30 145
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 oktober 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt na onderdeel S een nieuw onderdeel T opgenomen, luidende:

T

Artikel 400, eerste lid, komt te luiden:

1. Indien een persoon verplicht is levensonderhoud te verstrekken aan twee of meer personen en zijn draagkracht onvoldoende is om dit volledig aan allen te verschaffen, hebben zijn kinderen en stiefkinderen die de leeftijd van een en twintig jaren nog niet hebben bereikt voorrang boven alle andere onderhoudsgerechtigden en hebben zijn echtgenoot, zijn vroegere echtgenoot, zijn geregistreerde partner, zijn vroegere geregistreerde partner, zijn ouders en zijn kinderen en stiefkinderen die de leeftijd van een en twintig jaren hebben bereikt voorrang boven zijn behuwdkinderen en zijn schoonouders.

B

Artikel III vervalt.

Toelichting

Onderdeel A

De in onderdeel T opgenomen voorrangsregel was aanvankelijk onderdeel van het wetsvoorstel herziening kinderalimentatiestelsel dat wordt ingetrokken (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 480, nr. 2 e.v.). De bepaling legt de voorrang vast van de onderhoudsverplichtingen jegens een (stief)kind ten opzichte van andere onderhoudsverplichtingen. In de praktijk wordt van een dergelijke voorrangsregel regelmatig uitgegaan, hoewel daarop in rechte geen beroep kan worden gedaan (zie HR 6 maart 1992, NJ 1992, 358 en HR 25 november 1994, NJ 1995, 286).

Onderdeel B

In verband met het intrekken van het wetsvoorstel herziening kinderalimentatiestelsel kan artikel III vervallen.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven