30 212
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer

nr. 74
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2008

Hierbij treft u naar aanleiding van het verzoek van het lid Van Gent in het ordedebat van uw Kamer op 4 september jl. mijn reactie aan op de recente berichtgeving in de pers1 over de hoogte van de gereguleerde tarieven voor het transport van elektriciteit en gas.

Over dit onderwerp heb ik u eerder op 27 juni 2007 (30 212, nr. 58) een brief gezonden in antwoord op vragen van uw Kamer. De NMa constateerde toen in haar Winstenonderzoek dat in het verleden behaalde rendementen een redelijk geachte winst te boven gingen. In mijn antwoord op uw vragen heb ik aangegeven dat de energiebedrijven de gerealiseerde winsten geheel binnen de wettelijke kaders hebben behaald. Het zijn dus rechtmatig verkregen winsten. Het terughalen van gerealiseerde winsten is derhalve niet mogelijk.

Daarnaast is het terughalen ook niet wenselijk. Doel van het reguleringssysteem is netbeheerders te stimuleren zo efficiënt mogelijk te werken. Inherent aan het wettelijk vastgelegde systeem van regulering is dat netbeheerders beloond worden indien zij meer efficiencywinst realiseren dan door de NMa voorgeschreven. Dat dit systeem werkt, wordt aangetoond door de in het verleden behaalde efficiencywinst, die direct ten gunste van de afnemers is gekomen. Voor de jaren 2001–2007 betreft dit voor de elektriciteits- en gasnetten tezamen een bedrag van ca. € 1,9 mrd. Dit alles neemt niet weg dat verdere aanscherping van dit systeem mogelijk en noodzakelijk is. Het Winstenonderzoek van de NMa (2007) toont dit ook aan. Ik deel derhalve uw opvatting dat overmatige winsten in de toekomst naar vermogen voorkomen dienen te worden. In dit verband heb ik drie maatregelen aangekondigd.

1. Aanscherping tarieven binnen huidige wettelijke kader

De NMa heeft bij de vaststelling van de nieuwe tarieven voor het transport van elektriciteit en gas rekening gehouden met de uitkomsten van het winstenonderzoek. Concreet betekent dit dat binnen het huidige wettelijke kader de transporttarieven worden aangescherpt. Voor zover aanscherping van de regulering mogelijk is binnen het huidige wettelijke kader heeft de NMa hieraan inmiddels maximaal uitvoering gegeven via haar recente methode- en X-factorbesluiten. Met deze laatste besluiten heeft de NMa de jaarlijkse zgn. efficiencykortingen vastgelegd. Als gevolg van deze besluiten zullen de transporttarieven in de lopende reguleringsperiode (2008 t/m 2010) voor elektriciteit en gas, afgezien van de inflatiecorrectie, met resp. 4,8% en 6,6% per jaar omlaag gaan. De NMa heeft berekend dat consumenten hierdoor over deze periode een bedrag van € 133 besparen. Hiermee beoogt de NMa dat de tarieven aan het eind van deze reguleringsperiode, d.w.z. in 2010, in overeenstemming zijn met het efficiënte kostenniveau. Onderdeel hiervan is een redelijk rendement op geïnvesteerd vermogen.

2. Wetswijziging

Daarnaast bereid ik thans een aanpassing van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet voor. De NMa krijgt, in aanvulling op de normale tariefregulering, een aanvullende bevoegdheid om transporttarieven aan het begin van een reguleringsperiode aan te passen. Hiermee is het mogelijk om de tarieven sneller naar een efficiënt kostenniveau aan te passen dan onder het huidige wettelijke kader mogelijk is. De NMa kan tarieven, die aan het einde van de reguleringsperiode niet in overeenstemming zijn met het efficiënte kostenniveau in één keer corrigeren naar het efficiënte niveau. De NMa kan van deze nieuwe bevoegdheid gebruik maken met mijn voorafgaande instemming. Het betreft hier een ingrijpende aanpassing en ik beschouw het als mijn verantwoordelijkheid om een bredere afweging te maken tussen de betaalbaarheid en de betrouwbaarheid van de netten. Ik verwacht dit wetsvoorstel begin 2009 aan Uw Kamer te kunnen voorleggen.

3. Evaluatie regulering

Met het huidige systeem van tariefregulering bestaat nu ongeveer 7 jaar ervaring. Zoals reeds aangegeven heeft dit systeem in de periode 2001–2007 een besparing van € 1,9 mrd. voor de afnemer opgeleverd. Ik heb in het energierapport aangegeven dat het noodzakelijk is om het reguleringskader voor de gas- en elektriciteitsnetten fundamenteel te beoordelen op toekomstbestendigheid. Daarvoor zijn twee concrete aanleidingen. Bij de regulering van de netwerken doet zich een inherente spanning voor: gelet op het feit dat de netbeheerders ten opzichte van de netgebruikers een monopoliepositie hebben moet enerzijds geborgd worden dat de tarieven die de netbeheerders aan hun netgebruikers in rekening brengen, niet onredelijk hoog zijn. Anderzijds mogen deze ook niet zo laag zijn dat de netbeheerders niet meer in staat zijn om hun netten op orde te houden. Dit vraagt om een evenwichtige aanpak. Daarnaast nemen we waar dat de eisen die aan de netten gesteld worden, aan voortdurende verandering onderhevig zijn, bijvoorbeeld als gevolg van marktdynamiek en de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Gelet op deze spanningen is het gewenst om het gehele wettelijke en institutionele kader waarbinnen de netwerkbedrijven opereren te onderzoeken op mogelijke verbeteringen. Hierbij zal naast de effectiviteit van de regulering met het oog op efficiency, ook gekeken worden naar de veiligheid en betrouwbaarheid van het transport, de mogelijkheden tot verduurzaming, marktfacilitering en innovatie. Hierbij zal ik uiteraard belanghebbende marktpartijen en netbeheerders alsmede deskundigen raadplegen. Dit traject zal nog dit jaar starten.

Tot slot, ik heb u mijn aanpak geschetst om in de toekomst efficiencyverbeteringen zo snel mogelijk te realiseren. Dat doe ik door enerzijds de besparingsprikkel zo groot mogelijk te maken en anderzijds netbeheerders voldoende ruimte tot investeren te bieden. Alles overwegende zie ik op dit moment geen aanleiding om een onafhankelijk onderzoek in te stellen. Daar komt bij dat de NMa thans, na uitvoering van het winstenonderzoek en implementatie van de Wet Onafhankelijk Netbeheer, naar mijn mening voldoende inzicht heeft in kostenstructuur en de winsten.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Onder andere Volkskrant 4 en 5 september 2008, n.a.v. brief van VEMW, Consumentenbond, Vereniging Eigen Huis, MKB Nederland. Aedes en Nederlandse Woonbond aan de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer over het versterken van het tarieftoezicht op de energienetten.

Naar boven