nr. 25
AMENDEMENT VAN HET LID HUIZINGA-HERINGA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 1.2, onderdeel G, wordt na artikel 13.6 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 13.6a Overgangsrecht in verband met artikel 6.2.2
1. De hoogte van de arbeidsongeschiktheiduitkering, bedoeld in artikel
6.2.1, eerste lid, wordt met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze
wet, op 75% van het maandloon vastgesteld indien naar het oordeel van Onze
Minister is voldaan aan de navolgende voorwaarden:
a. in de periode 1 januari 2006 tot 1 januari 2007 het aantal
verzekerden dat recht krijgt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ten hoogste
25 000 per kalenderjaar bedraagt; en
b. de loondoorbetaling bij ziekte gedurende de wachttijd van 104 weken
in collectieve arbeidsovereenkomsten die op of na 1 januari 2005 zijn
aangegaan of gewijzigd gemiddeld op ten hoogste 85% van het loon is vastgesteld.
2. De hoogte van de loongerelateerde uitkering en loonaanvullingsuitkering
van de WGA-uitkering, bedoeld in artikel 7.2.3, eerste en tweede lid, wordt
voor de verzekerde die slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te
verdienen van het maatmaninkomen per uur met ingang van de dag van inwerkingtreding
van deze wet op 0,75 x (C-D) vastgesteld, indien naar het oordeel van Onze
Minister is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel
a en b.
3. Onze Minister maakt zijn oordeel uiterlijk 1 september 2007 bekend.
Toelichting
Dit amendement beoogt de afspraken uit het najaarsakkoord over een eventuele
verhoging van de IVA-uitkering naar 75% uit te breiden tot de WGA. Personen
die volledig, maar niet duurzaam, arbeidsongeschikt zijn, worden niet geprikkeld
werk te zoeken. Van een prikkel zal automatisch weer sprake zijn als de arbeidsgeschiktheid
is toegenomen. Daarom is het rechtvaardig de uitkering van deze categorie
te verhogen naar 75% van het laatstverdiende loon, als die verhoging
ook voor IVA-gerechtigden wordt geëffectueerd.
Huizinga-Heringa