30 175
Besluit luchtkwaliteit 2005

nr. 56
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2008

Met veel genoegen bied ik u hierbij twee documenten aan1 met grote relevantie voor de aanpak van de luchtkwaliteitsproblematiek.

In de eerste plaats het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Dit plan is als kabinetsstandpunt vastgesteld en wordt begin juli met het derogatieverzoek naar de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgestuurd. Dit is nodig omdat Nederland niet overal tijdig kan voldoen aan de Europese grenswaarden voor fijn stof (PM10) en dit naar verwachting ook niet kan voor de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2). Met derogatie is dat wel mogelijk.

De onlangs in werking getreden Richtlijn 2008/50/EG biedt de mogelijkheid van derogatie. Daarvoor moet met een luchtkwaliteitsplan overtuigend worden aangetoont dat door dat plan wel overal en tijdig (met het uitstel) de grenswaarden worden bereikt. Het NSL is dit luchtkwaliteitsplan. En het NSL laat overtuigend zien dat Nederland door een gezamenlijke krachtsinspanning van alle NSL-partners in staat is om, na verkregen derogatie, overal en tijdig te voldoen aan de grenswaarden voor fijn stof (voor medio 2011) en voor stikstofdioxide (voor 2015). Het is nu aan de Europese Commissie om dit luchtkwaliteitplan te beoordelen. Deze beoordeling vergt ten hoogste negen maanden.

Ik verwacht derhalve, uitgaande van een goede afloop, dat het NSL in het voorjaar van 2009 definitief kan worden vastgesteld envan kracht zal worden.

Met een totaal budget van bijna 2 miljard euro investeren de gezamenlijke overheden fors in het verbeteren van de luchtkwaliteit. De volksgezondheid is daarmee nadrukkelijk gediend. Ook ontstaat daarmee ruimte voor het ontwikkelen van belangrijke ruimtelijke projecten. De vroegere directe koppeling van ruimtelijke besluiten aan grenswaarden is dan volledig vervangen door een programmatoets. Het NSL vormt voor het aspect luchtkwaliteit een onmisbare oplossing voor veel van de door de Commissie Elverding (en door het kabinet onderschreven) gesignaleerde problemen in de besluitvormingsprocedure voor infrastructuurprojecten. Hierover heb ik op 9 en 12 juni jongstleden reeds met de vaste commissie van VROM gesproken.

Ik wijs u er op dat ik de «wachttijd» voor de beoordeling van het derogatieverzoek benut om het NSL tevens ter inzage te leggen in de periode september-oktober. U zult geïnformeerd worden over de uitkomsten van de inspraak, alsmede over mijn reactie daarop in de zogenaamde nota van antwoord.

Ik wil dit NSL graag met de beide Kamers bespreken. Ik verneem graag van u wanneer dit het geval kan zijn.

Eind dit jaar zullen de meest recente luchtkwaliteitgegevens (GCN-kaarten 2008) zijn verwerkt in de zogenaamde saneringstool. Deze tool zal na het van kracht worden van het NSL worden ingezet als monitoringstool voor de jaarlijkse monitoring van het NSL. In het voorjaar van 2009 zullen de reacties uit de inspraak, de consultatie met beide Kamers, alsmede de nieuwe data, worden verwerkt in het definitieve NSL. Dit zal worden vastgesteld zodra vaststaat dat de Europese Commissie geen bezwaar heeft tegen toepassing van derogatie door Nederland.

In de tweede plaats stuur ik u ter kennisneming de Nederlandse vertaling van de op 11 juni jongstleden gepubliceerde Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Met de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie (Pb EG L152) is deze richtlijn nu voor alle lidstaten in werking getreden. De richtlijn verschaft daarmee sinds 11 juni de mogelijkheid voor lidstaten om de Europese Commissie van het voornemen tot toepassing van derogatie in kennis te stellen. Met de toezending van de kennisgeving en het NSL naar Brussel is Nederland het eerste land dat van deze mogelijkheid gebruik maakt. Een betere timing had ik niet kunnen wensen. Naar verwachting zal een flink aantal andere lidstaten ook derogatie aanvragen.

Ik ben reeds vergevorderd met de implementatie van de relevante onderdelen van de richtlijn in de nationale wetgeving. Naar verwachting zal de indiening van het betreffende wetsvoorstel nog deze zomer plaatsvinden. Een spoedige behandeling van het implementatiewetsvoorstel in het parlement stel ik zeer op prijs.

Ik wens u een mooi zomerreces en ik kijk uit naar een goede gedachtenwisseling met u over het NSL.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven