30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2015

Op 26 juni 2015 heb ik uit handen van de heer Van Dorenmalen, directeur IBM Nederland en voorzitter van het Topteam Sport, de Kennis- en innovatieagenda sport ontvangen. Deze agenda is op mijn verzoek tot stand gekomen.1 Ik ben het Topteam Sport zeer erkentelijk voor hun inzet en ik ben blij met het voorliggend resultaat2.

Boegbeelden uit wetenschap, sport, bedrijfsleven en overheid hebben zich gebogen over een gezamenlijke Kennis- en innovatieagenda sport. Rendement van kennis en innovatie staat daarbij voorop. Dit rendement kan verschillende vormen aannemen: van nog meer prestaties in de topsport tot een actieve leefstijl voor mensen met een minder goede gezondheid, en van excellentie in de wetenschap tot economisch rendement voor het bedrijfsleven. In alle gevallen staat de eindgebruiker centraal: of het nu gaat om de topsporter, de recreatieve sporter, de burger met een inactieve leefstijl of om de coach, de trainer of de accommodatiemanager.

Om meer resultaat en rendement te behalen uit kennis en innovatie voor de sport stelt het Topteam Sport voor om een «ecosysteem» te bouwen dat bestaat uit de volgende elementen:

  • een netwerk van innovatiecentra;

  • projecten en start ups, die zoveel mogelijk aan de centra worden verbonden;

  • een Sport Data Valley, waarin data uit centra en projecten worden gedeeld en waarbij uiteindelijk iedereen terecht kan voor data-analyses.

Het topteam beveelt aan om dit ecosysteem zoveel mogelijk te laten beheren door betrokkenen uit de centra, projecten en de Sport Data Valley zelf. Onder de noemer www.sportinnovator.nl ontstaat een open netwerk waarin sportinnovatoren elkaar weten te vinden, samenwerken en voortbouwen op elkaars expertise, ervaring, excellentie, energie en enthousiasme.

In mijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 23 oktober 2014 (Kamerstuk 30 234, nr. 116) heb ik aangegeven dat ik vanaf 2015 jaarlijks € 1 miljoen van de sportbegroting zal vrijmaken voor de uitvoering van de agenda. Dit bedrag is vrijgevallen door stopzetting van de subsidie aan InnoSportNL per 2015. De Kennis- en innovatieagenda sport biedt overigens een kader waarin ook waardevolle elementen uit de InnoSportNL-infrastructuur kunnen worden geborgd. Zo is een doorstart voor de InnoSportlabs mogelijk, mits deze aan de criteria voldoen die het topteam stelt voor de innovatiecentra.

Bij de inontvangstneming van de agenda heb ik toegezegd om de investering vanuit VWS-middelen te verdubbelen. Deze extra investering is mogelijk vanuit de ruimte op de ZonMw-begroting in de periode 2015–2020. Als voorwaarde bij de extra intensivering heb ik gesteld dat de Kennis- en innovatieagenda sport wordt uitgevoerd in partnership en met cofinanciering van andere partijen: bedrijven, universiteiten, hogescholen, sportorganisaties, provincies, gemeenten en andere belanghebbende en belangstellende partijen.

Partnership kan worden gerealiseerd op programma- en projectniveau. Op programmaniveau zijn reeds constructieve gesprekken gevoerd met ZonMw, Technologiestichting STW, NWO Chemische en Exacte Wetenschappen en met Regieorgaan SIA (onderzoeksagenda hogescholen). Ik verwacht dat het partnership zich verder zal uitbreiden, bijvoorbeeld met de inzet van bedrijven en de sportsector voor de realisering van de «Sport Data Valley» en met de steun van kennisinstellingen en van overheden bij de realisering van een hecht netwerk van sportinnovatiecentra.

Om de Kennis- en innovatieagenda sport te realiseren, zal ik ZonMw opdracht geven om samen met Technologiestichting STW, NWO en SIA de uitvoering op te pakken en de beschikbare VWS-middelen te programmeren. Dit zal uitmonden in een of meer «Calls» die worden gedaan voor Sportinnovator projecten, voor (de doorstart van) Sportinnovator centra en de Sport Data Valley.

De Kennis- en innovatieagenda sport 2015–2020 wil ik graag bezien in samenhang met het Onderzoeksprogramma Sport 2013–2016. Vanaf 2017 zal sprake zijn van een integrale onderzoeks- en innovatieprogrammering. Ik volg daarbij de Olympische cyclus gelet op de noodzaak voor topsportinnovaties en de internationale samenwerkingsverbanden die universiteiten, hogescholen, sportorganisaties en bedrijven willen opzetten. De Olympische Spelen en andere toonaangevende internationale sportevenementen bieden Nederland platforms om internationaal toonaangevend te worden op het gebied van sportonderzoek en sportinnovatie.

Het Topteam Sport vraag ik om ook in deze uitvoeringsfase de regie op het proces te behouden. Daarbij neem ik in overweging om wellicht nog een of twee boegbeelden aan het topteam toe te voegen vanuit nieuw partnership op programmaniveau.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 33 750 XVI, nr. 111 en Kamerstuk 30 234, nr. 116

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven