30 139 Veteranenzorg

Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2024

Met genoegen bied ik u de Veteranennota 2023–2024 aan. Met de Veteranennota blikken we terug op de invulling van het veteranenbeleid door Defensie en partners, met als doel om erkenning en waardering voor onze veteranen te bevorderen en de bijzondere zorg voor veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers en relaties te waarborgen. U ontvangt deze nota op een bijzonder moment: 80 jaar na D-Day. Dankzij de moed en offers van toen zijn generaties opgegroeid in vrijheid. Diezelfde vrijheid staat vandaag de dag in Europa opnieuw onder druk. Het koesteren en beschermen ervan rust op de schouders van een nieuwe generatie.

Het koesteren en beschermen van vrede en vrijheid gaat hand in hand met de erkenning en waardering voor onze veteranen. Daar geven wij als samenleving met elkaar vorm aan. Nederland telt ruim 100.000 veteranen, circa 25.000 van hen in werkelijke dienst. Zij dienden Nederland onder oorlogsomstandigheden of namen deel aan missies ter handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde en verdienen daarvoor erkenning, waardering en indien nodig passende ondersteuning. Dat geldt ook voor het thuisfront, dat tijdens uitzending een eigen missie draait. Ook zij verdienen onze erkenning en waardering.

In 2024 bestaat de Veteranenwet 10 jaar; sinds 2014 is de bijzondere positie van de veteraan verankerd en zijn erkenning, waardering en zorg vaste waarden. Een feestelijke mijlpaal en tegelijkertijd ook een moment om stil te staan bij wat er beter kan. In een snel veranderende wereld is het van belang dat wij onszelf continu de vraag blijven stellen of het Nederlands veteranenbeleid nog voldoende aansluit op de behoeftes van onze veteranen en de verschillende vormen van inzet.

Als geen ander kennen veteranen de waarde van vrede en vrijheid. Wij kunnen veel van hen leren: in de klas, op het werk, als samenleving. Laten we dat ook doen, om weerbaarder te worden.

Een ding is zeker: we hebben iedereen nodig. Dit jaar werd de «Francien de Zeeuwpenning» voor het eerst uitgereikt. Francien de Zeeuw (1922–2015) was een van de eerste vrouwelijke veteranen en een verzetsheld. Deze onderscheiding is een erkenning voor en door de Defensieorganisatie voor pioniers die zich met moed, creativiteit en doorzettingsvermogen inzetten voor een inclusievere en dus sterkere krijgsmacht. Leave no man behind wordt leave no one behind.

Veteranenzorg is een voortdurende missie. In de eerste plaats van Defensie als werkgever, maar ook van de samenleving. De Veteranenombudsman wees er vorig jaar in zijn rapport gemeente, ken uw veteraan! niet voor niets op deze gedeelde verantwoordelijkheid. De afgelopen periode laat zien dat onze veteranen worden gedragen door een groeiend netwerk; te denken valt aan de assistentiehonden van KNGF Geleidehonden en Hulphond Nederland, het KNAK-initiatief voor en door veteranen en aan de goede samenwerking tussen het Nederlands Veteraneninstituut en het Leger des Heils. Deze gedeelde inspanningen gelden ook voor de militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, voor wie in de Eerste Kamer expliciet aandacht is gevraagd tijdens de begrotingsbehandeling van Defensie.

De komende periode zal Defensie in nauwe samenwerking met partners blijven inzetten op passend en innovatief veteranenbeleid en lessen blijven leren en delen met partnerlanden, waaronder Oekraïne.

Het notaoverleg en de begrotingsonderhandeling van vorig jaar, hebben geleid tot een aantal moties, toezeggingen en amendementen waarop u nog een reactie van mij tegoed heeft. Onderstaand informeer ik u graag over de stand van zaken.

Moties

In reactie op de motie van de leden Boswijk (CDA) en Valstar (VVD) over het plaatsen van veroordeelde veteranen in het Militair Penitentiair Centrum (MPC) (Kamerstuk 30 139, nr. 265 van 19 juni 2023), kan ik u de volgende voortgang melden. Defensie is in gesprek met het Ministerie van JenV en met de Dienst Justitiële Instellingen (DJI) om de voorwaarden voor het (op eigen verzoek) kunnen plaatsen van post-actieve veteranen in het MPC te kunnen bepalen en vaststellen. De mogelijkheid om te kunnen afwijken van de voorschriften over voorzieningen zoals beschreven in de Penitentiaire Beginselenwet (PBw), speelt daarbij een rol. Ook zijn Defensie en het Ministerie van JenV gestart met het opstellen van een addendum op het Convenant «huisvesting niet militaire-gedetineerden in Militair Penitentiair Centrum te Stroe», waarin wordt geëxpliciteerd dat post-actieve veteranen op eigen verzoek kunnen worden geplaatst in het MPC. Dit convenant is enkele jaren geleden getekend door Defensie en DJI en voorziet in specifieke afspraken inzake de plaatsing van niet-militaire gedetineerden in het MPC.

Het lid Hammelburg (D66) diende een motie in over het beter in beeld krijgen van veteranen die later PTSS ontwikkelen (Kamerstuk 30 139, nr. 267 van 19 juni 2023). Zoals bekend zet Defensie in samenwerking met het NLVi instrumenten in die inzicht geven in het welzijn van (voormalig) militairen, die zijn gericht op duurzame gezondheid en inzetbaarheid. Ook wordt hier longitudinaal onderzoek naar verricht (dat is onderzoek waarbij metingen worden verricht op twee of meer momenten) en wordt het beleid naar aanleiding van de uitkomsten hiervan doorlopend verbeterd. Naast kwantitatieve en kwalitatieve instrumenten voor medisch bevolkingsonderzoek, heeft de directe persoonlijke omgeving van de veteraan ook een belangrijke signaleringsrol en werkt Defensie er aan om ook bij hen bewustzijn te vergroten. Omdat bekend is dat niet alle veteranen het makkelijk vinden om hulp te zoeken, heeft het NLVi een speciaal team opgezet met als doel om contact te leggen met veteranen die door mensen uit hun sociale omgeving onder de aandacht zijn gebracht. Defensie en het NLVi zullen de inspanningen blijven richten op het zo veel mogelijk verlagen van de drempel tot het zoeken van hulp.

Tijdens het tweeminutendebat Voortgang en evaluatie missies diende het lid Boswijk c.s. een motie over het op passende wijze moderniseren van het decoratiestelsel (Kamerstuk 29 521, nr. 485 van 16 mei 2024) in. Deze motie sluit aan bij de ambitie van Defensie om het decoratiebeleid te moderniseren en meer aan te laten sluiten bij de huidige en toekomstige vormen van inzet. In de Commissie Decoraties Defensie (CDD) wordt dit momenteel verder uitgewerkt.

Toezeggingen

Graag informeer ik u over de wijze waarop de toezeggingen uit het vorige Notaoverleg Veteranen zijn opgevolgd.

a. Aan het lid Boswijk heb ik de toezegging gedaan om in de komende Veteranennota meer te zullen ingaan op de particuliere initiatieven in relatie tot reguliere activiteiten van Defensie en het NLVi met betrekking tot de hulp aan veteranen (TZ202307-074 dd. 19 juni 2023).

In de Veteranennota is dit jaar extra aandacht besteed aan de particuliere initiatieven; ook initiatieven die niet onder de verantwoordelijkheid van het ministerie vallen. Deze particuliere initiatieven zijn allen op een eigen manier belangrijk en dragen bij aan erkenning en waardering, of spelen een rol op het gebied van ondersteuning of zorg voor veteranen. Het illustreert en bekrachtigt de betrokkenheid vanuit de samenleving. Omdat ik met de veteranennota verantwoording afleg over die activiteiten waar Defensie bij betrokken is, blijft het zoeken naar een juiste balans in de weergave van particuliere initiatieven.

b. Aan de leden Piri en Valstar heb ik de toezegging gedaan om in toekomstige Veteranennota’s meer in te gaan op de verschillende deelgroepen van veteranen, mede aan de hand van daarvoor relevant onderzoek vanuit het NLVi (TZ202307-076 van 19 juni 2023).

Het NLVi heeft op basis van onderzoek zeven groepen veteranen geïdentificeerd, die zich onderscheiden op basis van de ervaren invloed van de uitzending op het verdere leven en op de aan- of afwezigheid van problemen vanwege de uitzending. Een visualisatie hiervan vindt u in de Veteranennota. Een uitgebreide beschrijving van de groepen en de verschillen hiertussen kunt u desgewenst vinden op de website van het NLVi. Bij de uitvoering van het veteranenbeleid heeft Defensie aandacht voor de verschillende groepen veteranen; tegelijkertijd is elke veteraan uniek en heeft elke veteraan een eigen verhaal en eigen persoonlijke omstandigheden met daaraan gerelateerde behoeften.

Amendementen

Het amendement dat het lid Boswijk (CDA) indiende over extra steun aan het Veteranen Search Team (VST) heeft er toe geleid dat er vanuit Defensie 150.000 euro beschikbaar is gesteld (Kamerstuk 36 410 X, nr. 40 van 6 februari 2024). Het VST levert een waardevolle bijdrage voor de politie bij het opsporen van vermiste personen. Daarnaast leidt de inzet van het VST tot meer zichtbaarheid van veteranen in de samenleving, hetgeen ook een positief effect heeft op de maatschappelijke erkenning en waardering. Bovendien kunnen veteranen door zich in te zetten voor het VST, hun kennis en competenties inzetten en elkaar ontmoeten. Ik ben blij dat ook andere partners in het veiligheidsdomein dat inzien en waarderen.

Tot slot geeft de Veteranennota een uitgebreid beeld van de inspanningen die het ministerie in nauwe samenwerking met verschillende samenwerkingspartners ontplooit. Ik wil dan ook benadrukken dat ik de betrokkenheid van alle collega’s die zich inzetten voor onze veteranen ontzettend op prijs stel.

De Nederlandse Veteranendag vindt plaats op zaterdag 29 juni. Op die dag kunnen we allemaal onze erkenning en waardering voor al onze veteranen en hun thuisfront extra kracht bijzetten. Zij hebben zich bereid getoond op te staan voor de vrijheid van anderen. Laat het een inspiratie zijn voor ons allen.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

Naar boven