30 212
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer

nr. 44
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HESSELS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 24

Ontvangen 21 april 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel K een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ka

Artikel 31 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt na de zinsnede «transport van elektriciteit» ingevoegd: de betalingsvoorwaarden,.

2. Toegevoegd wordt een lid, luidende

10. De voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, bepalen dat een vordering tot betaling van een schuld van een afnemer ter zake van geleverde diensten als bedoeld in artikel 27, eerste lid, wordt gedaan binnen twee jaren nadat de vordering opeisbaar is geworden en dat bij gebreke daarvan de vordering vervalt. De eerste volzin is niet van toepassing indien het uitblijven van bedoelde vordering, een onjuiste vordering daaronder begrepen, het rechtstreekse gevolg is van een daartoe gerichte opzettelijke gedraging van de afnemer.

II

In artikel I, onderdeel Na, artikel 95b, wordt in het achtste lid de zinsnede «kunnen regels worden» vervangen door: worden regels.

III

In artikel II wordt na onderdeel J een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

In artikel 12b, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt na onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. de betalingsvoorwaarden, die in elk geval inhouden dat een vordering tot betaling van een schuld van een afnemer ter zake van geleverde diensten als bedoeld in artikel 12a wordt gedaan binnen twee jaren nadat de vordering opeisbaar is geworden en dat bij gebreke daarvan de vordering vervalt. Een vordering vervalt niet binnen twee jaren, indien het uitblijven van bedoelde vordering, een onjuiste vordering daaronder begrepen, het rechtstreekse gevolg is van een daartoe gerichte opzettelijke gedraging van de afnemer.

IV

In artikel II, onderdeel Jb, artikel 44, wordt in het achtste lid de zinsnede «kunnen regels worden» vervangen door: worden regels.

Toelichting

Veel problemen met netbeheerders gaan over de betaling van de energierekening. Geschillen over betaling van de energierekening kunnen leiden tot stopzetting van de energielevering. Betalingsproblemen en afsluitbeleid zijn dan ook nauw met elkaar verweven. Belangrijke bronnen van problemen zijn te late en/of onjuiste rekeningen van netbeheerders. Te late of verkeerde rekeningen kunnen leiden tot hoge naheffingen bij afnemers. Vanuit een oogpunt van bescherming van afnemers is het daarom wenselijk op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet regels te stellen omtrent de door netbeheerders gehanteerde betalingsvoorwaarden. Deze regels moeten worden opgenomen in de door de raad van bestuur van de NMa op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet vast te stellen Codes. In deze Codes moet worden opgenomen dat – op straffe van verval van de vordering – een vordering jegens een afnemer tot betaling van een rekening van een netbeheerder binnen twee jaar na het opeisbaar worden van de vordering moet worden gedaan en dat bij gebreke daarvan de vordering vervalt. Een vordering van een netbeheerder is opeisbaar te rekenen vanaf het moment dat de dienst door de netbeheerder is verleend. Bij een door de netbeheerder verleende aansluitdienst is de vordering dus opeisbaar vanaf het moment dat de aansluiting is gerealiseerd en in bedrijf kan worden genomen. Ten aanzien van het transport van energie is de vordering opeisbaar te rekenen vanaf het moment dat de getransporteerde energie door de netbeheerder ter beschikking is gesteld op de aansluiting van de afnemer. Het uitgangspunt dat een vordering tot betaling van nettarieven vervalt na verloop van twee jaren is evenwel niet van toepassing in gevallen waarbij sprake is van fraude of moedwillige misleiding van de netbeheerder door de afnemer.

Vergunninghoudende leveranciers moeten een afsluitbeleid voeren dat er op is gericht afsluitingen, met name in de strenge winterperioden, zoveel mogelijk te voorkomen. In de praktijk zijn er nog steeds discussies over de wijze waarop aan deze wettelijke verplichting door vergunninghouders uitvoering moet worden gegeven. Ter bescherming van kleinverbruikers is het daarom wenselijk regels te stellen die een nadere invulling geven aan het door vergunninghouders te voeren afsluitbeleid. Bij het opstellen van deze regels gaat de Minister uit van een hoog niveau van bescherming van kleinverbruikers.

Hessels

Irrgang

Crone

Naar boven