30 181
Voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in verband met het openbaar maken van de neveninkomsten van de leden

nr. 1
BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 4 juli 2005

Het Presidium zendt de Kamer hierbij een voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde van de Kamer in verband met het opnemen van enkele bepalingen voor het openbaar maken van de neveninkomsten van de leden.

Aanleiding

Tijdens het debat in de Kamer over de publieke moraal, dat in april jl. is gehouden, is gebleken dat een Kamermeerderheid voorstander is van het openbaar maken van de aard en omvang van de neveninkomsten van de leden. Het Presidium stelt dan ook voor in het Reglement van Orde te bepalen dat de leden hun neveninkomsten openbaar dienen te maken. Daarbij heeft het Presidium onderzocht in hoeverre het mogelijk is deze bepaling zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij de Regeling Aftrek Neveninkomsten in het kader van de Wet Schadeloosstelling. Daarin is bepaald dat de leden ieder jaar voor 1 april of binnen twee maanden na hun beëdiging aan het hoofd van de Belastingdienst/Haaglanden een opgave van de te verwachten neveninkomsten verstrekken. Men kan ook volstaan met het afgeven van een verklaring dat verwacht wordt dat de neveninkomsten de drempelwaarde voor de aftrek (momenteel € 12 027,51) niet overschrijden. Iedere mededeling kan achterwege worden gelaten, maar dan wordt de maximale aftrek (€ 30 143,95) toegepast. Het hoofd van de Belastingdienst/Haaglanden meldt het bedrag van de voorlopige aftrek aan de Voorzitter en aan het betreffende lid.

Er zou in het Reglement van Orde een bepaling opgenomen kunnen worden dat de melding door het lid bij het hoofd van de Belastingdienst/Haaglanden door de Voorzitter openbaar wordt gemaakt via het Register van nevenactiviteiten zoals dat op de Griffie ter inzage ligt. Daarmee worden niet de neveninkomsten beneden de drempelwaarde vermeld en ook van de leden die melding achterwege laten en dus maximaal op hun Schadeloosstelling gekort worden, worden dan geen gegevens over hun neveninkomsten vermeld. Een bijkomend probleem is dat leden bijvoorbeeld bij winst uit onderneming pas na enkele jaren definitief kunnen opgeven wat hun werkelijke neveninkomsten zijn geweest. Bovendien leert de ervaring dat er ook jaren over heen kunnen gaan voordat de Belastingdienst definitief heeft bepaald welke neveninkomsten ingehouden moeten worden op de Schadeloosstelling. Dat is bijvoorbeeld het geval als een lid in de loop van een belastingjaar wordt beëdigd en het vooralsnog niet duidelijk is in welk deel van het jaar de neveninkomsten werden genoten. Bovendien zal de toe te passen aftrek vaak ook door persoonlijke omstandigheden bepaald worden (bijvoorbeeld welke kosten moesten worden gemaakt om het neveninkomen te verwerven).

Daarom wordt voorgesteld dat de leden zelf hun neveninkomsten met vermelding van de hoogte opgeven bij de Griffie. Dit geldt uiteraard zowel voor nieuwe activiteiten als voor de bij de inwerkingtreding van deze bepaling bestaande. Nu al wordt het aan de leden zelf over gelaten of zij hun betaalde en onbetaalde nevenactiviteiten vermelden, zomede buitenlandse reizen op uitnodiging van derden en ontvangen geschenken met een waarde boven de 50 euro.

Het Presidium heeft overwogen de uitkomsten van de discussie over het rapport van de commissie Dijkstal over de rechtspositie van politieke en publieke ambtsdragers af te wachten en te bezien of in dit kader ook over een regeling voor het openbaar maken van neveninkomsten van bijvoorbeeld burgemeesters en Commissarissen van de Koningin wordt beslist waarbij voor de leden van de Tweede Kamer aansluiting moet/kan worden gezocht. Het Presidium meent evenwel, nu de Kamer zich daarvoor heeft uitgesproken niet te moeten wachten met het doen van een voorstel. Mocht er een rijksbrede regeling ontstaan, dan kan alsdan opnieuw worden besloten om daarbij aansluiting te zoeken danwel om de nu voorgestelde regeling in het Reglement van Orde te handhaven.

De Voorzitter,

F. W. Weisglas

De Griffier,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

Naar boven