30 143
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces

nr. 21
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WOLFSEN EN VAN TOORENBURG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 4 december 2007

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 51a, derde lid, laatste volzin, wordt «In daartoe aangewezen gevallen doet hij» vervangen door: In daartoe aangewezen gevallen en in ieder geval indien sprake is van een misdrijf als bedoeld in artikel 51e, vierde lid, doet hij desgevraagd.

Toelichting

Ondergetekenden achten het wenselijk dat de wet zelf tot uitdrukking brengt dat slachtoffers van ernstige misdrijven desgevraagd in kennis zullen worden gesteld van de invrijheidstelling van de verdachte of veroordeelde. Daartoe strekt dan ook dit amendement. Voor wat betreft de gevallen waarin dit recht steeds zal kunnen worden uitgeoefend, ligt het in de rede aansluiting te zoeken bij het criterium voor de uitoefening van het spreekrecht, zoals dat is neergelegd in het voorgestelde artikel 51e, vierde lid. Voor het overige behoudt de Minister van Justitie de vrijheid om bij ministeriële regeling te bepalen in welke gevallen het slachtoffer van andere strafbare feiten recht heeft op informatie over de invrijheidstelling van de verdachten of veroordeelde.

Wolfsen

Van Toorenburg


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.

Naar boven