30 169 Mantelzorg

Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2013

Hierbij bied ik u aan mijn beleidsbesluit van 28 mei 2013, nr. BLKB2013/909M (Stcrt. 2013, nr. 14644).

In 2012 zijn er Kamervragen gesteld over de verhoogde vrijstelling van de erfbelasting voor mantelzorgers.1 In de antwoorden is onder meer aangegeven dat ik geen aanleiding zie om met toepassing van de hardheidsclausule af te wijken van de wettelijke bepalingen.

Mede naar aanleiding van de uitspraak van Rechtbank Arnhem op 28 februari 2013, nr. AWB 12/2636, LJN: BZ2247 heb ik inmiddels besloten om bij beleidsbesluit een overgangsregeling te treffen voor de toepassing van de partnerregeling voor mantelzorgers voor de erfbelasting voor de jaren 2010 en 2011. In plaats van de eis dat de verzorger een mantelzorgcompliment heeft genoten in verband met in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van overlijden aan de erflater verleende zorg, is voldoende dat de erflater op het tijdstip van zijn overlijden een CIZ-indicatie voor extramurale hulp had.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II, Vergaderjaar 2011–2012, Aanhangselnummers 3403 en 3404, en Vergaderjaar 2012–2013, Aanhangselnummer 602

Naar boven