30 139 Veteranenzorg

Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2015

In reactie op het verzoek van de vaste commissie van Defensie van 4 februari jl. ga ik hierbij in op de stand van zaken met betrekking tot de financiering van de nuldelijnsondersteuning voor veteranen.

In mijn brief van 26 januari jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 143) heb ik uw Kamer gemeld dat ik in gesprek was met de stichting Veteranen Platform (VP) en het vfonds over de invulling en financiering van de nuldelijnsondersteuning vanaf 2016. De gesprekken waren constructief met oog voor de verschillende verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.

We zijn overeengekomen dat het VP de integrale regie zal voeren over het landelijk dekkend, genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem. Hiermee is het een systeem van de veteranen zelf. Deze regievoering betreft onder meer de organisatie van de opleidingen en het vaststellen van het aantal benodigde nuldelijnshelpers. Defensie zal met ingang van 2016 voor een periode van drie jaar de organisatie-, opleidings- en inzetkosten financieren. Het vfonds heeft toegezegd de regionale activiteiten voor dezelfde periode financieel te ondersteunen. Hieronder vallen de beschikbaarheid van nuldelijnsondersteuning in de ontmoetingscentra van het zelfstandig opererend samenwerkingsverband van Veteranen Ontmoetingscentra, en de organisatie van regionale bijeenkomsten met nuldelijnshelpers en hulp- en zorgverleners.

Met deze gezamenlijke invulling en financiering is de nuldelijnsondersteuning aan veteranen, militaire dienstslachtoffers en hun relaties door gecertificeerde nuldelijnshelpers met een relevante ervaringsachtergrond de komende jaren zeker gesteld. In 2018 zal de opzet, werking en financiering van het nuldelijnsondersteuningssysteem worden geëvalueerd.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven