nr. 6
VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN
DE RAAD VAN STATE
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het
correctief referendum;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in de artikelen II tot en met V omschreven
voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
A
In artikel 81 van de Grondwet wordt na «gezamenlijk» ingevoegd:
behoudens de mogelijkheid van een referendum met toepassing van § 1A.
B
Na § 1 van hoofdstuk 5 van de Grondwet wordt een nieuwe paragraaf
ingevoegd, luidende:
§ 1A. Referendum
Artikel 89a
1. Een voorstel van wet dat door de Staten-Generaal is aangenomen,
wordt aan een referendum onder de in artikel 54 bedoelde kiesgerechtigden
onderworpen, indien na een inleidend verzoek van een bij de wet te bepalen
aantal kiesgerechtigden een bij de wet te bepalen aantal kiesgerechtigden
daartoe de wens kenbaar heeft gemaakt. De kamers kunnen een voorstel van wet
terzake van het vereiste aantal kiesgerechtigden alleen aannemen met ten minste
twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
2. Aan het inleidend verzoek wordt geen gevolg gegeven, indien de
Koning de Staten-Generaal kennis heeft gegeven van zijn besluit waarbij aan
het voorstel de bekrachtiging is onthouden.
Artikel 89b
Niet aan een referendum kunnen worden onderworpen:
a. voorstellen van wet inzake het koningschap;
b. voorstellen van wet inzake het koninklijk huis;
c. voorstellen van wet inzake de begroting, bedoeld in artikel 105,
eerste lid;
d. voorstellen van wet die uitsluitend strekken tot uitvoering van
verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties;
e. voorstellen van rijkswet, behoudens voorstellen van rijkswet tot
goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland
gelden.
Artikel 89c
De bekrachtiging van een voorstel van wet kan eerst plaatsvinden nadat
over dit voorstel een referendum is gehouden of nadat is komen vast te staan
dat daarover geen referendum wordt gehouden.
Artikel 89d
1. Indien bij het referendum een meerderheid zich tegen het voorstel
van wet uitspreekt en deze meerderheid een bij de wet te bepalen deel omvat
van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen, vervalt het
voorstel van rechtswege.
2. Indien bij het referendum niet een meerderheid die het in het
eerste lid bedoelde deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum
deel te nemen, zich tegen het voorstel van wet uitspreekt, wordt het voorstel
terstond bekrachtigd.
3. De kamers kunnen een voorstel van wet terzake van het vereiste
deel van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen alleen
aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
Artikel 89e
1. Indien de bekrachtiging van een voorstel van wet geen uitstel
kan lijden, kan, mits het voorstel dit bepaalt, de bekrachtiging terstond
plaatsvinden nadat de Staten-Generaal het voorstel hebben aangenomen. Het
tot wet geworden voorstel kan overeenkomstig de artikelen 89a en 89b aan een
referendum worden onderworpen.
2. Indien bij het referendum een meerderheid als bedoeld in artikel
89d, eerste lid, zich tegen de wet uitspreekt, vervalt de wet van rechtswege.
De wet regelt de gevolgen hiervan.
Artikel 89f
Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op de goedkeuring die
stilzwijgend is verleend aan verdragen.
Artikel 89g
Alles wat verder het referendum betreft, wordt bij de wet geregeld.
ARTIKEL III
Na artikel 128 van de Grondwet wordt een nieuw artikel toegevoegd, dat
luidt:
Artikel 128a
1. Behoudens bij of krachtens de wet te stellen uitzonderingen, worden
besluiten, houdende algemeen verbindende voorschriften, die door provinciale
staten of de gemeenteraad zijn genomen, en andere bij of krachtens de wet
aan te wijzen besluiten van provinciale staten of de gemeenteraad aan een
beslissend referendum onderworpen onder de in de artikelen 129 en 130 bedoelde
kiesgerechtigden voor provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad,
indien een bij de wet te bepalen aantal van deze kiesgerechtigden daartoe
de wens kenbaar maakt, een en ander volgens bij of krachtens de wet te stellen
regels.
2. Indien bij het referendum een meerderheid zich tegen het besluit
van provinciale staten of de gemeenteraad uitspreekt en deze meerderheid een
bij wet te bepalen deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum
deel te nemen, vervalt het besluit van rechtswege.
ARTIKEL IV
Aan artikel 137 van de Grondwet wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:
6. Een voorstel tot verandering in de Grondwet kan alleen aan een
referendum worden onderworpen nadat het door de Staten-Generaal in tweede
lezing is aangenomen.
ARTIKEL V
Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:
ARTIKEL XXXI
De wijziging in artikel 81 alsmede de artikelen 89a tot en met 89g, 128a
en 137, zesde lid, treden eerst na vijf jaren of op een bij of krachtens de
wet te bepalen eerder tijdstip in werking. Deze termijn kan bij de wet voor
ten hoogste vijf jaren worden verlengd. Het tijdstip van inwerkingtreding
kan voor de artikelen 89a tot en met 89g en 137, zesde lid, anders worden
vastgesteld dan voor artikel 128a.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,