30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2015

Bijgaand stuur ik u de stand van zaken van de lopende toezeggingen die door mij zijn gedaan aan de Tweede Kamer. Verder informeer ik u in deze brief over de toezeggingen die om verschillende redenen niet meer voor het Algemeen overleg van 2 juli sportbeleid a.s. worden afgehandeld.

Bridport

Tijdens het Algemeen Overleg Sport van 2 juli 2014 en tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 27 oktober 2014 heb ik u toegezegd u nader te informeren over de mogelijk consequenties van het arrest van het Europese Hof van Justitie van 19 december 2013, zaaknr. C-495/12 (Bridport and West Dorset Golf Club.) ten aanzien van de btw-sportvrijstelling. Hiertoe hebben de Staatssecretaris van Financiën en ik alle aspecten die samenhangen met dit arrest onderzocht en de gevolgen voor de sport in kaart gebracht. Ook hebben we regelmatig overleg gehad met NOC*NSF, de VNG en de Vereniging Sport en Gemeenten. Met de Staatssecretaris van Financiën is afgesproken dat hij uw Kamer – in afstemming met mij – voor het zomerreces van 2015 zal informeren.

Studiefaciliteiten 30-plussers

Tijdens het Algemeen Overleg Sport d.d. 2 juli 2014 heb ik toegezegd de Kamer te berichten over de uitkomsten van het overleg met het Ministerie van OCW over studiemogelijkheden en -faciliteiten voor topsporters die op latere leeftijd (na hun topsportcarrière) een opleiding willen gaan volgen. OCW heeft aangegeven een onderzoek te starten naar de behoefte aan uitbreiding van de studievoorschot-faciliteit voor (deeltijd)studenten ouder dan 30 jaar. Hierbij worden ook de behoeften van (ex)topsporters betrokken. Op basis hiervan zal OCW bezien of er aanpassingen nodig zijn van het huidige aanbod van studievoorschotfaciliteiten. De uitkomsten van dit onderzoek worden meegenomen bij de verkenning van een overbruggings-/pensioenregeling voor topsporters. Hier zal ik u naar verwachting in de eerste helft van 2016 over kunnen informeren.

Regeling en Pensioenen voor topsporters

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport d.d. 27 oktober 2014 heb ik toegezegd de Kamer te berichten over de stand van zaken van het traject rond een overbruggings-/pensioenregeling voor topsporters. In 2014 is er een duidelijk signaal afgegeven dat topsporters problemen ervaren bij de overgang van hun topsportcarrière naar een maatschappelijke carrière. Ik heb destijds aangegeven dit in de eerste plaats de verantwoordelijkheid te vinden van de sportsector en heb daarom de sport (NOC*NSF en NL Sporter) gevraagd om met concrete oplossingsvoorstellen te komen. Er vindt momenteel constructief overleg plaats om deze voorstellen verder uit te werken. Naast VWS zijn ook de ministeries van SZW, Financiën en OCW betrokken omdat mogelijke oplossingsrichtingen niet alleen over het VWS-beleidsterrein gaan. Op basis van deze gesprekken zijn NOC*NSF en NL Sporter samen met het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst begonnen met het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal voor topsporters over bestaande fiscale en financiële regelingen. Dit omdat gebleken is dat topsporters nog vaak onvoldoende op de hoogte zijn van fiscale en financiële regelingen en er hierdoor te weinig gebruik van wordt gemaakt.

Vanwege het complexe karakter is het nog te vroeg om uw Kamer al te kunnen informeren over een definitief voorstel, mede doordat het voorstel goed getoetst moet worden bij de doelgroep zelf. Daarnaast acht NOC*NSF het van belang om dit voorstel onderdeel te laten zijn van het totaalpakket aan financiële en materiële voorzieningen (zoals stipendium, kostenvergoeding, verzekeringen en vervoersvoorzieningen) voor topsporters voor de nieuwe Olympische cyclus (2017 – 2020). In de eerste helft van 2016 kan ik u op hoofdlijnen over het nieuwe voorzieningenbeleid informeren.

Stand van zaken over het topsportnetwerk

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport d.d. 27 okt. 2014 heb ik toegezegd de Kamer in de loop van 2015 een stand van zakenbrief te sturen over het Topsport Netwerk. Sinds de oprichting eind 2013 is het Topsport Netwerk drie keer bij elkaar gekomen. Met elkaar zijn we in gesprek over enerzijds laagdrempelige manieren om het beweeggedrag te stimuleren (1) en anderzijds over kansen en belemmeringen in de topsport (2).

  • (1) Een aantal van de topsporters uit het Topsport Netwerk werkt momenteel aan een plan gericht op het stimuleren van beweeggedrag. Het Topsport Netwerk kijkt nog naar een gepast moment om dit plan daadwerkelijk te lanceren. VWS is hierbij nauw betrokken.

  • (2) Op 4 maart 2015 is een ronde tafelbijeenkomst georganiseerd met een aantal topsporters om van hen zelf te horen tegen welke belemmeringen ze aanlopen in hun ontwikkeling van talent naar de top, wat beter zou kunnen en wat al goed geregeld is in Nederland. Dit heeft een longlist met wensen en behoeften opgeleverd. Met hen is afgesproken om dit najaar eenzelfde soort overleg te organiseren om onder andere een eerste planning met vervolgacties te bespreken in combinatie met de resultaten van Topsportklimaatmeting. Dit levert belangrijke input voor het topsportbeleid van zowel VWS als NOC*NSF vanaf 2017 en verder. Via deze veegbrief meen ik invulling te hebben gegeven aan de toezegging.

Sectorakkoord waaronder een extra uur gymles en professionalisering van de gymlessen

Tijdens het Algemeen Overleg Sport op 2 juli 2014 heb ik u toegezegd, dat u door de Staatssecretaris van OCW geïnformeerd zal worden over het bestuursakkoord met de PO Raad en het extra gymlesuur.

In het najaar 2014 heeft de Staatssecretaris OCW de Kamer met een brief en het plan van aanpak Bewegingsonderwijs geïnformeerd (Kamerstuk 31 293, nr. 223). Hiermee meen ik invulling te hebben gegeven aan de toezegging.

Afspraken uit het Bestuursakkoord met PO-raad inzake meer bewegingsonderwijs in primair onderwijs

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport op 27 oktober 2014 heb ik de Kamer toegezegd, dat begin 2015 de Kamer via de Staatssecretaris van OCW geïnformeerd zal worden over het plan van aanpak n.a.v. de afspraken uit het bestuursakkoord met de PO-Raad inzake meer bewegingsonderwijs in het primair onderwijs, inclusief de werking van het mechanisme en een juridische onderbouwing van de gemaakte afspraken (blz. 28,29,30) 2014–246.

In het eerste kwartaal 2015 heeft de Tweede Kamer aan de Staatssecretaris van het Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap aanvullende vragen gesteld (16 februari 2015). De Staatssecretaris van OCW heeft de Kamer geantwoord bij brief van 27 mei 2015, Kamerstuk 30 234. Hiermee meen ik invulling te hebben gegeven aan de toezegging.

Wetsvoorstel kansspelen en verkleining van risico op matchfixing

Tijdens het Wetgevingoverleg Sport op 27 oktober 2014 heb ik u toegezegd af te stemmen met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om met NOC*NSF en KNVB te overleggen over het opnemen van bepalingen ter verkleining van het risico op matchfixing in lagere regelgeving in het kader van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand. NOC*NSF en KNVB zijn sinds eind 2014 betrokken bij de uitwerking van de lagere regelgeving. Relevante thema's ten aanzien van de regulering van kansspelen op afstand worden afgestemd met het Strategisch Beraad Matchfixing. Hiermee meen ik invulling te hebben gegeven aan de toezegging.

Onderzoek van de Europese Commissie naar overheidssteun van betaald voetbalorganisaties

Tijdens het Wetgevingsoverleg van 28 november 2011 heb ik aangegeven dat uw Kamer het onderzoek van de Europese Commissie naar overheidssteun van betaald voetbalorganisaties zal ontvangen. Tot op heden ik heb geen informatie ontvangen over het besluit van de Europese Commissie naar aanleiding van de formele onderzoeksprocedure naar vermeende staatssteun. Ik kan derhalve ook niet aangeven wanneer uw Kamer hierover wordt geïnformeerd.

Uitkomsten van de gesprekken tussen buitensportbonden en beheerders over wandel-, fiets- en ruiterpaden.

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 27 oktober 2014 heb ik u toegezegd om samen met de Staatssecretaris van het Ministerie van EZ een brief te sturen aan de Tweede Kamer over het gebruik van de buitenruimte voor verschillende buitensporten. Dit proces is momenteel in gang gezet en ik verwacht u in het najaar van 2015 hierover te informeren.

Toezegging regeling vrijwilligersvergoeding en motie van het lid Bruins Slot en Pia Dijkstra over vereenvoudigen van de regeling vrijwilligersvergoedingen.

De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg Sport van 27 oktober 2014 een motie (Kamerstuk 34 000 XVI, nr. 12) aangenomen van de leden Bruins Slot en Dijkstra over versimpeling van de vrijwilligersregeling. De regering wordt in de motie verzocht om: «in overleg met NOC*NSF en de Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) te bekijken of de huidige regeling voor vrijwilligersvergoedingen kan worden vereenvoudigd met als doel administratieve lasten te verminderen, en de Kamer over de uitkomsten van dit overleg te informeren.»

Inmiddels heeft overleg plaatsgevonden tussen NOC*NSF, de Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk en de ministeries van VWS en Financiën. In dat overleg is bekeken op welke manier vrijwilligersorganisaties geholpen kunnen worden in hun wens tot het verminderen van administratieve lasten. Alle aangedragen oplossingen bleken niet bij te dragen aan het verminderen hiervan. Wel spraken zowel NOC*NSF als de NOV de wens uit om de urennorm in de regeling af te schaffen, maar hierover zouden ze eerst hun leden raadplegen. Vanuit de ministeries van Financiën en VWS is aangegeven dat afschaffing van de urennorm geen vermindering van de administratieve lasten betekent omdat de vrijwilligersorganisaties dan zelf moeten afwegen of de betaalde vergoeding lager is dan een marktconforme vergoeding. Voorshands worden de uitkomsten van de ledenraadpleging met belangstelling tegemoet gezien.

Motie van het lid Dekken over € 234.000,– voor het jeugdsportfonds

Tijdens het Wetgevingsoverleg van 18 november 2013 heeft het lid Van Dekken verzocht om voor het Jeugdsportfonds de komende drie jaar jaarlijks € 234.000 ter beschikking te stellen (Kamerstuk 33 750 XVI, nr. 55). Op 14 augustus 2014 is subsidie verleend voor het Jeugdsportfonds voor het project «Sportdroom kinderen 2014–2017». Hiermee meen ik invulling te hebben gegeven aan de toezegging.

Motie van het lid Van Gispen over een onderzoeksprogramma zwemvaardigheid

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 27 oktober 2014 heb ik u toegezegd de motie van het Lid Van Gispen over een onderzoeksprogramma zwemvaardigheid te bespreken met de zwembranche. Op 18 februari 2015 is er een stakeholdersoverleg gevoerd over zwemvaardigheid, zwemveiligheid en het borgen en delen van zwemkennis in Nederland. Aan het overleg hebben de meest betrokken stakeholders in de zwembranche en vertegenwoordigers van VWS en OCW deelgenomen. De zwembranche werkt nog aan een gemeenschappelijk plan van aanpak. Hierbij worden de door in de motie Van Nispen gestelde onderzoeksvragen meegenomen. Ik verwacht dat de zwembranche na de zomer 2015 tot een afronding komt en zal de Kamer in het najaar over de uitkomsten informeren.

Motie van het lid Bruins Slot over onderzoek naar het effect van het verdwijnen van kleine sportverenigingen in krimpgebieden.

Tijdens het Wetgevingsoverleg dat op 27 oktober 2014 heeft plaatsgevonden heb ik u bij motie van het lid Bruins Slot toegezegd om u na de zomer van 2015 te infomeren over het effect van het verdwijnen van sportverenigingen in krimpgebieden (Kamerstuk 34 000-XVI, nr. 13). Het onderzoek bevindt zich momenteel in de afrondende fase, en ik zal u in het najaar van 2015 berichten over de uitkomsten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven