30 118
Regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 25
AMENDEMENT VAN HET LID HUIZINGA-HERINGA

Ontvangen 28 juni 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 1.2, onderdeel G, wordt na artikel 13.6 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13.6a Overgangsrecht in verband met artikel 6.2.2

1. De hoogte van de arbeidsongeschiktheiduitkering, bedoeld in artikel 6.2.1, eerste lid, wordt met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze wet, op 75% van het maandloon vastgesteld indien naar het oordeel van Onze Minister is voldaan aan de navolgende voorwaarden:

a. in de periode 1 januari 2006 tot 1 januari 2007 het aantal verzekerden dat recht krijgt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ten hoogste 25 000 per kalenderjaar bedraagt; en

b. de loondoorbetaling bij ziekte gedurende de wachttijd van 104 weken in collectieve arbeidsovereenkomsten die op of na 1 januari 2005 zijn aangegaan of gewijzigd gemiddeld op ten hoogste 85% van het loon is vastgesteld.

2. De hoogte van de loongerelateerde uitkering en loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering, bedoeld in artikel 7.2.3, eerste en tweede lid, wordt voor de verzekerde die slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze wet op 0,75 x (C-D) vastgesteld, indien naar het oordeel van Onze Minister is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b.

3. Onze Minister maakt zijn oordeel uiterlijk 1 september 2007 bekend.

Toelichting

Dit amendement beoogt de afspraken uit het najaarsakkoord over een eventuele verhoging van de IVA-uitkering naar 75% uit te breiden tot de WGA. Personen die volledig, maar niet duurzaam, arbeidsongeschikt zijn, worden niet geprikkeld werk te zoeken. Van een prikkel zal automatisch weer sprake zijn als de arbeidsgeschiktheid is toegenomen. Daarom is het rechtvaardig de uitkering van deze categorie te verhogen naar 75% van het laatstverdiende loon, als die verhoging ook voor IVA-gerechtigden wordt geëffectueerd.

Huizinga-Heringa

Naar boven