30 208
Regels omtrent meeteenheden en omtrent het in de handel brengen en het gebruik van meetinstrumenten (Metrologiewet)

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2008

Hierbij informeer ik u over de voortgang van het onderzoek om te komen tot een oplossing van de problematiek van de vloeistofmeetinstallaties in relatie tot de invoering van de Metrologiewet. Het verzoek om informatie is mij door de griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken op 5 juni 2008 toegestuurd onder nummer 08-EZ-B-39.

In mijn brief van 16 mei 2008 (EZ 08-371) heb ik aangegeven dat een deel van de problemen rond de inwerkingtreding van de Metrologiewet voor de vloeistofbranche is opgelost door een aanpassing van de regelgeving. Door deze wijziging, die op 11 april 2008 in werking is getreden, werd het mogelijk om aanpassingen die noodzakelijk zijn als gevolg van andere regelgeving, en in verband met het betalingsverkeer, uit te voeren bij vloeistofmeetinstallaties die al in gebruik zijn genomen. Het ging hierbij met name om de consequenties voor benzinepompen in verband met het bijmengen van biobrandstof en de invoering van de Single European Payments Area (SEPA).

In de brief van 16 mei heb ik ook aangegeven dat voor een ander probleem nog gezocht werd naar een oplossing. Het gaat hierbij om het feit dat de regelgeving er van uitgaat dat een benzinepomp inclusief een betalingsysteem als een geheel wordt aangeschaft, terwijl in de praktijk meerdere pompen op één betalingssysteem zijn aangesloten. Een soortgelijke situatie doet zich ook voor bij de industriële vloeistofmeetinstallaties. In een dergelijk netwerk kan vervanging van een enkele vloeistofmeter problemen opleveren, omdat er geen voorziening is in de regelgeving voor een dergelijke combinatie.

In de afgelopen maanden is er in overleg met het bedrijfsleven en andere betrokkenen hard gewerkt aan een oplossing voor de problemen. Aangezien het een probleem is dat zich ook in andere Europese landen voordoet, is uitgebreid gekeken naar de oplossing in deze andere landen. Uiteindelijk is gebleken dat de Duitse werkwijze met enige aanpassing ook in Nederland een oplossing kan bieden. Hiertoe dient de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten te worden aangepast. De aangepaste conceptregeling is op 7 oktober jl. ter notificatie aan de Europese Commissie en de andere lidstaten verzonden. Deze conceptregeling is als bijlage bij deze brief toegevoegd1.

Ik ga ervan uit dat met de inwerkingtreding van de gewijzigde regeling (na afloop van de notificatie-periode) de problemen rond het overgangsrecht van de nieuwe Metrologiewet tot het verleden behoren. De signalen vanuit het bedrijfsleven duiden daarop. Daarnaast zal ik ervoor zorgen dat in het regulier overleg met de vloeistofbranche nog eens ingegaan zal worden op de mogelijkheden van het overgangsrecht, zodat alle eventuele onduidelijkheid die hierover nog bestaat bij fabrikanten en gebruikers kan worden weggenomen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven