30 175
Besluit luchtkwaliteit 2005

nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2010

Tijdens het Algemeen Overleg dat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 10 november 2009 (30 373, nr. 38) had met de vaste Commissie voor VROM, heeft het lid Boelhouwer de minister van VROM aangesproken over de emissies van schepen die voor de kust stilliggen. Hij verzocht de minister van VROM na te gaan welke juridische mogelijkheden er zijn om in die situatie schepen te verplichten schone brandstof te gebruiken. Middels deze brief geef ik als verantwoordelijk bewindspersoon antwoord op deze vraag.

Voor de Nederlandse kust liggen thans gemiddeld ongeveer 40 à 50 schepen stil. De voornaamste ankerplaatsen bevinden zich bij Hoek van Holland, voor de kust van Scheveningen en bij IJmuiden. De belangrijkste reden van het stilliggen is dat deze schepen wachten op een ligplaats in de haven; enkele zijn semi-opgelegd of wachten op waardestijging van hun lading.

Op grond van de internationale regelgeving die de komende jaren van kracht wordt, zullen de zwavelnormen voor scheepsbrandstof en de stikstofoxiden-emissienormen voor scheepsmotoren in de nabije toekomst substantieel scherper worden. Gevolg is dat de luchtverontreiniging door zeeschepen op de Noordzee zal verminderen. Dit geldt ook voor de emissies door schepen die stilliggen in de Nederlandse territoriale wateren. In de bijlage1 bij deze brief heb ik deze positieve ontwikkeling voor u op een rijtje gezet.

Gelet hierop acht ik het niet nodig om, in aanvulling op de aangescherpte internationale regelgeving, over te gaan tot nationale regelgeving die geldig is voor schepen die stilliggen voor de Nederlandse kust. Dit mede gelet op het feit dat Nederland in de International Maritime Organization bij voortduring uitdraagt dat voor een internationale bedrijfstak als de zeevaart met name internationale regelgeving nodig is.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven