30 175 Besluit luchtkwaliteit 2005

Nr. 125 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2011

Naar aanleiding van mijn toezegging aan uw Kamer gedaan te hebben tijdens het VAO van 8 september jl. (Handelingen II; 2010/11, nr. 104) over het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteit scholen), bied ik u hierbij aan het onderzoeksrapport van het RIVM «Het effect van vegetatie op de luchtkwaliteit» (nr. M680705019/2011).1

Dit rapport is een actualisatie van het RIVM-rapport over hetzelfde onderwerp dat de toenmalige minister van VROM u in 2008 heeft doen toekomen. Op het moment van uitbrengen van dat rapport liepen nog verschillende (grootschalige) onderzoeken naar effecten van groen langs snelwegen. De resultaten van deze studies en van andere nadien nog verschenen onderzoeken zijn in dit nieuwe rapport verwerkt.

Op basis van alle nu beschikbare informatie concludeert het RIVM (samen met de GGD Amsterdam) opnieuw dat vegetatie de luchtkwaliteit in een stad niet significant kan verbeteren en die zelfs kan verslechteren. Door de aanwezigheid van vegetatie in of langs straten neemt de windsnelheid en daarmee de ventilatie in de straat af. Dit heeft tot gevolg dat de door het verkeer uitgestoten stoffen minder worden verspreid en dus de concentraties van die stoffen ter plaatse omhoog gaan.

Dit alles laat natuurlijk onverlet dat vegetatie (planten en bomen) over het algemeen voor een prettige leefomgeving zorgt en daardoor een positief effect heeft op het welbevinden van mensen en dus ook op hun gezondheid.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven