30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 396 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2022

In 2017 heeft het voormalig Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan het RIVM opdracht gegeven tot een onderzoeksprogramma naar de gezondheidsrisico’s van ultrafijn stof uit de luchtvaart. De onderzoekslocatie is de omgeving van Schiphol. RIVM kijkt naar de blootstelling van omwonenden en het effect hiervan op hun gezondheid.

De opdracht is destijds gegeven, omdat er weinig bekend was en is over de gezondheidseffecten van ultrafijn stof en het ministerie het belangrijk en urgent vindt dat de gezondheid van omwonenden wordt beschermd.

Uw Kamer is steeds geïnformeerd over de voortgang en (tussen)resultaten van het onderzoeksprogramma.

De eindrapportage van het onderzoeksprogramma was voorzien in het eerste kwartaal van 2022. Het RIVM heeft mij laten weten dat meer tijd nodig is en dat het eindrapport in het tweede kwartaal van 2022 zal worden opgeleverd.

De redenen hiervoor zijn:

• Binnen het onderzoekprogramma is een internationale Wetenschappelijke Advies Commissie (WAC) geformeerd. In december 2021 zijn de voorlopige resultaten van het onderzoek naar de lange termijn blootstelling aan ultrafijn stof voorgelegd aan die WAC. In overleg met de WAC is besloten om nog een aantal stappen uit te voeren, waardoor de verschillende resultaten beter kunnen worden geduid. Die stappen vinden momenteel plaats en de resultaten daarvan legt het RIVM nogmaals voor aan de WAC.

• Het RIVM-rekenmodel voor het berekenen van de concentraties van ultrafijn stof van vliegtuigen in het onderzoek is recent verfijnd. Dit vraagt om aanpassing van tabellen, figuren en teksten in rapporten.

Gelijktijdig met het versturen van deze Kamerbrief, wordt het Lokaal Uitvoeringsoverleg (LUO) door het RIVM geïnformeerd.

Het LUO fungeert als begeleidingscommissie/klankbordgroep, waarin alle bij Schiphol betrokken partijen zijn vertegenwoordigd (zoals omwonenden, sector, GGD en overheden).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers