nr. 20
AMENDEMENT VAN HET LID SCHIPPERS
Ontvangen 20 februari 2006
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 18 komt te luiden:
Artikel 18
1. De zorgautoriteit en de Nederlandse Mededingingsautoriteit, verder
in dit artikel te noemen de mededingingsautoriteit, bevorderen dat belanghebbenden
zich bij aangelegenheden van wederzijds belang eerst wenden tot de zorgautoriteit.
2. De zorgautoriteit past bij mogelijke samenloop van bevoegdheden
voor zover mogelijk eerst de bevoegdheden toe die zij op grond van deze wet
heeft, alvorens de mededingingsautoriteit de haar ten dienste staande bevoegdheden
op grond van de Mededingingswet toepast.
3. Indien de zorgautoriteit bij de toepassing van de bevoegdheden
met betrekking tot aanmerkelijke marktmacht als bedoeld in artikel 41 van
deze wet een redelijk vermoeden krijgt van misbruik van economische machtspositie,
meldt de zorgautoriteit dit onverwijld aan de mededingingsautoriteit.
4. Indien er een redelijk vermoeden als bedoeld in het derde lid
aanwezig is en de belemmering van de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie,
bedoeld in artikel 41 van deze wet, kan worden opgeheven door het opleggen
van een of meer verplichtingen als bedoeld in artikel 42 van deze wet, is
het tweede lid onverkort van toepassing.
5. De zorgautoriteit richt zich naar de uitleg van begrippen die
de mededingingsautoriteit hanteert in het kader van de toepassing van het
mededingingsrecht.
Toelichting
Er is meer duidelijkheid gewenst in de taakafbakening tussen de NZa en
de NMa. Dat is belangrijk voor het veld, dat moet weten waar het aan toe is.
Het betreft alle zaken waar de NZa en de NMa beide een rol kunnen spelen.
Deze zaken worden eerst behandeld door de NZa. De NZa kan namelijk subtieler
ingrijpen dan de NMa, die beperkt is tot het al dan niet geven van een boete.
De NZa heeft meer mogelijkheden om te differentiëren. De
NZa kan bijvoorbeeld een leveringsplicht opleggen, voorwaarden stellen aan
de levering, et cetera. Dit voorkomt calculerend gedrag van de overtreder.
Als de middelen van de NZa tekort schieten, moet de NMa haar middelen benutten.
Voor dit amendement is gekeken naar de taakafbakening tussen Opta en NMa en
ook naar het protocol tussen NMa en CTGZaio. Net als bij de Opta wordt hiermee
geregeld dat de NZa het voortouw heeft bij aangelegenheden die ook voor de
NMa van belang zijn. De NMa blijft primair en leidend daar waar het kartels
en fusies betreft, daar gaat de NZa niet over. Met het verplichte overleg
op grond van 17 lijkt daarmee de verhouding tussen NZa en NMa afgebakend en
in evenwicht.
Schippers