30 128
Grotestedenbeleid 2005–2009

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2009

Tijdens het AO Wijkeconomie van 29 januari jl. heeft de staatssecretaris van Economische Zaken uw Kamer een commentaar toegezegd op de recente effecten van de Rotterdamse Kansenzone.

Ik ga hier specifiek in op de effecten van de Ondernemersregeling Kansenzones (ORK), waaraan het Rijk een bijdrage van 24 miljoen euro levert. Deze regeling zou in eerste instantie lopen van 2005 tot 2008. De uitvoering van deze regeling is onlangs twee jaar verlengd.

Mid Term Review (MTR)

Op 24 juli 2008 heb ik uw Kamer de Mid Term Review (MTR) van Kansenzones Rotterdam toegestuurd (Kamerstuk 30 128, nr. 18). Uit deze tussenrapportage komt onder meer naar voren dat de Ondernemersregeling in Rotterdam met energie wordt uitgevoerd, een hoop ondernemers bereikt zijn en de uitstraling van de betrokken buurten verbeterd is.

Over de beoogde werkgelegenheids- en investeringseffecten was ten tijde van de MTR echter nog geen heldere tussenbalans op te maken. De eerste signalen geven aan dat de werkgelegenheidseffecten van de regeling beperkt zullen zijn.

In de MTR wordt geconstateerd dat de uitvoeringskosten van de ORK relatief hoog zijn. De verwachting is opgenomen dat de uitvoeringskosten voor 2007 17% van het totale budget van de regeling zouden bedragen. Uit de laatste tussenrapportage van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam blijkt dat dit een onderschatting is: de uitvoeringskosten bedragen tot 30 juni 2008 34% van het budget. Dit is dus een aandachtspunt.

Enquête

Recent heeft het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam een enquête gehouden onder ondernemers in de kansenzones. Uit deze enquête blijkt dat ondernemers de OKR positief waarderen. Zo zien ondernemers de toekomst van hun bedrijf rooskleuriger dankzij de regeling en geven zo ook aan dat deze bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de vestigingsplaats voor hun bedrijf.

Over de effecten van de regeling op werkgelegenheid doet de enquête echter geen harde uitspraken. De eindevaluatie van de OKR, die voor 2010 voorzien is, zal de werkgelegenheids- en investeringseffecten van de regeling helder in kaart brengen. Hiermee is een helder totaalbeeld te geven van de effectiviteit van de regeling. Deze zal uiteraard aan uw Kamer worden toegezonden.

Tot slot

Verschillende steden hebben belangstelling getoond voor de OKR. Het is, ook in de Krachtwijkenaanpak, een keuze van de steden zelf om inzet van aan dit instrument al of niet prioriteit te geven. Zoals gemeld in de brief aan uw Kamer over Wijkeconomie van juni vorig jaar, speelt het Rijk hierbij een informerende en stimulerende rol. In het AO Wijkeconomie van afgelopen week hebben de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Wonen, Wijken en Integratie de Kamer aangegeven dat het kabinet hier ook het komend jaar actief mee doorgaat.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven