30 140
Voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van het Reglement van de commissie voor de Verzoekschriften in verband met de invoering van het burgerinitiatief

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID VAN BEEK C.S.

Ontvangen 19 januari 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde (stuk nr. 2) wordt als volgt gewijzigd:

Aan het voorstel wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

III

1. Het Presidium zendt binnen twee jaar en zes maanden na de inwerkingtreding van deze herziening aan de Kamer een verslag over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

2. Burgerinitiatieven die later dan twee jaar na de inwerkingtreding van deze herziening zijn ingezonden worden niet in behandeling genomen. De Kamer kan besluiten dat de eerste volzin vervalt indien het verslag de Kamer aanleiding geeft het burgerinitiatief te continueren.

Toelichting

Dit amendement bevat een horizonbepaling voor het burgerinitiatief. Burgerinitiatieven kunnen gedurende twee jaar na de inwerkingtreding worden ingezonden. De datum van inwerkingtreding is de dag waarop het voorstel tot herziening is aangenomen (artikel 153, vijfde lid, Reglement van Orde). Indien de binnen twee jaar en zes maanden te houden evaluatie ertoe leidt dat het burgerinitiatief wordt voortgezet, kan de Kamer besluiten dat de horizonbepaling vervalt, waarmee het burgerinitiatief dan weer herleeft.

Indien geen besluit van de Kamer tot continuering wordt genomen, dan zullen door middel van een nieuwe wijziging van het Reglement van Orde en van het Reglement van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven de in de tekst aangebrachte wijzigingen weer ongedaan moeten worden gemaakt.

Van Beek

Spies

Van der Staaij

Slob

Naar boven