nr. 21
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel A worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 20, eerste lid, aanhef, vervallen de woorden «of van
een huwelijk».
Ab
In artikel 20a, eerste lid, vervallen de woorden «of van een huwelijk».
2. In onderdeel O, vervalt het vierde lid van Artikel 377a.
B
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A0 wordt in artikel 812, tweede lid (nieuw), «of
artikel 377a, eerste lid» vervangen door: of artikel 377a, tweede lid.
2. In onderdeel A wordt in artikel 815, tweede lid, onderdelen a
en b (nieuw) «ouders» telkens vervangen door: echtgenoten.
C
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL III
De Wet rechten burgerlijke stand wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 4, eerste lid, vervallen de woorden «of van een
huwelijk».
2. In artikel 5, eerste en tweede lid, vervallen telkens de woorden: «of
van een huwelijk.»
Toelichting
Artikel 20, eerste lid, aanhef, en onderdeel b, en artikel 20a, eerste
lid, alsmede de artikelen 4 en 5 Wet rechten burgerlijke stand zijn aangepast
in verband met het vervallen van Afdeling 5 Omzetting van een huwelijk in
een geregistreerd partnerschap, van titel 5.
Artikel 377a, vierde lid, dient te vervallen gelet op de inwerkingtreding
van de Wet van 22 november 2006 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank
en kantonrechter, alsmede van artikel 12 van dat Boek en van artikel 268 van
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Stb. 2006, 589). De wijzigingen
van de artikelen 812, tweede lid (nieuw) en 815, tweede lid (nieuw) betreffen
wijzigingen van redactionele aard.
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin