Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2020
Net als vele andere sectoren wordt de sport hard geraakt door de gevolgen van de maatregelen
om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 tegen te gaan. Competities zijn vroegtijdig
beëindigd, clubhuizen en kantines zijn gesloten en sporters boven de 18 jaar kunnen
niet trainen op de club. Dit heeft een grote sportieve, organisatorische en financiële
impact op de sportsector.
Tegelijkertijd zien we de dragende kracht die de sport voor de samenleving heeft,
nu sportverenigingen weer open zijn gegaan voor de jeugd tot en met 18 jaar. De afgelopen
week heb ik met veel bewondering gezien hoe snel de sector gereageerd heeft op de
oproep van het kabinet om haar deuren voor de jeugd, ook de niet-leden, weer te openen.
In nagenoeg alle gemeenten zijn trainingen weer opgestart en worden activiteiten bij
de clubs en op de courts voor de jeugd georganiseerd. Dit onderstreept voor mij de
kracht en de betekenis die onze unieke sportinfrastructuur heeft.
Ik zie echter ook dat de continuïteit van die infrastructuur als gevolg van de corona
maatregelen onder druk staat. Daarom heb ik een steunpakket voor de sport ontwikkeld
om ervoor te zorgen dat sportclubs hun belangrijke dragende rol in de Nederlandse
samenleving kunnen vervullen. Juist nu wij een groot beroep op hen doen.
Met deze brief wil ik toelichten welke maatregelen het kabinet treft om sportverenigingen
te ondersteunen.
Kwijtschelding huurpenningen voor amateursportverenigingen
Het kabinet heeft besloten gemeenten te compenseren voor de kwijtschelding van huurkosten
voor sportverenigingen die geconfronteerd worden met een omzetdaling over de periode
1 maart tot 1 juni. Hiermee is een bedrag van € 90 miljoen gemoeid.
Voor sportclubs zonder eigen accommodatie vormt de huur vaak de grootste kostenpost
in hun exploitatie. De huur zijn sportverenigingen verschuldigd aan de gemeente of
het gemeentelijk sportbedrijf. Het bedrag van € 90 miljoen zal in de loop van 2020
aan gemeenten uitgekeerd worden ter compensatie van de gederfde huuropbrengsten. Met
deze maatregel ondersteunt het kabinet ruim 11.000 sportverenigingen door het hele
land.
Stimuleringsregeling voor amateursportverenigingen met een eigen accommodatie
Sportverenigingen die de accommodatie niet huren maar zelf (gedeeltelijk) in bezit
hebben, hebben te maken met vaste lasten terwijl hun inkomsten dalen. Veel van deze
verenigingen zijn te klein om in aanmerking te komen voor de rijksbrede regelingen,
terwijl het kabinet juist op hen een beroep doet om bij te dragen aan het weer opstarten
van Nederland. Sportverenigingen met een eigen accommodatie die geconfronteerd worden
met een omzetverlies van minimaal 20%, wil het kabinet ondersteunen met een bijdrage
van € 2.500 per vereniging. Zo kunnen zij na 6 weken van sluiting, hun trainingen
aan de jeugd hervatten en activiteiten ontplooien voor niet-leden. In totaal is voor
deze regeling € 20 miljoen beschikbaar en komen circa 7.500 verenigingen voor deze
regeling in aanmerking.
Toegang tot kortlopend krediet voor amateursportverenigingen
Voor amateursportverenigingen die als gevolg van de corona maatregelen in liquiditeitsproblemen
komen, wil ik de mogelijkheid bieden om een bancaire lening af te sluiten tegen een
lage rente. De Borgstelling MKB-kredieten en de Garantie Ondernemingsfinanciering
zijn voor sportverenigingen vaak niet in bereik omdat sportverenigingen in veel gevallen
niet aangemerkt worden als onderneming. Om ook sportverenigingen toegang te geven
tot kortlopend krediet verhoog ik het borgstellings-kapitaal van Stichting Waarborgfonds
Sport (SWS) met € 10 miljoen. Daarmee is SWS in staat om sportverenigingen te helpen
die als gevolg van de corona maatregelen kortlopend krediet ter overbrugging nodig
hebben.
Met bovenstaande maatregelen komt het kabinet tegemoet aan de hoogste nood van sportverenigingen.
Sportverenigingen, die in tegenstelling tot commerciële sportaanbieders en organisatoren
van sportevenementen, niet goed uit de voeten kunnen met het rijksbrede steunpakket.
Sportverenigingen die bovendien gezien hun aard niet beschikken over grote reserves
en van wie juist nu iets extra’s gevraagd wordt.
Voor de impact op de middellange termijn, heb ik het Mulier Instituut gevraagd om
de effecten die de coronacrisis heeft op de gehele sportsector in kaart te brengen.
Het gaat dan om effecten die optreden in zowel de top- als amateursport bij zowel
sportbonden, sportverenigingen als commerciële sportaanbieders. De uitkomsten van
dit onderzoek zal ik benutten om te bezien waar aanvullende steun nodig en opportuun
is.
De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn