30 195
Integraal Beheerplan Noordzee 2015

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2006

Hierbij bied ik u, mede namens de ministers van Economische Zaken, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Uitvoeringsprogramma Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (IBN) aan.1

Aanleiding tot het uitvoeringsprogramma was de motie Van Lith-Boelhouwer (Tweede Kamer 2005–2006, 30 195, nr. 11), waarin de regering werd verzocht om te komen met een concreet uitvoeringsprogramma, dat tenminste voldoet aan de volgende eisen:

– inzicht in beheeractiviteiten van alle betrokken departementen, fasering in termijnen met daarbij een overzicht van kosten, baten, reductie van administratieve lasten en formulering van resultaat;

– overzicht van wijzigingen c.q. nieuwe aanwijzing en begrenzing van gebruiks-functies (onder andere VHR-gebieden) en rapportage naar de Europese Commissie nadat de Kamer deze heeft vastgesteld;

– de Kamer over het uitvoeringsprogramma voor de presentatie van de begroting voor 2007 te informeren, zodat de Kamer het uitvoeringsprogramma kan vaststellen.

Inzicht in beheeractiviteiten

Het uitvoeringsprogramma is in samenwerking met alle departementen, die op de Noordzee actief zijn, tot stand gekomen. Het uitvoeringsprogramma gaat in op de volgende beheertaken en de bijbehorende activiteiten:

• Regulering gebruik

• Rampen- en incidentenbestrijding en Search and Rescue

• Handhaving

• Kennis en Informatie

• Signalering en evaluatie

Het geeft inzicht in de activiteiten van de departementen ten behoeve van de afzonderlijke beheertaken zoals in het IBN genoemd. Ten opzichte van het IBN zijn tijdpaden en trekkers van de afzonderlijke acties toegevoegd. Voorts geeft het uitvoeringsprogramma per beheertaak inzicht in de financiële consequenties van de activiteiten van de betrokken departementen.

Zoals u in het uitvoeringsprogramma kunt lezen wordt er veel en intensief samengewerkt op de Noordzee. Dit is een doorlopend proces waarbij steeds verkend wordt hoe meer winst voor het ecosysteem en voor gebruikers via samenwerking bereikt kan worden. Als coördinerend minister stimuleer ik deze samenwerking en neem ik ook het voortouw bij verschillende gezamenlijke activiteiten.

Wijziging cq. nieuwe aanwijzing en begrenzing van gebruiksfuncties

In het uitvoeringsprogramma wordt niet nader ingegaan op de aanwijzingsprocedure van VHR-gebieden. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zal u op korte termijn bij afzonderlijke brief informeren over de besluitvormingsprocedures rond de aanwijzing van voorgenomen VHR gebieden op zee.

Overigens moet worden onderkend dat het Noordzee beleid sterk in beweging is. Ik denk daarbij met name aan recente initiatieven op Europees niveau zoals het voorstel voor een ontwerp richtlijn voor de mariene strategie. Bij de vaststelling van de Nederlandse inzet bij de totstandkoming van deze richtlijn zijn alle relevantie ministeries betrokken. De implementatie van de richtlijn mariene strategie zal op termijn invloed kunnen hebben op het beleid en beheer van het Nederlandse deel van de Noordzee.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven