenleving heeft, nu sportverenigingen weer open zijn gegaan voor de jeugd tot en met 18 jaar. De afgelopen week heb ik met veel bewondering gezien hoe snel de sector gereageerd heeft op de oproep van het kabinet om haar deuren voor de jeugd, ook de niet-leden, weer te openen. In nagenoeg alle gemeenten zijn trainingen weer opgestart en worden activiteiten bij de clubs en op de courts voor de jeugd georganiseerd. Dit onderstreept voor mij de kracht en de betekenis die onze unieke sportinfrastructuur heeft.

Ik zie echter ook dat de continuïteit van die infrastructuur als gevolg van de corona maatregelen onder druk staat. Daarom heb ik een steunpakket voor de sport ontwikkeld om ervoor te zorgen dat sportclubs hun belangrijke dragende rol in de Nederlandse samenleving kunnen vervullen. Juist nu wij een groot beroep op hen doen.

Met deze brief wil ik toelichten welke maatregelen het kabinet treft om sportverenigingen te ondersteunen.

Kwijtschelding huurpenningen voor amateursportverenigingen

Het kabinet heeft besloten gemeenten te compenseren voor de kwijtschelding van huurkosten voor sportverenigingen die geconfronteerd worden met een omzetdaling over de periode 1 maart tot 1 juni. Hiermee is een bedrag van € 90 miljoen gemoeid.

Voor sportclubs zonder eigen accommodatie vormt de huur vaak de grootste kostenpost in hun exploitatie. De huur zijn sportverenigingen verschuldigd aan de gemeente of het gemeentelijk sportbedrijf. Het bedrag van € 90 miljoen zal in de loop van 2020 aan gemeenten uitgekeerd worden ter compensatie van de gederfde huuropbrengsten. Met deze maatregel ondersteunt het kabinet ruim 11.000 sportverenigingen door het hele land.

Stimuleringsregeling voor amateursportverenigingen met een eigen accommodatie

Sportverenigingen die de accommodatie niet huren maar zelf (gedeeltelijk) in bezit hebben, hebben te maken met vaste lasten terwijl hun inkomsten dalen. Veel van deze verenigingen zijn te klein om in aanmerking te komen voor de rijksbrede regelingen, terwijl het kabinet juist op hen een beroep doet om bij te dragen aan het weer opstarten van Nederland. Sportverenigingen met een eigen accommodatie die geconfronteerd worden met een omzetverlies van minimaal 20%, wil het kabinet ondersteunen met een bijdrage van € 2.500 per vereniging. Zo kunnen zij na 6 weken van sluiting, hun trainingen aan de jeugd hervatten en activiteiten ontplooien voor niet-leden. In totaal is voor deze regeling € 20 miljoen beschikbaar en komen circa 7.500 verenigingen voor deze regeling in aanmerking.

Toegang tot kortlopend krediet voor amateursportverenigingen

Voor amateursportverenigingen die als gevolg van de corona maatregelen in liquiditeitsproblemen komen, wil ik de mogelijkheid bieden om een bancaire lening af te sluiten tegen een lage rente. De Borgstelling MKB-kredieten en de Garantie Ondernemingsfinanciering zijn voor sportverenigingen vaak niet in bereik omdat sportverenigingen in veel gevallen niet aangemerkt worden als onderneming. Om ook sportverenigingen toegang te geven tot kortlopend krediet verhoog ik het borgstellings-kapitaal van Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) met € 10 miljoen. Daarmee is SWS in staat om sportverenigingen te helpen die als gevolg van de corona maatregelen kortlopend krediet ter overbrugging nodig hebben.

Met bovenstaande maatregelen komt het kabinet tegemoet aan de hoogste nood van sportverenigingen. Sportverenigingen, die in tegenstelling tot commerciële sportaanbieders en organisatoren van sportevenementen, niet goed uit de voeten kunnen met het rijksbrede steunpakket. Sportverenigingen die bovendien gezien hun aard niet beschikken over grote reserves en van wie juist nu iets extra’s gevraagd wordt.

Voor de impact op de middellange termijn, heb ik het Mulier Instituut gevraagd om de effecten die de coronacrisis heeft op de gehele sportsector in kaart te brengen. Het gaat dan om effecten die optreden in zowel de top- als amateursport bij zowel sportbonden, sportverenigingen als commerciële sportaanbieders. De uitkomsten van dit onderzoek zal ik benutten om te bezien waar aanvullende steun nodig en opportuun is.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

Naar boven