30 206 Parlementaire Assemblée van de Unie voor de Mediterrane Regio

Nr. 6 VERSLAG VAN DE ACHTSTE PLENAIRE VERGADERING VAN DE PARLEMENTAIRE ASSEMBLEE VAN DE UNIE VOOR DE MEDITERRANE REGIO

Vastgesteld 7 september 2012

Inleiding

In Rabat, Marokko, vond op 24 en 25 maart 2012 de achtste plenaire vergadering plaats van de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Mediterrane Regio (PA-UMR), de organisatie die onderdeel is van het Europese nabuurschapsbeleid en die tot 2010 bekend stond als de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblee (EMPA). Naast een omvangrijke delegatie van 26 leden van het Europees parlement (waaronder Voorzitter Martin Schulz) waren er uit de nationale parlementen van de Europese Unie, Noord-Afrika en het Midden-Oosten in totaal 104 volksvertegenwoordigers aanwezig. Ook waren er waarnemers van verschillende internationale organisaties, zoals de Arabische Liga en de Parlementaire Assemblee voor de Mediterranée (PAM). Deze zitting vormde de afsluiting van het Marokkaanse voorzitterschap van de PA-UMR; het komende jaar is het Europees Parlement voorzitter. Namens de Staten-Generaal namen de leden Machiel de Graaf (Eerste Kamer, PVV) en Arib (Tweede Kamer, PvdA) deel aan de achtste plenaire zitting.

De Assemblee heeft zes resoluties aangenomen, waarin uiteenlopende onderwerpen aan de orde kwamen, zoals de wijze waarop het Euro-Mediterrane partnerschap zou moeten reageren op de democratische transitie die sommige landen in de regio doormaken, en de rol van vrouwen in het bestuur van deze landen. Daarnaast adresseerden de resoluties thema’s als het perspectief voor jongeren in de Mediterrane regio, migratie, werkgelegenheid, integratie, interculturele dialoog en de relatie tussen kustgebieden en de binnenlanden. Een terugkerend thema, dat bij elke plenaire sessie van de Assemblee besproken wordt, was de oprichting van een Euro-Mediterrane Investeringsbank, bedoeld voor de economische ontwikkeling van de regio. Tot slot zijn er resoluties aangenomen over de aanpak van vervuiling en afval in de Middellandse Zee en over de potentie van biomassa als een hernieuwbare energiebron1.

Naast de gebruikelijke debatten over het Israëlisch-Palestijnse conflict kwam ditmaal ook de politieke transitie in de Arabische wereld en in het bijzonder de situatie in Syrië veelvuldig aan de orde. Daarnaast is uitgebreid gesproken over de zaak van het Marokkaanse meisje Amina Filali. Dit 16-jarig meisje was op basis van artikel 475 van het Marokkaanse wetboek van strafrecht gedwongen om met haar verkrachter te trouwen en had naar aanleiding daarvan zelfmoord gepleegd. Deze situatie had binnen en buiten Marokko tot verontwaardiging geleid.

Politieke transitie in de Arabische wereld

Zowel in de politieke commissie als in de commissie voor vrouwenrechten2 is uitgebreid gedebatteerd over de politieke transitie in een aantal landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Dit jaar gebeurde dat ook weer in aanwezigheid van delegaties uit de parlementen van Tunesië en Egypte, die vorig jaar afwezig waren geweest in verband met de politieke onrust. In de politieke commissie leidde de behandeling van een ontwerp-resolutie over de gewenste respons van de Unie voor de Mediterrane Regio op deze transitie tot een fel debat over de vraag in hoeverre het gewenst was daarin een specifieke verwijzing op te nemen naar het belang van de rechtstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, een pluralistische media, de bestrijding van corruptie en de ontwikkeling van «civil society». De delegatie van het Europees Parlement had een amendement met die strekking ingediend, waartegen een aantal Arabische delegaties zich verzette met als argument dat de Europese Unie zelf in belangrijke mate had bijgedragen aan de corruptie in de regio en dictatoriale regimes had gesteund. Dit debat was voor het lid Arib aanleiding om te betogen dat er geen verschil is tussen «Noord» en «Zuid» als het gaat om de principes van «rule of law» en de aanpak van corruptie. Iedereen is het erover eens dat deze principes belangrijk zijn, bracht zij in herinnering, en zij pleitte dan ook voor het amendement (dat uiteindelijk met meerderheid van stemmen werd aangenomen).

Op verzoek van de Turkse delegatie is er in de resolutie van de politieke commissie ook een passage opgenomen over het conflict in Syrië, waarin het Syrische regime wordt opgeroepen om met onmiddellijke ingang een politiek transitieproces in gang te zetten dat overeenkomt met de legitieme aspiraties van het Syrische volk. De vertegenwoordigers van het Turkse parlement bepleitten daarmee de noodzaak van een duidelijk signaal richting Syrië. Overigens was er geen delegatie van het Syrische parlement afgevaardigd naar de vergadering van de Assemblee.

De Voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, stond in zijn toespraak voor de plenaire vergadering ook uitgebreid stil bij de Arabische Lente. Op de nieuwe politieke elite in landen als Tunesië en Egypte rust een zware verantwoordelijkheid, vond hij. De bevolking die haar leven geriskeerd heeft in de strijd tegen machtsmisbruik, koestert nog steeds de hoop en de verwachting dat zij een actieve rol kan spelen in de besluiten over haar toekomst. De Assemblee van de UMR moet bereid zijn om met de nieuwe parlementaire collega’s uit die landen samen te werken in dienst van constitutionele hervorming en de overgang naar democratie. De Assemblee moet zich daarbij vooral richten op versterking van de rol van nieuw gekozen parlementen. Omdat er in de Assemblee veel parlementariërs zitten uit Zuid- en Oost-Europa, die in het recente verleden zelf ervaring hebben opgedaan met democratische transities, is de PA-UMR hier bij uitstek een geschikt forum voor, aldus de heer Schulz.

Een vertegenwoordiger van de Arabische Liga, mevrouw Oumnia Taha, die sprak namens de secretaris-generaal van de organisatie, toonde zich hoopvol over wat zij de «Arab Awakening» noemde. De essentie van deze bewustwording lag volgens haar in het streven naar democratie, verantwoordelijkheid en een meer respectabel leven. De Arabische Liga heeft in het verleden vaak de kritiek gekregen te weinig rekening te houden met de wensen van haar burgers, maar volgens mevrouw Taha had de Liga de «Arab Awakening» nu geheel omarmd en speelde zelfs de rol van katalysator. Het was ook voor het eerst dat de Liga het lidmaatschap van enkele van haar leden (Libië, Syrië) had bevroren in verband met het aanhoudend geweld van deze regimes tegen de bevolking. Zij koppelde de politieke transitie in de Arabische regio aan een herontdekt pan-Arabisch bewustzijn, waarin de bevolking zich niet identificeert met een enkele staat, maar met een grotere Arabische gemeenschap en gezamenlijke aspiraties op het gebied van waardigheid, vrijheid en solidariteit. Namens de Arabische Liga drong mevrouw Taha erop aan het lot van de Palestijnen niet te vergeten in alle opwinding over de Arabische Lente; ook de Palestijnen zouden de vruchten van deze politieke transitie moeten plukken. Hun hoop en vastberadenheid zouden moeten worden beloond, vond zij.

De zaak Amina Filali

In de commissie voor vrouwenrechten agendeerde mevrouw Arib de zaak van Amina Filali, een zestienjarig Marokkaans meisje, dat in maart 2012 zelfmoord had gepleegd, omdat zij onder sociale druk had moeten trouwen met de man die haar verkracht had. Volgens artikel 475 van het Marokkaanse wetboek van strafrecht is de verdachte van een verkrachting bij een huwelijk vrijgesteld van straf. Volgens mevrouw Arib zou het Marokkaanse parlement deze wet zo snel mogelijk moeten intrekken. Zij stelde voor dat de Assemblee een verklaring zou aannemen, waarin dit specifieke wetsartikel werd veroordeeld en kritiek werd geleverd op de sociale druk, waaraan slachtoffers van verkrachting zijn blootgesteld. Tijdens de plenaire sessie van de Assemblee, op zondag 25 maart, zou in Casablanca een massale demonstratie plaatsvinden tegen artikel 475 uit het Marokkaanse wetboek van strafrecht en om steun te betuigen aan de slachtoffers van verkrachting. Mevrouw Arib deed een oproep aan leden van de Assemblee om een delegatie af te vaardigen naar deze demonstratie.

Door de voorzitter van de commissie en met name vanuit de Algerijnse delegatie werd op procedurele gronden bezwaar gemaakt tegen het voorstel van mevrouw Arib om een verklaring over de zaak-Filali af te geven. Na een uitvoerig debat, waarin van Algerijnse zijde werd gesteld dat het Marokkaanse strafrechtsartikel slachtoffers van verkrachting niet verplicht om met hun verkrachters te trouwen, is uiteindelijk op voorstel van mevrouw Arib besloten tot amendering van de voorliggende ontwerpresolutie over de rol van vrouwen in het democratiseringsproces in de regio. Daarin werd een passage opgenomen, die specifiek oproept tot het intrekken van wetten die ertoe leiden dat vrouwen met hun verkrachter trouwen3.

Ontwikkelingen in de Unie voor de Mediterrane Regio

De Voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, constateerde in zijn toespraak voor de plenaire vergadering dat de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Mediterrane Regio het enige politieke instituut van de UMR is, dat blijft functioneren in een sfeer van crises en spanningen. Het secretariaat-generaal van de UMR, dat in 2010 in Barcelona werd ingesteld, heeft een ongelukkige start gekend, met verschillende secretarissen-generaal, die kort na hun aantreden al weer aftraden. De nieuwste secretaris-generaal is de Marokkaanse diplomaat Fathallah Sijilmassi, die in februari 2012 is benoemd. De heer Schulz benadrukte dat het nu zaak is het secretariaat-generaal van de UMR zo snel mogelijk te organiseren en te laten functioneren.

Mevrouw Taha zei namens de Arabische Liga dat de UMR sinds de kortstondige oorlog in Gaza begin 2009 eigenlijk altijd in een patstelling heeft gezeten. Met de veranderingen in de Arabische landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten heeft de UMR nog meer van haar aantrekkelijkheid verloren, stelde zij. De Arabische Liga steunt van harte de verschillende UMR-projecten op het gebied van waterbeheer, infrastructuur en zonne-energie, maar niemand moet de illusie hebben dat dergelijke projecten de politieke problemen kunnen oplossen, aldus mevrouw Taha. De EU zou haar beleid jegens haar Zuidelijke buurlanden volledig moeten herzien. De mededeling4 van de Europese Commissie uit maart 2011 inzake een nieuw partnerschap voor democratie en gedeelde welvaart met de zuidkust van de Mediterrane regio vond zij interessant. Maar zij had haar twijfels over de positieve conditionaliteit in dit EU-beleid op basis van het principe «meer voor meer», omdat daarmee de indruk zou worden gewekt dat Arabische landen schoolkinderen zijn, die beloond moeten worden voor goed werk.

Aan het einde van de plenaire vergadering op 25 maart 2012 heeft de Assemblee ingestemd met een voorstel tot wijziging van het eigen reglement van orde. Daarmee is een contributieregeling ingesteld, die het de parlementen die lid zijn van de Assemblee, verplicht om jaarlijks lidmaatschapsgeld te betalen. De instelling van deze contributieregeling ging niet gepaard met een concreet voorstel voor contributies per lidstaat, maar uit eerdere concept-voorstellen die hiervoor in 2010 en 2011 circuleerden, zou blijken dat de Staten-Generaal voor een bedrag van ongeveer 12 000 euro per jaar zouden worden aangeslagen. Conform de wijziging die nu in het reglement van orde is opgenomen, zal een delegatie haar stemrecht verliezen en geen bestuursfuncties in de Assemblee kunnen vervullen, als het betreffende parlement zijn jaarlijkse contributie niet betaalt. Voorts is de voorziening getroffen dat het bestuur van de Assemblee kan besluiten om een delegatie te schorsen als het betreffende parlement voor twee achtereenvolgende jaren zijn contributie niet heeft betaald.

Het voorzitterschap van de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Mediterrane Regio werd aan het einde van de zitting voor de duur van een jaar overgedragen aan het Europees Parlement. De volgende plenaire zitting in het voorjaar van 2013 zal dan ook in Brussel plaatsvinden.

De fungerend voorzitter van de delegatie, Arib

De griffier van de delegatie, Westerhoff


X Noot
1

Alle resoluties zijn te vinden op de website: http://www.europarl.europa.eu/intcoop/empa/docs_en.html

X Noot
2

De PA-UMR kent vijf commissies: politiek, economisch, cultureel, vrouwenrechten, energie & milieu

X Noot
3

De letterlijke tekst luidt: «[…] calls for the abrogation of laws which lead women to marry their rapist […]».

Naar boven