nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2006
Hierbij bied ik u de nota «Om kwetsbare zee- en deltagebieden te
beschermen» aan.1
Deze nota is in december 2003 aan uw Kamer aangekondigd als de Capaciteitsnota.
De nota betreft de periode 2006–2010. De nota vervangt het Capaciteitsplan
Bestrijding Olie en Chemicaliën op de Noordzee uit 1990 en de nota met
nummer 35 van de Contactgroep Uitvoering Beheerplan Verontreinigingen door
Olie (CUBVO) uit 1988. De nota sluit aan bij de uitgangspunten van het Integraal
Beheerplan Noordzee 2015.
In de nota «Om kwetsbare zee- en deltagebieden te beschermen»
staat aangegeven hoe het ministerie voorbereid wil zijn om op de Noordzee,
Waddenzee en in de Zeeuwse delta na calamiteiten olie en andere milieuverontreinigende
stoffen op te ruimen. Uitgangspunten daarbij zijn:
• beschermen van ecologisch en economisch kwetsbare gebieden;
• opruimen op het water ter voorkoming van aanspoeling op de kust;
• mechanisch opruimen als belangrijkste techniek.
Niet alle verontreinigingen kunnen op zee worden opgeruimd. Tijdens slecht
weer is bijvoorbeeld mechanische bestrijding op zee niet mogelijk. Onder dergelijke
omstandigheden kan er olie aanspoelen op de kust en zal Rijkswaterstaat daar
voor de opruiming zorg dragen. Ook kan het voorkomen dat bepaalde chemische
stoffen verdampen of oplossen waardoor er niets meer op te ruimen is.
Bij het mechanisch opruimen wordt gebruik gemaakt van het gezamenlijk
door Rijkswaterstaat en het bedrijfsleven ontwikkelde veegarmsysteem voor
drijvende vloeistoffen. De succesvolle inzet van dit Nederlands materiaal
bij de Prestige-ramp in 2002 heeft internationaal de aandacht getrokken. Sindsdien
hebben verschillende landen – zoals Spanje, Portugal, Zweden, Vietnam
en Australië – hun capaciteit uitgebreid met mechanische bestrijding.
Daarbij heeft het Nederlandse bedrijfsleven opdrachten verworven voor diverse
veegarmsystemen en schepen. Ook het European Marine Safety Agency
(EMSA) beveelt deze mechanische bestrijdingssystemen aan voor de schepen die
EMSA onder contract neemt.
Nieuw bij de bestrijding van olie is de herintroductie van detergenten –
middelen die bepaalde olie versneld in de waterkolom kunnen brengen. Deze
techniek wordt door andere landen succesvol toegepast onder andere ter bescherming
van vogels tegen oliebesmeuring. Inzet van deze middelen vindt onder strikte
condities plaats.
De komende drie jaar wordt geïnvesteerd om de bestrijdingscapaciteit
op orde te brengen. Daarna is Nederland voorbereid op een aantal maatgevende
incidenten die in het kader van deze nota zijn afgeleid. De capaciteit van
Rijkswaterstaat zal worden afgestemd op deze maatgevende incidenten.
Het meest omvangrijke maatgevende incident is gesitueerd op de Noordzee
waarbij een vrijgekomen hoeveelheid van 15 000 m3 olie in
3 dagen kan worden geruimd. Dit is in lijn met de Engelse aanpak (bestrijding
van 14 000 m3 olie). In de Westerschelde wordt rekening gehouden
met een scenario van maximaal 5000 m3 olie op te ruimen in 2 dagen.
Boven de Wadden wordt rekening gehouden met een scenario van 3000 m3 olie op te ruimen in twee dagen. Ter vergelijking, Duitsland kan voor
het gehele Duitse «grondgebied» ongeveer 7500 m3 opruimcapaciteit
mobiliseren.
In het geval van een meer omvangrijke ramp dan het maatgevende scenario
zal verspreiding van verontreiniging in het milieu plaatsvinden en neemt de
bestrijding eerder weken dan dagen in beslag. Bij de bestrijding zal geassisteerd
worden door het buitenland, hetgeen in het Verdrag van Bonn is geregeld. Het
is niet te voorkomen dat bij een groot incident olie op de kust zal aanspoelen.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus