30 170
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de voorschriften inzake educatie, splitsing van instellingen en vaststelling ondergrens aan de bekostiging deeltijdse beroepsopleidingen

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 december 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel E, komt te luiden:

E

Artikel 7.3.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden: de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II, niveaus B1 en B2 van het Raamwerk NT2, die opleiden voor het niveau van het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal,.

2. Onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel e wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. de opleidingen Nederlands als tweede taal, niveaus A1 en A2 van het Raamwerk NT2, en.

B

In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel Ea, een onderdeel Eb en een onderdeel Ec toegevoegd, luidende:

Ea

Artikel 7.3.2, eerste en tweede lid, komt te luiden:

1.  De opleiding Nederlands als tweede taal I is gericht op de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het volgen van opleidingen of de uitoefening van functies op het niveau van een vakopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel c, door hen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die ten minste het niveau van het primair onderwijs hebben bereikt.

2.  De opleiding Nederlands als tweede taal II is gericht op de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het volgen van opleidingen in het hoger onderwijs en de uitoefening van hogere functies door hen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die wat betreft vooropleiding of werkervaring functioneren op ten minste het niveau van het middenkader.

Eb

In artikel 7.3.3, tweede lid, wordt «artikel 7.3.1, eerste lid, onder b en d» vervangen door: artikel 7.3.1, eerste lid, onder b en e.

Ec

In artikel 7.4.1 wordt «artikel 7.3.1, eerste lid, onder b en d» vervangen door: artikel 7.3.1, eerste lid, onder b en e.

C

In artikel I wordt na onderdeel F een onderdeel Fa toegevoegd, luidende:

Fa

In artikel 8.1.1, zesde lid, wordt na de eerste volzin een nieuwe volzin ingevoegd, luidende: De toelating tot de opleidingen educatie, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdelen c en d, staat uitsluitend open voor volwassenen die geen inburgeringsplichtigen zijn in de zin van artikel 1 van de Wet inburgering.

D

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

1. Artikel I, onderdelen A, D, E, Ea, Eb, Ec en F, van deze wet treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

2. Artikel I, onderdeel B, van deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 2006.

3. Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 2005 ingediende voorstel van wet houdende regels inzake inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering) (Kamerstukken II 2004/05, 30 308, nr. 2) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt artikel I, onderdelen C en Fa, van deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Toelichting

Deze nota van wijziging is een gevolg van de nota naar aanleiding van het verslag bij dit wetsvoorstel.

De toelichting bij deze nota van wijziging onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Onderdeel A

Als gevolg van de beleidsvoornemens van het kabinet Balkenende II over het nieuwe inburgeringsbeleid is besloten de educatiemiddelen die door gemeenten worden ingezet voor de NT2-opleidingen op de niveaus 1 en 2, de voor inburgering relevante niveaus, structureel over te hevelen naar het ministerie van Justitie. Deze voorgenomen overheveling impliceerde dat deze opleidingen geen deel meer uitmaken van de educatie in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web). De G4/G27, de VNG en ook de Tweede Kamer hebben aangegeven dat niet-inburgeringsplichtigen hierdoor noch op grond van de Wet inburgering noch op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs een aanbod NT2 op die niveaus meer kunnen krijgen. Daarom is besloten om de NT2-opleidingen te handhaven onder de educatie maar dan uitsluitend voor niet-inburgeringsplichtigen.

Bij de inwerkingtreding van de Wet inburgering wordt aan een groep personen een inburgeringsplicht opgelegd. Hoofdstuk 2 van deze wet vermeldt welke personen inburgeringsplichtig zijn. Gemeenten kunnen door bovengenoemd kabinetsbesluit aan allochtonen die niet onder deze inburgeringsplicht vallen, via de educatie een NT2-opleiding blijven aanbieden. In deze nota van wijziging wordt dit geregeld.

Niveaubeschrijvingen

Tot op heden werden voor de opleidingen Nederlands als tweede taal de niveaubeschrijvingen gehanteerd van het Referentiekader NT2.

Het Referentiekader NT2 is op verzoek van de toenmalige Minister van OCW Ritzen opgesteld door de Programma-eenheid Rendement Volwasseneneducatie (Prove). Dit Referentiekader beschrijft in een logische ordening de vijf beheersingsniveaus voor de opleidingen NT2.

De (beheersings) niveaus 1 en 2 van de opleidingen Nederlands als tweede taal van het Referentiekader NT2 zijn vastgesteld met de Regeling eindtermen breed maatschappelijk functioneren en sociale redzaamheid (Uitleg OCenW-regelingen,1997, nr. 1). De opleidingen Nederlands als tweede taal I en II komen overeen met niveau 3 respectievelijk niveau 4 van het Referentiekader NT2 en kunnen worden afgesloten met een staatsexamen Nederlands als tweede taal. De eindtermen hiervoor zijn vastgesteld en gepubliceerd in Uitleg OCenW-regelingen, 1995, nr. 31a. Niveau 5 van het Referentiekader geeft aan dat iemand de Nederlandse taal vloeiend en bijna accentloos beheerst.

Raamwerk NT2

Op verzoek van voormalig Minister van OCW Hermans heeft het Centrum voor innovatie van opleidingen (CINOP) in samenwerking met een aantal andere actoren, waaronder de Bve Raad, in 2002 het (Europees) Raamwerk NT2 ontwikkeld. Dit Raamwerk is gebaseerd op het Common European Framework of Reference for Languages (CEF), zoals in 2001 vastgesteld door de Raad van Europa. Het voordeel van een Europees Raamwerk is dat het door de betrokkene behaalde niveau ook buiten Nederland op zijn waarde kan worden geschat. Gelet op de ontwikkelingen rond de eenwording van Europa ligt het voor de hand de niveaus van het Raamwerk te hanteren. Een vergelijking van de «oude» niveaus van het Referentiekader NT2 met de niveaus van het Raamwerk NT2 geeft de volgende resultaten: niveau 1 is vergelijkbaar met niveau A1, niveau 2 is vergelijkbaar met niveau A2, niveau 3 is vergelijkbaar met niveau B1, niveau 4 is vergelijkbaar met niveau B2 en niveau 5 is vergelijkbaar met niveau C1.

Opleidingen educatie (artikel 7.3.1 Web)

In verband met het handhaven van de NT2-opleidingen, niveaus 1 en 2, onder de educatie uitsluitend voor niet-inburgeringsplichtigen is ervoor gekozen meer duidelijkheid te geven over de opleidingen Nederlands als tweede taal. In het huidige artikel 7.3.1 worden de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II als aparte opleidingen educatie genoemd. De opleidingen Nederlands als tweede taal op de lagere niveaus (1 en 2) zijn onderdeel van de opleidingen gericht op sociale redzaamheid. In de praktijk blijkt dit onderscheid onduidelijk. Daarom wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt de NT2-opleidingen, niveaus 1 en 2, niet langer onderdeel te laten zijn van sociale redzaamheid, maar in artikel 7.3.1 als aparte educatieactiviteit op te nemen. Tevens is de gelegenheid benut om de niveaus van de NT2-opleidingen aan te passen aan de niveaus van het Raamwerk NT2 (zie ook hiervoor).

In artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, zijn de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II opgenomen. Deze opleidingen bevinden zich op niveau B1 respectievelijk B2 van het Raamwerk NT2 (dit waren de niveaus 3 en 4 van het Referentiekader NT2). Deze opleidingen kunnen worden afgesloten met een staatsexamen.

Aan artikel 7.3.1, eerste lid, is een nieuw onderdeel d toegevoegd waarin de opleidingen Nederlands als tweede taal op de niveaus A1 en A2 van het Raamwerk NT2 zijn opgenomen (dit waren de niveaus 1 en 2 van het Referentiekader NT2).

De andere opleidingen gericht op sociale redzaamheid zijn verletterd tot onderdeel e van het eerste lid van artikel 7.3.1.

Onderdeel B

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 7.3.2 in overeenstemming te brengen met artikel 2 van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal (Stb. 2005, 582).

Hiermee worden de omschrijvingen van de doelgroep en de niveaus voor de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II verduidelijkt.

De wijziging van de artikelen 7.3.3, tweede lid, en 7.4.1 hangt samen met de verlettering van de onderdelen in artikel 7.3.1, eerste lid (zie hiervoor de toelichting onder Opleidingen educatie (artikel 7.3.1 Web)).

Onderdeel C

In het Wetsvoorstel inburgering is geregeld welke personen onder de inburgeringsplicht vallen. Deze zogenoemde inburgeringsplichtigen kunnen geen opleidingen NT2 meer aangeboden krijgen vanuit de educatiemiddelen, omdat deze middelen zijn overgeheveld naar het ministerie van Justitie (VenI) voor inburgering. Uitsluitend niet-inburgeringsplichtigen mogen toegelaten worden tot NT2-opleidingen educatie, zoals bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdelen c en d. Artikel 8.1.1, zesde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs is hierop aangepast.

Onderdeel D

Het inwerkingtredingsartikel is aangepast aan het voornemen van de regering om de diverse onderdelen van het wetsvoorstel op verschillende tijdstippen in werking te laten treden. Het ligt in de bedoeling van de regering om de bepalingen inzake splitsing van instellingen (onderdeel A van het wetsvoorstel) in werking te laten treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wetsvoorstel wordt geplaatst. Deze bepalingen zijn niet gebonden aan een specifieke inwerkingtredingsdatum aangezien de procedure voor de splitsingsaanvraag en de beslissing daarop niet aan een vaste termijn gebonden zijn.

Ook voor de onderdelen D en F van het wetsvoorstel is voorzien in eenzelfde inwerkingtredingsbepaling als bij de splitsing van instellingen.

Wat betreft onderdeel B van het wetsvoorstel inzake de bepalingen betreffende het vaststellen van de minimumomvang van het in instellingstijd verzorgde onderwijsprogramma van deeltijdse opleidingen is het de bedoeling deze in werking te laten treden met ingang van 1 augustus 2006. Deze bepalingen kunnen pas geëffectueerd worden bij de eerstkomende teldatum, omdat er anders feitelijk sprake zou zijn van terugwerkende kracht. Inmiddels wordt de norm in de praktijk al wel gehanteerd door de meeste instellingen, naar aanleiding van de aankondiging van deze wetswijziging in de Notitie helderheid voor de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.

Onderdeel C van het wetsvoorstel inzake de onderbrenging van educatiegelden in de brede doeluitkering zal conform het verzoek van de G4/G27 en de VNG tegelijkertijd met de Wet Inburgering inwerkingtreden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Rutte

Naar boven