nr. 19
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BOUCHIBTI TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 17
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel i wordt onderdeel Ba vervangen door:
Ba
Artikel 80c wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan artikel 80c wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:
3. Een geregistreerd partnerschap kan niet met wederzijds goedvinden
als bedoeld in het eerste lid, onder c, worden beëindigd indien de partners:
a. al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer
van hun gezamenlijke kinderen;
b. ingevolge artikel 253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen
over een of meer kinderen.
2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «op verzoek
van één der partners» vervangen door: op verzoek van de
partners of een van hen.
II
In artikel II wordt onderdeel A vervangen door:
A
Artikel 815 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot
het vijfde tot en met het zevende lid worden na het eerste lid drie leden
ingevoegd, luidende:
2. Het verzoekschrift bevat een ouderschapsplan ten aanzien van:
a. hun gezamenlijke minderjarige kinderen over wie de echtgenoten
al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen;
b. de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten ingevolge artikel
253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen.
3. In het ouderschapsplan worden in ieder geval afspraken opgenomen
over:
a. de wijze waarop de echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld
in artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, verdelen of het recht
en de verplichting tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, van Boek
1 van het Burgerlijk Wetboek vormgeven;
b. de wijze waarop de echtgenoten elkaar informatie verschaffen en
raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon
en het vermogen van de minderjarige kinderen;
c. de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen.
4. Het verzoekschrift vermeldt over welke van de gevraagde voorzieningen
overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een
verschil van mening bestaat met de gronden daarvoor. Tevens vermeldt het verzoekschrift
op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan.
2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:
6. Indien het ouderschapsplan, bedoeld in het tweede lid, of de stukken,
bedoeld in het vijfde lid, onderdelen a tot en met c, redelijkerwijs niet
kunnen worden overgelegd, kan worden volstaan met overlegging van andere stukken
of kan op andere wijze daarin worden voorzien, een en ander ter beoordeling
van de rechter.
Toelichting
Met dit amendement wordt de definitie van kinderen voor wie een ouderschapsplan
moet worden opgesteld verduidelijkt. In de huidige omschrijving vallen alle
kinderen die deel uitmaken van het gezin onder het ouderschapsplan. Het gaat
hierbij om gezamenlijke kinderen van wie de echtgenoten beide de ouder zijn
maar bijvoorbeeld ook om kinderen die binnen een lesbische relatie geboren
zijn (ouder/niet-ouder) of kinderen uit een eerdere relatie. Dat heeft tot
gevolg dat echtgenoten/partners die een huwelijk of geregistreerd partnerschap
zijn aangegaan en al een kinderen hebben uit een eerdere relatie, worden verplicht
ook voor deze kinderen afspraken vast te leggen in het ouderschapsplan. Voor
deze laatste groep kinderen vinden wij het niet noodzakelijk dat hiervoor
een ouderschapsplan wordt opgesteld. Om deze reden bewerkstelligt dit amendement
dat de ouder die alleen het gezag uitoefent over zijn of haar kind en van
wie de andere echtgenoot niet de ouder is, ten aanzien van dit kind geen afspraken
behoeft vast te leggen in een ouderschapsplan.
Bouchibti