30 176
Functioneren Koninklijke Marechaussee

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2009

Hierbij bied ik u aan het rapport van de Commissie Evaluatie Beleidsplan Koninklijke marechaussee 2010 (verder: de commissie).1 Dit rapport geeft invulling aan de externe evaluatie van het Beleidsplan Koninklijke marechaussee 2010 (Kamerstuk 30 176, nr. 2) en het rapport Cultuur en Integriteit bij de Koninklijke marechaussee, zoals toegezegd in de brief van 9 juni 2006 (Kamerstuk 30 176, nr. 7) en het Algemeen Overleg van 12 juni 2007 (Kamerstuk 30 800 X, nr. 116).

De door mevrouw A.M. Vliegenthart voorgezeten commissie is op 1 september 2008 ingesteld en had als opdracht het met het Beleidsplan KMar 2010 ingezette veranderingsproces te beoordelen en te onderzoeken of de onderkende knelpunten uit het Beleidsplan KMar 2010 en het rapport van de Commissie Onderzoek Cultuur en Integriteit bij de Koninklijke marechaussee zijn opgelost. Daarbij is de commissie verzocht voorstellen voor verbetering te formuleren.

Ik ben de commissie erkentelijk voor het zeer bruikbare rapport. Ik kan mij vinden in de conclusies van de commissie en neem de aanbevelingen over. De commissie constateert dat Defensie met de uitvoering van het Beleidsplan KMar 2010 de juiste weg is ingeslagen. Het is bemoedigend dat de commissie concludeert dat Defensie met succes een groot deel van de maatregelen uit het Beleidsplan heeft uitgevoerd. Het rapport van de commissie biedt aanknopingspunten om het veranderingsproces verder te versterken.

Dit proces is echter nog niet volledig afgerond en Defensie zal de komende periode extra inspanningen moeten leveren om alle noodzakelijke maatregelen door te voeren. Door een veranderorganisatie in te richten wordt invulling gegeven aan de door de commissie geconstateerde noodzaak om de aansturing van het veranderingsproces te verbeteren.

Vooral de naar aanleiding van het rapport Cultuur en Integriteit aangekondigde aanvullende maatregelen verdienen extra aandacht. Ik onderschrijf de constatering van de commissie dat de P&O-gerelateerde maatregelen uit het Beleidsplan voortvarend moeten worden uitgevoerd. Daar waar de maatregelen gericht op het veranderen van de organisatiestructuur, de operationele taakuitvoering en de bedrijfsvoering voor een groot deel zijn genomen, moet op het gebied van werkbeleving en zingeving nog veel werk worden verzet. Defensie streeft er naar om eind 2010 het veranderingsproces af te ronden.

Externe aansturing

De commissie constateert dat afspraken over de aansturing en financiering van de marechaussee hebben gezorgd voor een aanzienlijke verbetering van de samenwerking tussen de beleidsverantwoordelijke departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Defensie en de marechaussee. Het door de marechaussee ontwikkelde capaciteitsmanagementsysteem en de Blauwdruk Aansturing Marechaussee hebben hier een belangrijke bijdrage aan geleverd.

Een kritische noot van de commissie is dat de aansturing nu te veel gericht is op de bij de marechaussee beschikbare capaciteiten en te weinig inspringt op veranderingen in de behoefte (de maatschappelijke vraag). De hierboven genoemde afspraken bieden voldoende basis om hier verbetering in aan te brengen.

Interne aansturing

Zoals de commissie heeft geconstateerd is de interne aansturing van de marechaussee verbeterd en vervult het ministerie van Defensie een onmisbare rol als Korpsbeheerder. De in het Beleidsplan KMar 2010 aangekondigde maatregelen zijn grotendeels doorgevoerd en hebben ertoe geleid dat de afstand tussen beleid en uitvoering is verkleind. De commissie constateert terecht dat consistent moet worden vastgehouden aan de gemaakte afspraken over de interne aansturing en de verankering van de marechaussee in de defensieorganisatie.

Ik ondersteun de aanbeveling van de commissie dat de gewenste flexibiliteit van de marechaussee moet worden gewaarborgd. Het is van belang dat het besturingsconcept (zoals vastgelegd in het Beleidsplan KMar 2010), binnen de defensiekaders, volledig wordt doorgevoerd. Bovendien moet zeker worden gesteld dat alle niveaus binnen de marechaussee in staat worden gesteld om op een juiste manier invulling te geven aan de verantwoordelijkheden.

Werkbeleving en zingeving

Naar aanleiding van de bevindingen van de commissie zal ook extra aandacht worden besteed aan de werkbeleving en zingeving van medewerkers. Hoewel opgemerkt wordt dat een ingrijpende cultuurverandering veel tijd vergt, is er sprake is van een duidelijke verbetering. Een deel van de medewerkers blijft de werkdruk nog altijd als laag ervaren. Door de marechaussee zijn de afgelopen jaren maatregelen genomen om door een flexibele en bredere invulling van de werkzaamheden de werkbeleving en de resultaten te verbeteren. Ook de komende jaren zal bekeken worden hoe de marechaussee de effectiviteit van de taakuitvoering kan vergroten door meer afwisseling in het werk door te voeren.

Personeelsbeleid

Op het gebied van personeel en organisatie moet een extra impuls worden gegeven aan de uitvoering van de aangekondigde maatregelen. De achterstand die op dit terrein is opgelopen wordt deels veroorzaakt door de defensiebrede reorganisatie van de P&O-organisatie. Om de door de commissie voorgestelde maatregelen door te kunnen voeren zal extra capaciteit beschikbaar worden gesteld. Dit moet bijdragen aan het succesvol en tijdig invoeren van competentiemanagement, loopbaanbeleid, loopbaanbegeleiding en management development.

Voor de marechaussee is het van groot belang dat, binnen het Defensiebrede personeelsbeleid, waar mogelijk maatwerk geleverd wordt. Het personeelsbeleid voor de marechaussee moet beter aansluiten bij de politietaken die zij vervult. De invoering van het Flexibel Personeelsysteem (FPS) is volop gaande en zal ruimte bieden voor voldoende maatwerk.

Integriteit

Naar aanleiding van het ontslag in 2007 van 54 medewerkers van de marechaussee als gevolg van schendingen van interne integriteitregels, heb ik de Kamer toegezegd om bij de aanbieding van de externe evaluatie aandacht aan het thema integriteit te besteden. Voor Defensie blijft een strikte naleving van de integriteitregels van elementair belang. Het aantal ontslagen als gevolg van schending van integriteitregels bij de marechaussee is in 2008 gedaald (naar 17). Met commandanten zijn afspraken gemaakt om te zorgen dat dit onderwerp voortdurend onder de aandacht blijft. Het beleid is niet gewijzigd.

Personeel Schiphol

In het rapport van de commissie wordt op verschillende plaatsen aandacht geschonken aan de personeelsproblematiek Brigade Grensbewaking Schiphol. Ik hecht eraan de huidige stand van zaken in perspectief te plaatsen. In mijn brief van 8 april 2008 (Kamerstuk 30 176, nr. 12) heb ik u geïnformeerd over de maatregelen om de personeelsproblematiek Schiphol op te lossen. Door een aantal tijdelijke maatregelen is de Brigade Grensbewaking Schiphol nu op sterkte. Recent zijn afspraken gemaakt om de vullingproblematiek per 1 mei 2009 door middel van plaatsingen structureel op te lossen. Daarnaast is een groot aantal maatregelen getroffen om het werken bij het District KMar Schiphol aantrekkelijker te maken.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven