30 118
Regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 juni 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Aan het in artikel 1.2, onderdeel G, voorgestelde hoofdstuk 13, wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 13.13 Overgangsrecht inzake de periode van eigenrisicodragen

Ten aanzien van uitkeringen waarvan het recht is ontstaan op of na de dag van inwerkingtreding van hoofdstuk 7 maar voor 1 januari 2007 bedraagt de periode, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b: vier jaar.

2

Aan artikel 1.5, onderdeel Q, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

4. Onder vernummering van het dertiende lid tot het zestiende lid, worden na het twaalfde lid drie leden ingevoegd, luidende:

13. Indien de periode, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt gewijzigd in die zin dat de wijziging een verlenging van de periode betekent, legt de werkgever die zelf het risico draagt van betaling de WGA-uitkering, binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn, een schriftelijke garantie over aan de inspecteur waaruit blijkt dat een kredietinstelling of een verzekeraar zich jegens het UWV verplicht, op het eerste verzoek van het UWV, waarbij het UWV schriftelijk meedeelt dat de verplichtingen die voortvloeien uit het zelf dragen van het risico niet worden nagekomen, die verplichtingen na te komen.

14. Indien niet of niet tijdig wordt voldaan aan het dertiende lid, eindigt het door de werkgever zelf dragen van het risico, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, met ingang van de dag waarop de wijziging van de periode, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in werking treedt.

15. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot het dertiende en veertiende lid nadere regels worden gesteld.

3

Het in artikel 1.5, onderdeel DD, onder 1, onderdeel b, voorgestelde onderdeel d, komt te luiden:

d. de door het UWV te betalen WGA-uitkering aan degenen die op de laatste dag van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, een uitkering ontvingen als bedoeld in onderdeel c, gedurende de periode die op grond van artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, geldt op de dag waarop het recht op een uitkering op grond van die wet is ontstaan, te rekenen vanaf de laatstgenoemde dag;.

4

Het in artikel 1.5, onderdeel GG, onder 1, onderdeel a, voorgestelde onderdeel d, komt te luiden:

d. de door het UWV te betalen WGA-uitkeringen aan de personen, bedoeld in artikel 24, die op de laatste dag van de wachttijd, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, een uitkering ontvingen als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b of c, van de Ziektewet, gedurende de periode die op grond van artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, geldt op de dag waarop het recht op uitkering op grond van de laatstgenoemde wet is ontstaan, te rekenen vanaf de laatstgenoemde dag;.

5

Het in artikel 1.5, onderdeel OO, voorgestelde artikel 117b, eerste lid, komt te luiden:

1. Ten laste van de Werkhervattingskas komen de door het UWV te betalen WGA-uitkeringen, alsmede de op grond van enige wet over deze uitkeringen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht gedurende de periode die op grond van artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, geldt op de dag waarop het recht op uitkering op grond van die wet is ontstaan, te rekenen vanaf die dag.

6

In het in artikel 1.5, onderdeel OO, voorgestelde artikel 117b, tweede lid, wordt «de periode van tien jaar bedoeld in het eerste lid» vervangen door: de periode bedoeld in het eerste lid.

7

Na het in artikel 1.5, onderdeel QQ, voorgestelde artikel 122c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 122ca. Overgangsrecht geen eigenrisicodragen kleine werkgevers

In afwijking van artikel 40 en artikel 122c, vierde lid, wordt geen toestemming verleend om in de jaren 2005 en 2006 het risico van betaling van WGA-uitkering overeenkomstig hoofdstuk 9 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen zelf te dragen aan de werkgever te wiens laste, in het tweede kalenderjaar dat aan het premiejaar vooraf is gegaan, een premieplichtig loon is gekomen dat gelijk is of minder bedraagt dan 25 maal het gemiddelde premieplichtig loon per werknemer in dat kalenderjaar.

Toelichting

Voor een algemene toelichting bij deze nota van wijziging wordt verwezen naar de Tweede nota van wijziging bij de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).

Onderdeel 1

In artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet WIA is opgenomen, dat de eigenrisicodrager gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen periode nadat het recht op een WGA-uitkering is ontstaan, het risico draagt van betaling van die uitkering. Voor uitkeringen waarop recht ontstaat op of na de dag van inwerkingtreding van hoofdstuk 7 van de Wet WIA (naar verwachting 29 december 2005) maar voor 1 januari 2007 wordt via het overgangsrecht van de Wet WIA (in artikel 13.13) bepaald dat deze periode vier jaar bedraagt.

Onderdelen 2 tot en met 6

De bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen worden aangepast in verband met de wijziging van artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet WIA zoals deze bij de tweede nota van wijziging op die wet (Kamerstukken II 2004/05, 30 034) wordt voorgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de mogelijkheid om de periode van het eigenrisicodragen voor de WGA-uitkering bij ministeriële regeling vast te stellen. De periode waarover de premiedifferentiatie wordt berekend is gelijk aan de periode waarover werkgevers zelf het risico van betaling van de WGA-uitkering kunnen dragen. Derhalve dienen ook de bepalingen betreffende de premiedifferentiatie te worden aangepast.

Onderdeel 7

Dit onderdeel voorziet er in dat in 2005 en 2006 de bestaande situatie met betrekking tot eigenrisicodragen wordt gecontinueerd. Dit betekent dat uitsluitend grote werkgevers de mogelijkheid hebben om eigenrisicodrager te worden. Voor wat betreft de definitie van kleine werkgever is aangesloten bij artikel 1 van het Besluit beperking eigenrisicodragen WAO waarin wordt verwezen naar artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit premiedifferentiatie WAO.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven