30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 206 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2019

Naar aanleiding van de Regeling van Werkzaamheden d.d. 15 januari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 40, Regeling van Werkzaamheden), waarin het lid Markuszower (PVV) om een brief vraagt over de berichten over het misbruik van minderjarigen door een atletiektrainer (Telegraaf.nl, 7 januari 2019) en het bericht «Ontucht in de sport vaker onderzocht» (AD, 14 januari 2019) bericht ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, als volgt.

De berichten over het misbruik bij verschillende sportclubs door een atletiektrainer zijn zeer schokkend. Om een goed beeld te krijgen van de zaken die spelen en gespeeld hebben, vergaart het onderzoeksteam van de politie onder leiding van het OM zoveel mogelijk de relevante informatie. Over lopende strafrechtelijke onderzoeken kan ik geen uitspraken doen teneinde het onderzoek niet te schaden.

In de bijlage van deze brief beantwoord ik, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, de Kamervragen van de leden Kuiken en Kerstens (beiden PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over misbruikdrama in atletiekwereld (ingezonden 7 januari 2019)(Aanhangsel Handelingen II 2018/19 nr. 1337).

De schriftelijke vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten betreffende het misbruikschandaal in de atletiekwereld (ingezonden 9 januari 2019) en de schriftelijke vragen van de leden Bruins Slot en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Justitie en Veiligheid over de rol van instanties rond het langdurig misbruikschandaal in de atletiekwereld (ingezonden 10 januari 2019) zullen separaat aan uw Kamer worden aangeboden (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nrs. 1332 en 1338).

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven