nr. 56
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2008
Met veel genoegen bied ik u hierbij twee documenten aan1 met grote relevantie voor de aanpak van de luchtkwaliteitsproblematiek.
In de eerste plaats het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
(NSL). Dit plan is als kabinetsstandpunt vastgesteld en wordt begin juli met
het derogatieverzoek naar de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgestuurd.
Dit is nodig omdat Nederland niet overal tijdig kan voldoen aan de Europese
grenswaarden voor fijn stof (PM10) en dit naar verwachting ook
niet kan voor de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2). Met derogatie
is dat wel mogelijk.
De onlangs in werking getreden Richtlijn 2008/50/EG biedt de mogelijkheid
van derogatie. Daarvoor moet met een luchtkwaliteitsplan overtuigend worden
aangetoont dat door dat plan wel overal en tijdig (met het uitstel) de grenswaarden
worden bereikt. Het NSL is dit luchtkwaliteitsplan. En het NSL laat overtuigend
zien dat Nederland door een gezamenlijke krachtsinspanning van alle NSL-partners
in staat is om, na verkregen derogatie, overal en tijdig te voldoen aan de
grenswaarden voor fijn stof (voor medio 2011) en voor stikstofdioxide (voor
2015). Het is nu aan de Europese Commissie om dit luchtkwaliteitplan te beoordelen.
Deze beoordeling vergt ten hoogste negen maanden.
Ik verwacht derhalve, uitgaande van een goede afloop, dat het NSL in het
voorjaar van 2009 definitief kan worden vastgesteld envan kracht zal worden.
Met een totaal budget van bijna 2 miljard euro investeren de gezamenlijke
overheden fors in het verbeteren van de luchtkwaliteit. De volksgezondheid
is daarmee nadrukkelijk gediend. Ook ontstaat daarmee ruimte voor het ontwikkelen
van belangrijke ruimtelijke projecten. De vroegere directe koppeling van ruimtelijke
besluiten aan grenswaarden is dan volledig vervangen door een programmatoets.
Het NSL vormt voor het aspect luchtkwaliteit een onmisbare oplossing voor
veel van de door de Commissie Elverding (en door het kabinet onderschreven)
gesignaleerde problemen in de besluitvormingsprocedure voor infrastructuurprojecten. Hierover heb ik op 9 en 12 juni jongstleden reeds met de vaste
commissie van VROM gesproken.
Ik wijs u er op dat ik de «wachttijd» voor de beoordeling
van het derogatieverzoek benut om het NSL tevens ter inzage te leggen in de
periode september-oktober. U zult geïnformeerd worden over de uitkomsten
van de inspraak, alsmede over mijn reactie daarop in de zogenaamde nota van
antwoord.
Ik wil dit NSL graag met de beide Kamers bespreken. Ik verneem graag van
u wanneer dit het geval kan zijn.
Eind dit jaar zullen de meest recente luchtkwaliteitgegevens (GCN-kaarten
2008) zijn verwerkt in de zogenaamde saneringstool. Deze tool zal na het van
kracht worden van het NSL worden ingezet als monitoringstool voor de jaarlijkse
monitoring van het NSL. In het voorjaar van 2009 zullen de reacties uit de
inspraak, de consultatie met beide Kamers, alsmede de nieuwe data, worden
verwerkt in het definitieve NSL. Dit zal worden vastgesteld zodra vaststaat
dat de Europese Commissie geen bezwaar heeft tegen toepassing van derogatie
door Nederland.
In de tweede plaats stuur ik u ter kennisneming de Nederlandse vertaling
van de op 11 juni jongstleden gepubliceerde Richtlijn 2008/50/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit
en schonere lucht voor Europa. Met de publicatie in het Publicatieblad van
de Europese Unie (Pb EG L152) is deze richtlijn nu voor alle lidstaten in
werking getreden. De richtlijn verschaft daarmee sinds 11 juni de mogelijkheid
voor lidstaten om de Europese Commissie van het voornemen tot toepassing van
derogatie in kennis te stellen. Met de toezending van de kennisgeving en het
NSL naar Brussel is Nederland het eerste land dat van deze mogelijkheid gebruik
maakt. Een betere timing had ik niet kunnen wensen. Naar verwachting zal een
flink aantal andere lidstaten ook derogatie aanvragen.
Ik ben reeds vergevorderd met de implementatie van de relevante onderdelen
van de richtlijn in de nationale wetgeving. Naar verwachting zal de indiening
van het betreffende wetsvoorstel nog deze zomer plaatsvinden. Een spoedige
behandeling van het implementatiewetsvoorstel in het parlement stel ik zeer
op prijs.
Ik wens u een mooi zomerreces en ik kijk uit naar een goede gedachtenwisseling
met u over het NSL.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer