nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2007
Bij de Regeling van werkzaamheden op 14 maart jongstleden heeft een
aantal Kamerleden vragen gesteld aan het kabinet naar aanleiding van de incidenten
die zich hebben voorgedaan in de Utrechtse wijk Ondiep. Mede namens de minister
van Justitie en de minister voor Wonen, Wijken en Integratie wil ik u het
volgende antwoorden.
Wij hebben nauwlettend de ontwikkelingen gevolgd in de wijk Ondiep na
een schietincident waarbij een buurtbewoner dodelijk getroffen werd door een
politiekogel en betreuren dit noodlottig voorval zeer. Gisteravond is er een
stille tocht gehouden voor het slachtoffer, die waardig is verlopen. Sindsdien
hebben zich tot op heden geen nieuwe incidenten van betekenis voorgedaan en
is het rustig in de wijk.
De afgelopen week heb ik frequent contact gehad met de burgemeester van
Utrecht, onze betrokkenheid geuit en ondersteuning voor zover gewenst aangeboden.
Daar is in die zin gebruik van gemaakt dat via het Landelijk Operationeel
Coördinatiecentrum bijstand is geregeld door andere politiekorpsen. De
ongeregeldheden in kwestie betreffen ernstige verstoringen van de openbare
orde. Ik beschouw de aanpak van de situatie in Ondiep als een lokale verantwoordelijkheid
en constateer dat met de aanpak van de lokale driehoek de situatie relatief
snel onder controle gekregen lijkt te zijn.
Het Kamerlid Wilders heeft diverse vragen gesteld over de toedracht en
de achtergrond van het incident, over mogelijk reeds langer bestaande onvrede
in de wijk en enkele specifieke vragen over de ongeregeldheden die zich begin
deze week hebben voorgedaan en over de getroffen maatregelen. De rijksrecherche
heeft meteen na het schietincident onderzoek ingesteld. Dat moet gedegen gebeuren.
Op dit moment valt niet te zeggen wanneer de resultaten van dit onderzoek
bekend zijn. Om een adequaat antwoord te kunnen geven op de vragen van het
Kamerlid Wilders heb ik een ambtsbericht gevraagd bij de burgemeester van
Utrecht. Ik heb de burgemeester gevraagd mij zo mogelijk uiterlijk
aanstaande dinsdag 20 maart het ambtsbericht toe te sturen. Mijn ambtsgenoot
van Justitie wordt uiteraard door het Openbaar Ministerie geïnformeerd.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de ambtsberichten zullen wij uw Kamer
met een vervolgbrief nader informeren.
Het Kamerlid Depla vroeg naar de juridische mogelijkheden eerder dan nu
het geval in te grijpen om te voorkomen dat zogenaamde «reltoeristen»
zich in deze buurten waar ongeregeldheden plaatshebben dan wel dreigen plaats
te hebben melden. In antwoord hierop kan ik u het volgende melden. De burgemeester
van Utrecht is op grond van de Gemeentewet bevoegd om op te treden tegen «reltoeristen»
indien deze aanwezig zijn in de eigen gemeente en daar een bedreiging vormen
voor de openbare orde en veiligheid. Met behulp van een noodverordening kan
snel en effectief een gebied worden afgeschermd van relzoekers en met noodbevelen
kan de burgemeester verder bevelen geven die ter handhaving van de openbare
orde of ter beperking van gevaar nodig zijn. In deze zin heeft de burgemeester
dan ook reeds de nodige instrumenten voorhanden om op te treden.
Dit betekent overigens niet dat er niet nog nader gekeken dient te worden
waar er aanknopingspunten zijn voor preventie van «reltoerisme».
Dat kan ook op het vlak van de Gemeentewet. Op dit moment is het wetsvoorstel
aanwijzingen ernstige overlast, dat de burgemeester de bevoegdheid geeft om
ook aan individuele personen een gebiedsontzegging op te leggen eventueel
aangevuld met een meldplicht, in consultatie. Ik zal bij de verdere uitwerking
hiervan de gebeurtenissen in Ondiep betrekken.
Over de relatie met het stedelijke vernieuwingsbeleid en het kabinetsbeleid
ten aanzien van probleemwijken het volgende. Ondiep maakt als onderdeel van
Zuilen/Ondiep (Utrecht Noordwest) deel uit van de huidige 56-wijkenaanpak
van het Ministerie van VROM. Het uitvoeringsprogramma Ondiep gaat naast renovatie-
en sloop/nieuwbouwprojecten ook in op voorzieningen. Hierbij gaat het onder
andere om «Trendpark Ondiep», een sportpark als sociale ontmoetingskern
en het project «Levenslustig Ondiep». Dit is een samenwerkingsverband
tussen de provincie Utrecht, de gemeente Utrecht, bewoners, corporatie, welzijnsinstellingen
en aanbieders van zorgvoorzieningen om te komen tot een levensloopbestendige
wijk.
Het kabinet onderkent dat er in bepaalde wijken in ons land problemen
zijn. Het kabinetsbeleid is er op gericht om samen met gemeenten, bewoners
en maatschappelijke organisaties probleemwijken te ontwikkelen tot sterke
wijken. Prioriteit zal daarbij worden gegeven aan een aantal wijken met de
grootste cumulatie van problemen. Hierbij staan de opgaven op het vlak van
wonen, werken, leren, integreren en veiligheid centraal. Hierover zal de Tweede
Kamer binnenkort nader worden geïnformeerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst