30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2015

Zoals u weet heeft sportkoepel NOC*NSF zich bij het Europees Olympisch Comité (EOC) gemeld als kandidaat gastheer voor de Europese Spelen (ES) in 2019. Op 1 mei jl. heb ik u per brief (Kamerstuk 30 234, nr. 125) geïnformeerd over het proces tot nu toe. In de tussentijd heeft de General Assembly van het EOC, waarin de nationale olympische comités (NOC’s) uit 50 Europese landen verenigd zijn, de kandidatuur van NOC*NSF onder voorwaarden (indien het plan sportief, organisatorisch en financieel geheel op orde komt) goedgekeurd.

In mijn eerder genoemde brief heb ik uw Kamer laten weten de mogelijke organisatie van de ES 2019 met een positief kritische blik te bezien. Mijn brief van 1 mei jl. bevatte nog openstaande vragen en zaken die nadere verduidelijking vroegen.

Ik heb met de betrokken overheden (lokaal en provinciaal) en met NOC*NSF de afgelopen maanden de zaken zorgvuldig verkend en we hebben gezamenlijk een constructief besluitvormingstraject doorlopen. Samen met de betrokken overheden ben ik vandaag tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende grond voor ons is om financieel bij te dragen aan het in 2019 organiseren van de Europese Spelen in Nederland.

De gevraagde gezamenlijke bijdrage van € 57,5 mln. voor de ES 2019, vormt – in deze tijd van schaarste – een groot beslag op de middelen die de overheden tot hun beschikking hebben. Geld dat niet meer besteed kan worden aan andere opgaven in en ambities van de sport, zoals het in Nederland organiseren van andere toonaangevende internationale sportevenementen. Er bestaan bij de overheden en bonden grote ambities ter zake.

Ten opzichte van de grote financiële inspanning staat er grote onzekerheid over het topsportgehalte van het evenement.

Bij grote sporten, zoals atletiek, hippisch en zwemmen, is nog niet duidelijk of de Europese Spelen voldoende topsportgehalte zullen hebben met het oog op de internationale evenementenkalender van de betrokken internationale federaties. EK’s van deze sporten zijn immers al gepland en er is geen zekerheid of op de ES wedstrijden van voldoende topsportniveau kunnen worden georganiseerd. Dit was voor alle overheden een belangrijke voorwaarde. De overheden constateerden verder dat het organiseren van een apart EK of WK vele malen goedkoper is dan wat nu wordt gevraagd, het gat daartussen is voor de overheden te groot. Ook bleek de onzekerheid voor betrokken overheden te groot, voor wie uiteindelijk aan de lat staat voor het opvangen van de financiële risico’s bij tegenvallers.

Het voorgaande houdt in dat de gezamenlijke overheden tot de conclusie zijn gekomen dat de organisatie van de ES 2019 in Nederland niet haalbaar is.

Hoewel de besluitvorming over het meefinancieren van de Europese Spelen negatief is uitgevallen, sta ik samen met de betrokken overheden wel op het standpunt dat we in de toekomst constructief en positief naar het in Nederland organiseren van internationale Multi-topsportevenementen zullen blijven kijken. Ik ga mij samen met de bestuurlijke partners beraden over hoe het proces in te richten om in toekomstige situaties succesvol te kunnen zijn. Het organiseren van mooie sportevenementen geeft ons immers de mogelijkheid om Nederland zichtbaar op de kaart te zetten en Nederlandse sporters het voordeel te geven te kunnen excelleren voor eigen publiek.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven