30 100 VII
Jaarverslag en Slotwet ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2004

nr. 8
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 3 juni 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel (nr. 3) heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Worden de middelen die voor 2004 voor de heroïne-experimenten waren gereserveerd in 2005 uitgekeerd aan VWS?

Bij voorjaarsnota 2005 zijn vanuit het begrotingshoofdstuk VII, driemaal 1 mln euro overgeboekt naar de begroting van VWS voor de periode 2005–2007. De besteding van deze middelen valt daarmee onder de verantwoordelijkheid van de minister van VWS. Zie ook vraag 1 bij jaarverslag BZK (30 100 VII nr. 1).

2

Hoe komt het dat, terwijl nog bij 2e suppletore begroting substantiële bedragen aan beleidsartikel 11 Kwaliteit Rijksdienst zijn toegevoegd, die post voor een bijna even groot bedrag niet uitgeput is? Waarom zijn bijvoorbeeld vacatures niet ingevuld? In welke mate draagt het niet totstandkomen van een CAO bij aan de ontstane onderuitputting?

In de tweede suppletore begroting werd artikel 11 niet verhoogd, doch verlaagd met een bedrag van ruim € 33 mln. (TK 2004–2005, 29 918, nr. 2, p. 14).

In het Jaarverslag BZK wordt toegelicht dat het arbeidsvoorwaardenbudget aan het eind van 2004 een onderuitputting kende van in totaal € 45 mln. (p. 89). Hiervan werd € 25 mln. reeds toegelicht in de tweede suppletore begroting (p. 4 en 14). Het niet besteden van deze € 45 mln. wordt volledig veroorzaakt door het niet kunnen afsluiten van een CAO voor de sector Rijk in 2004.

Het bedrag van € 45 mln. is via de eindejaarsmarge overgeheveld naar 2005. Het gehele bedrag is inmiddels besteed ter dekking van de kosten van de CAO Rijk 2004, die in 2005 tot uitbetaling is gekomen.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GroenLinks), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Szabó (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GroenLinks), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (ChristenUnie), Hirsi Ali (VVD), Griffith (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GroenLinks), Çörüz (CDA), Hermans (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam (PvdA), Balemans (VVD), Eski (CDA) en Vergeer (SP).

Naar boven