30 187
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen tweede fase vwo en havo)

nr. 49
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2009

In mijn brief van 13 juni 2008 (Kamerstuk 30 187, nr. 48) stelde ik de Kamer op de hoogte van de stand van zaken bij de ontwikkeling van nieuwe examenprogramma’s wiskunde voor vwo en havo. Ik moest u mededelen dat er verdeeldheid was in de wiskundewereld, op dat moment zich toespitsende op de besluiten die ik had genomen over de voorstellen voor nieuwe examenprogramma’s gedaan door de daarvoor ingestelde vernieuwingscommissie (cTWO, commissie Siersma). Deze besluiten waren gebaseerd op de weging van de commentaren op de voorstellen door de zgn. Resonansgroep (vertegenwoordigers van het hoger onderwijs) en de vereniging van de wiskundedocenten. Ik besloot mijn brief met de mededeling dat ik, gelet op de gebleken verschillen van mening, mijn besluiten nog eens zou voorleggen aan de VSNU en de HBO-Raad.

Nadat deze mij, kort samengevat, hadden medegedeeld dat zij zich in deze besluiten konden vinden, heeft uitvoerig nader overleg plaatsgehad met de vernieuwingscommissie. Dat heeft ertoe geleid dat de vernieuwingscommissie mij aangepaste voorstellen heeft voorgelegd (versie 20 februari 2009). De commissie heeft daarbij tevens een toelichting gegeven waarin zij o.a. verantwoordt op welke wijze zij mijn besluiten heeft verwerkt. In de bijlage bij deze brief vindt u deze toelichting.1 Ik stem in met deze aangepaste voorstellen. Daarmee kunnen zij de grondslag vormen voor een nadere uitwerking in zgn. syllabi voor het centraal examen door de CEVO en vervolgens voor in het schooljaar 2009–2010 te starten pilots. Deze pilots zullen o.a. een antwoord moeten geven op de vraag naar de praktische haalbaarheid van de programma’s.

Ik ben blij dat het in goed overleg uiteindelijk mogelijk is gebleken tot overeenstemming te komen over de verdere ontwikkeling van de wiskunde in vwo en havo.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven