30 173
Wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID VAN MILTENBURG

Ontvangen 19 april 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt na «continentaal plat» ingevoegd: , alsmede het strafbaar stellen van het aanbrengen van tatoeages of het plaatsen van piercings bij een persoon die de leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt.

II

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd luidende:

ARTIKEL Ia

In het Wetboek van Strafrecht wordt na artikel 427 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 427bis

Het aanbrengen van tatoeages of het plaatsen van piercings bij een persoon die de leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt wordt gestraft met een geldboete van de derde categorie, tenzij deze persoon de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt en wordt vergezeld van een wettelijk vertegenwoordiger

Toelichting

In de praktijk blijkt dat kinderen onder de 16 jaar, zonder toestemming van hun ouders of voogd, een tatoeage of een piercing kunnen laten plaatsen. De indiener vindt dit onwenselijk. Met dit amendement wordt het strafbaar om een tatoeage te plaatsen of een piercing te zetten bijkinderen jonger dan zestien jaar, tenzij de ouders of voogd hierbij aanwezig zijn. Dit wordt geregeld in het Wetboek van Strafrecht.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt aan het opschrift toegevoegd: alsmede het strafbaar stellen van het tatoeëren en het piercen van personen onder de 16 jaar in het Wetboek van Strafrecht.

Van Miltenburg