30 186
Regels inzake marktordening, doelmatigheid en beheerste kostenontwikkeling op het gebied van de gezondheidszorg (Wet marktordening gezondheidszorg)

nr. 24
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HEEMSKERK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 17

Ontvangen 20 februari 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 41 wordt, onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor de bestaande tekst, een lid toegevoegd, dat luidt:

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen factoren en criteria worden aangewezen die bepalend zijn voor het beschikken over aanmerkelijke marktmacht.

II

In artikel 42, eerste lid, vervalt «op een door de zorgautoriteit volgens de beginselen van het algemeen mededingingsrecht afgebakende markt».

Toelichting

Onderdeel I

Doordat betrouwbare marktafbakeningsmethoden voor de zorgsector (vooralsnog) ontbreken, is het wenselijk dat de factoren en criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of een marktpartij aanmerkelijke marktmacht heeft, nader kunnen worden gepreciseerd, teneinde geschillen daarover zoveel mogelijk te voorkomen. Aanmerkelijke marktmacht moet altijd worden afgeleid uit een combinatie van verschillende factoren, omdat marktaandelen – net als elk ander criterium – niet zonder meer doorslaggevend zijn. Voorbeelden van relevante factoren zijn toetredingsdrempels, overstapkosten, mate van verticale integratie, bevoorrechte toegang tot financiële middelen en bundeling van producten.

Uitgangspunt voor de zorgsector is daarbij dat ondernemingen met een marktaandeel van vijfentwintig procent of meer op de relevante markt geacht worden aanmerkelijke marktmacht te hebben, door de onderneming te bewijzen uitzonderingen daargelaten. In die gevallen kan de zorgautoriteit besluiten verplichtingen op te leggen.

Onderdeel II

Onderdeel II van het amendement berust hierop dat de factoren en criteria die bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld op onderdelen tot een (al dan niet vermeend) verschil kunnen leiden met de marktafbakening die uit het algemene mededingingsrecht voortvloeit. Ter voorkoming van onnodige discussie verdient het daarom aanbeveling de verwijzing in artikel 42 naar het algemeen mededingingsrecht te schrappen.

Heemskerk