30 208
Regels omtrent meeteenheden en omtrent het in de handel brengen en het gebruik van meetinstrumenten (Metrologiewet)

nr. 81
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2007

In vervolg op mijn brief van 3 september 2007, (EZ07000386), informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de oplossing van de problematiek voortvloeiend uit de overgangsbepalingen van de nieuwe Metrologiewet. Het verzoek om nadere informatie is mij toegestuurd op 13 september 2007 onder nummer 07-EZ-B-040.

Om de problemen die ontstaan zijn door ontwikkelingen in de regelgeving en het betalingsverkeer op te lossen, ben ik voornemens om de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten te wijzigen. De voorgenomen wijziging biedt de mogelijkheid om vloeistofmeetinstallaties die voor 1 januari 2009 in gebruik zijn genomen en die door regelgeving ten aanzien van het bijmengen van biobrandstoffen en maatregelen voor een veiliger betalingsverkeer aangepast moeten worden, na deze noodzakelijke aanpassing weer te gebruiken. Hierdoor wordt een voortijdige en massale vervanging van de vloeistofmeetinstallaties voorkomen.

Het bedrijfsleven heeft tot 20 oktober de gelegenheid om commentaar op de concept-regeling aan te leveren. Na verwerking van het commentaar zal de concept-regeling ter notificatie naar Brussel gestuurd worden. Na afloop van de notificatieperiode van 3 maanden zou de regeling begin februari 2008 in werking kunnen treden.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

I.v.m. correctie van het ondernummer. Het abusievelijk onder kamerstuknummer 30 208, nr. 4 gepubliceerde stuk komt hiermee te vervallen.

Naar boven