nr. 12
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERDAAS EN KNOPS
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel B, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
BA
Aan afdeling 3.6 wordt na paragraaf 3.5.3 een nieuwe paragraaf toegevoegd,
luidende:
§ 3.5.4 Grondgebruik en grondverwerving
Artikel 3.27a
1. De in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet bedoelde
dagvaarding kan geschieden, nadat een bestemmings- of inpassingsplan, waarbij
toepassing is gegeven aan artikel 3.4, dan wel een projectbesluit, gelijktijdig
met een exploitatieplan is vastgesteld.
2. Onverminderd artikel 59, eerste lid, van de onteigeningswet kan
het vonnis van de rechtbank niet eerder in de openbare registers worden ingeschreven
dan nadat het bestemmingsplan, het inpassingsplan of het projectbesluit onherroepelijk
is geworden.
3. In aanvulling op de artikelen 54 en 59 van de onteigeningswet
is ten behoeve van de in het tweede lid bedoelde inschrijving een uitspraak
van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wel een verklaring
van de secretaris van de Raad van State nodig, waaruit blijkt dat het bestemmingsplan,
het inpassingsplan of het projectbesluit onherroepelijk is geworden.
II
Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
IA
In artikel 85 van de onteigeningswet wordt «artikel 13, eerste lid,
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening» vervangen door: artikel 3.4 van
de Wet ruimtelijke ordening.
Toelichting
Met de wijziging in onderdeel A wordt in artikel 3.27a, in afwijking van
de onteigeningswet een versnelling in de onteigeningsprocedure mogelijk gemaakt.
De onteigeningswet schrijft voor dat een dagvaarding kan worden uitgebracht
nadat het besluit tot onteigening onherroepelijk is geworden. Ingevolge het
eerste lid kan de dagvaarding reeds worden uitgebracht op het tijdstip waarop
een op uitvoering in de naaste toekomst gericht bestemmings- of inpassingsplan
tezamen met een exploitatieplan wordt vastgesteld. Als deze samenloop zich
voordoet is er in de regel sprake van een ontbreken van overeenstemming over
de exploitatie van het plan. Een exploitatieplan is immers verplicht als er
niet tevoren met alle betrokken partijen een exploitatieovereenkomst tot stand
is gekomen of het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Een versnelling van
de onteigeningsprocedure zonder uiteraard de rechten van de onteigende aan
te tasten, kan de uitvoering van dat in de naaste toekomst te verwezenlijken
plan ten goede komen.
In artikel 3.27a, tweede lid, wordt in aansluiting hierop vastgelegd dat
het onteigeningsvonnis niet eerder kan worden ingeschreven dan nadat het bestemmingsplan
of projectbesluit ter uitvoering waarvan wordt onteigend, onherroepelijk is
geworden. Dit moet dan volgens het derde lid blijken uit een desbetreffende
verklaring van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State of van
de secretaris van de Raad. Het tweede en derde lid waarborgen derhalve dat
er geen onteigening kan plaatsvinden voordat de onteigeningstitel onherroepelijk
is geworden.
De wijziging van artikel 85 van de onteigeningswet in onderdeel B betreft
een technische aanpassing van dat artikel aan de Wet ruimtelijke ordening,
meer in het bijzonder vanwege het nieuwe artikel 3.27a.
Verdaas
Knops