30 175 Luchtkwaliteit

31 305 Mobiliteitsbeleid

Nr. 460 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2024

Op 13 februari jl. ontving het kabinet het verzoek om te reageren op de motie Van Houwelingen1 die uitspreekt dat het onwenselijk is om brandstofauto’s voor 2040 op te nemen in de regels omtrent zero-emissiezones.

Hierbij ontvangt uw Kamer deze brief. Gelet op het feit dat het een motie betreft waarbij de Kamer een uitspraak doet in plaats van een verzoek aan het kabinet, zit er geen opdracht voor het kabinet in. Een dergelijke motie wordt daarmee ook niet van een appreciatie voorzien. Om te voldoen aan het verzoek van uw Kamer om te reageren op de motie wil ik u informeren over de huidige stand van zaken ten aanzien van het opnemen van brandstofauto’s voor 2040 in de regels omtrent zero-emissiezones

Gemeenten hebben de mogelijkheid om vanaf 1 januari 2025 een zero-emissiezone in te voeren voor stadslogistiek (bestel- en vrachtauto’s). Voor personenauto’s die rijden op fossiele brandstof (brandstofauto’s) is die geharmoniseerde mogelijkheid er op dit moment niet. Bij de Voorjaarsnota-besluitvorming over het klimaatpakket is besloten om brandstofauto’s (in ieder geval voor 2030) niet toe te voegen aan het regime van zero-emissiezones2. Opvolging op de aanbeveling zoals opgenomen in het APPM-rapport «toekomstbeeld stedelijke zonering»3 om brandstofauto’s per 2030 toe te voegen aan het toegangsregime voor zero-emissiezones wordt overgelaten aan een volgend kabinet.

Zoals eind januari aan uw Kamer gemeld is het, met het oog op harmonisatie, van groot belang om het «Ontwerpbesluit wijziging RVV nul-emissiezone taxi en nieuw verkeersbord milieuzone en nul-emissiezone4» alsnog te behandelen. We krijgen signalen binnen van gemeenten die ieder naar een eigen oplossing zoeken om milieu- en nul-emissiezones naast elkaar te laten bestaan.

Dit zal tot verwarring leiden bij ondernemers.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 31 305, nr. 442.

X Noot
2

Kamerstuk 30 175, nr. 449.

X Noot
3

Onderzoeksrapport «Toekomstbeeld stedelijke zonering».

X Noot
4

Kamerstuk 31 209, nr. 248.

Naar boven