30 206
Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblée

A
nr. 1
VERSLAG VAN DE INAUGURELE BIJEENKOMST VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE ASSEMBLÉE

Vastgesteld 1 april 2004

Op 22 en 23 maart vond te Vaglimeniou, nabij Athene, de inaugurele sessie plaats van de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblée (EMPA)1. Deze bijeenkomst werd voorafgegaan door een werkgroep op diezelfde plaats op 22 maart. Vanuit de Staten-Generaal werd aan deze vergaderingen deelgenomen door mevrouw De Boer, adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De voornaamste doelstellingen van de inaugurele sessie van de EMPA waren:

• het vaststellen van het reglement van de EMPA

• het aanwijzen van het Bureau

• het verdelen van de commissievoorzitterschappen

• het debatteren over de voornaamste ambities en intenties van de EMPA

Bij de bijeenkomst waren de volgende delegaties vertegenwoordigd door leden van het parlement:

Mediterrane PartnersEuropese UnieEU toetredende lidstaten
AlgerijeBelgiëEstland
CyprusDuitslandHongarije
EgypteFinlandLetland
IsraëlFrankrijkLitouwen
JordaniëGriekenlandSlovenië
LibanonIerland 
MaltaItalië 
MarokkoLuxemburg  
PalestinaOostenrijk 
SyriëPortugal  
TunesiëSpanje 
TurkijeZweden  
 Europees Parlement 
   
EU kandidaat-lidstatenWestelijke Balkan 
RoemeniëDe Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
 Kroatië  
 Servië-Montenegro 
   
Waarnemers/speciale gasten 
Libië  
Mauritanië  

Uit de volgende lidstaten van de EU was geen parlementaire maar wel een ambtelijke vertegenwoordiging aanwezig:

Nederland

Verenigd Koninkrijk

Onderstaande landen, die wel lid zijn van de EMPA, waren niet vertegenwoordigd op de bijeenkomst in Athene:

AlbaniëPolen
Bosnië-HerzegovinaSlowakije
BulgarijeTsjechië
Denemarken (enige EU-lidstaat die niet vertegenwoordigd was)

De inaugurele bijeenkomst werd voorgezeten door de heer Pat Cox, Voorzitter van het Europees Parlement, en de heer Abdelwahad Radi, Voorzitters van de Kamer van Vertegenwoordigers van Marokko.

De belangrijkste besluiten die tijdens de vergaderingen van de EMPA zijn genomen zijn opgenomen in dit verslag, het reglement dat ter vergadering is vastgesteld is als bijlage bijgevoegd.

De griffier voor deze reis,

De Boer

Werkgroep maandag 22 maart 2004

Tijdens de vergadering van de werkgroep, die werd voorgezeten door de heer Abdelwahad Radi, Voorzitter van de Kamer van Vertegenwoordigers van Marokko, en de heer Renzo Imbeni, Vice-Voorzitter van het Europees Parlement, was één document aan de orde, te weten het concept reglement van de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblee (EMPA). Het was de bedoeling dat delegaties zich in hun commentaren beperkten tot reacties op vooraf ingediende amendementen en technische punten uit het reglement. Echter, door een aantal delegaties werden opnieuw ingrijpende wijzigingsvoorstellen gedaan over gevoelige onderwerpen die in januari, bij de voorbereiding van het document, tot lange discussies hadden geleid.

Ondanks enkele verzoeken daartoe besloten de voorzitters niet om stapsgewijs het reglement door te nemen, hetgeen tot gevolg had dat vele argumenten herhaald werden en dat veelvuldig van onderwerp naar onderwerp gesprongen werd. Hieronder volgt, puntsgewijs, een overzicht van de belangrijkste standpunten en genomen besluiten.

1. Delegaties die bijeenkomsten van de EMPA niet bijwonen, verliezen daardoor niet hun zetel. (regels 1 en 2)

2. Een aantal delegaties, waaronder de Palestijnse, Jordaanse en Libanese, pleitte voor een uitbreiding van het Bureau van 4 tot 6 leden, specifiek met de heer Cox en de heer Radi. Het voornaamste argument daarvoor was dat op deze manier (beter) gebruik zou kunnen worden gemaakt van de ervaringen van de beide tijdelijke voorzitters.

Het voorstel stuitte evenwel op veel verzet bij de delegaties van nationale parlementen van de EU. De precaire balans die in januari bereikt was in de verdeling van zetels tussen de mediterrane partners, de nationale parlementen van de EU-lidstaten en het Europees Parlement zou verstoord worden in hun nadeel. Bovendien, zo stelde ook voorzitter Imbeni, zou een dergelijke wijziging doorwerken in de afspraken over de verdeling van commissievoorzitterschappen.

Uiteindelijk werden er toch slechts vier leden gekozen voor het Bureau:

• Pat Cox, Voorzitter van het Europees Parlement

• Ahmed Fathi Sorour, Voorzitter van de Volksassemblée van Egypte

• Fouad Mbazaa, Voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden van Tunesië

• Anna Benaki-Psarouda, Voorzitter van het Helleense parlement (regel 4)

3. Er werd door een groot aantal delegaties, waaronder Egypte, het Europees Parlement, Libanon, Syrië en Zweden, aanmerkelijk belang gehecht aan de participatie van vrouwen in de Assemblée. Eveneens werd geopperd dat één van de drie parlementaire commissies het onderwerp vrouwenemancipatie in de portefeuille zou moeten krijgen, als het al niet mogelijk was om een aparte commissie in het leven te roepen daarvoor. De voorzitters concludeerden dat het onderwerp vrouwenemancipatie bij één van de commissies neergelegd zou worden. Welke commissie wordt nog bezien. (regel 5)

4. Wanneer een delegatie een bijeenkomst van de EMPA niet bijwoont, blijven haar stemmen ongebruikt. (regel 9)

5. De Duitse delegatie pleitte ervoor dat Duits ook in het reglement opgenomen wordt als werktaal, naast Frans, Engels en Arabisch. De Spaanse delegatie maakte onmiddellijk duidelijk dat hier geen sprake van kon zijn, omdat dan ook andere talen (zoals Spaans) aan het lijstje toegevoegd zouden moeten worden. De voorzitters besloten dit onderwerp tot een volgende bijeenkomst uit te stellen. (regel 12)

6. De EMPA is geen rechtspersoon en kan dientengevolge ook niet over eigen financiën beschikken. De EMPA stelt dus ook geen budget vast (regel 13 sub 1 wordt uit het reglement geschrapt). De kosten voor de vertaling van documenten die worden aangenomen door de Assemblée worden gedragen door het Europees Parlement. Waar nodig worden de kosten voor de organisatie van een bijeenkomst van de Assemblée (inclusief vertolking) gedeeld door alle deelnemers. (regel 13)

7. De EMPA heeft geen permanent secretariaat. De nationale parlementen die vertegenwoordigd zijn in het Bureau dragen zorg voor de ondersteuning van de werkzaamheden van de EMPA. (regel 14)

Inaugurele bijeenkomst maandag 22 maart 2004

De inaugurele vergadering van de EMPA werd geopend door mevrouw Benaki-Psarouda. Zij verwelkomde de EMPA als nieuw forum voor dialoog, regionale samenwerking en algemene toenadering tussen de mediterrane partners en de lidstaten van de Europese Unie, en benadrukte het strategische, culturele en sociale belang van de mediterrane regio. Benaki drong aan op samenwerking tegen het internationale terrorisme na de aanslagen in New York op 11 september 2001 en de aanslagen in Madrid op 11 maart 2004. Zij toonde bezorgdheid over de conflicten in het Midden Oosten en op Cyprus en vroeg daarnaast aandacht voor de sociaal-economische problematiek van de mediterrane regio, vooral betreffende de hoge werkloosheid en de sociale onrust die daaruit voortvloeit.

De heer Cox veroordeelde in zijn toespraak allereerst de moord, door Israël die ochtend, op Hamasleider Sjeik Yassim. Niettemin, zo was hij van mening, heeft ook Israël recht op een terreurvrij bestaan. Mede in het licht van het aanhoudende geweld tussen beide partijen heette hij de Palestijnse en de Israëlische delegaties van harte welkom.

De heer Radi veroordeelde eveneens de aanslag op de Palestijnse Sjeik. Hij vroeg uitgebreid de aandacht voor het Midden Oosten conflict, en stelde daarbij dat er ruimte is voor een Palestijnse én een Israëlische staat en dat de oplossing voor het geweld gezocht moet worden in de sfeer van de Oslo-akkoorden en in overeenstemming met de reeds bestaande VN-resoluties. Over de samenwerking van de mediterrane partners zei Radi dat deze zich onder andere moet richten op het wegwerken van de (economische) achterstand van de zuidelijke landen, met speciale aandacht voor de positie van de vrouw.

Het reglement van de EMPA werd voorts aangenomen, onder het voorbehoud dat bepaalde punten nog nader besproken zouden worden en eventueel zouden worden aangepast tijdens een volgende vergadering. Naar alle waarschijnlijkheid zal een werkgroep zich wederom buigen over het reglement, vóór de volgende Assemblée bijeenkomst.

De leden van het Bureau werden gekozen, en daarmee werd de leiding van de EMPA voor de komende vier jaar:

• Pat Cox, Voorzitter van het Europees Parlement

• Ahmed Fathi Sorour, Voorzitter van de Volksassemblée van Egypte

• Fouad Mbazaa, Voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden van Tunesië

• Anna Benaki-Psarouda, voorzitter van het Helleense parlement

De heer Sorour werd voor het eerste jaar aangewezen als President van het Bureau.

Voortzetting inaugurele bijeenkomst dinsdag 23 maart 2004

De heer Sorour zat, als nieuw benoemde President van het EMPA Bureau, de vergadering voor. Hij pleitte voor samenwerking in de strijd tegen alle vormen van terrorisme, en voor culturele uitwisselingen tussen partnerlanden uit de EMPA om het wederzijdse begrip te bevorderen.

Gastspreker deze ochtend was Philippe de Fontaine Vive, vice-president van de Europese Investeringsbank (EIB). De EIB is de grootste investeerder in de mediterrane regio, via FEMIP (Facility for Euro-Mediterranean Investment & Partnership) werd in 2002 voor 1,6 miljard euro en in 2003 voor 2 miljard euro bijgedragen aan projecten en kleinschalige privé-initiatieven. Voornaamste doelstellingen van de EIB zijn het oprichten van een vrijhandelsgebied in 2010, het steunen van het midden- en kleinbedrijf in de zuidelijke landen via lokale banken, en het verkleinen van het verschil in levensstandaarden tussen de EU-lidstaten en de zuidelijke partners. Meer in het algemeen wil de EIB bewerkstelligen dat de mediterrane regio niet langer als risicozone wordt gezien maar als gebied met gunstige omstandigheden voor handel en groei. De financiering van de initiatieven van de EIB geschiedt vanuit een fonds waaraan EU-lidstaten vrijwillige bijdragen kunnen doen. De heer De Fontaine Vive besloot zijn toespraak met de belofte om, daar waar de EMPA dat nuttig achtte, op haar vergaderingen het EIB-beleid en de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de mediterrane regio toe te komen lichten.

Na de toespraak van de heer De Fontaine Vive volgde een algemeen debat over Euro-Mediterrane samenwerking in het algemeen en de nieuw opgerichte parlementaire assemblée in het bijzonder. Er werd door alle delegaties veel aandacht besteed aan de situatie in het Midden Oosten. De delegatie uit Libanon noemde ook nog kort de situatie in Irak, en veroordeelde de naar haar mening illegale bezetting van het land door de Amerikanen. Vanuit het Europees Parlement werd gesteld dat de EMPA zich vooral moet concentreren op het aanpakken van gemeenschappelijke vijanden zoals armoede, honger, ziekte en het gebrek aan onderwijs. Ook werd gewezen op het gebrek aan aandacht, vanuit de Europese Commissie en de Raad, voor de EMPA. De delegatie uit Cyprus pleitte voor een grotere rol voor de Europese Unie in het conflict op het eiland, en meer in het algemeen voor een verdere uitwerking van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU.

De delegatie uit de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië meldde dat het land op maandag 22 maart officieel het lidmaatschap van de Europese Unie had aangevraagd.

Aan het slot van de vergadering is een voorlopige Eindverklaring aangenomen, enkele details zouden nog gewijzigd kunnen worden. De voorlopige versie is bij dit verslag gevoegd.


XNoot
1

De bijlagen zijn ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven