30 097
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, de Wet kinderopvang, de Huursubsidiewet en enige andere wetten

nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 25 mei 2005

Algemeen

Met belangstelling heeft de regering kennis genomen van de vragen van de leden van de fracties van het CDA, de PvdA en de SGP over het wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir) c.a.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie constateren dat met het onderhavige voorstel van wet uitvoering wordt gegeven aan de motie om tot een uniform begrippenkader te komen. Wat betreft het voorinvullen van de aanvraagformulieren geven deze leden aan dat zij er bij de regering op hebben aangedrongen dat mensen hulp krijgen bij het schatten van het inkomen. De leden van de PvdA-fractie juichen het toe dat de Belastingdienst/Toeslagen mensen ongevraagd kan attenderen op hun mogelijke rechten.

Vooringevulde aanvraagformulieren

De leden van de CDA-fractie merken op dat in de memorie van toelichting is vermeld dat slechts de inkomensgegevens van de partner zullen worden vermeld en dan alleen als er sprake is van huwelijk of geregistreerd partnerschap en dan alleen als er sprake is van een minimuminkomen dan wel een AOW-uitkering. Deze leden hebben daarbij enkele vragen.

Op de vraag of onder deze groep ook mensen zonder inkomen, zoals bijvoorbeeld echtgenotes die geen betaalde baan hebben, vallen kan ik antwoorden dat de vooringevulde aanvraagformulieren worden toegestuurd aan belanghebbenden binnen de geschetste doelgroep, ook als zij een partner hebben zonder inkomen. In dat geval speelt, dit spreekt vanzelf, de bevoegdheid om de inkomensgegevens van de partner te vermelden geen rol.

Deze leden vragen voorts wie een vooringevuld aanvraagformulier toegestuurd krijgen en waarom er voor gekozen is deze groep zo sterk in te perken. Was het niet logischer geweest om meer onzekere inkomensgegevens in te vullen, maar het aanvraagformulier dan te laten tekenen door beide partners, zo vragen deze leden. Ook de leden van de PvdA-fractie vragen waarom de doelgroep beperkt is tot minima en AOW'ers. De leden van de SGP-fractie vragen in welke situaties een vooringevuld aanvraagformulier zinvol kan zijn en om toe te lichten aan welke groepen mensen deze vooringevulde formulieren worden toegestuurd.

De Belastingdienst/Toeslagen zal vanaf begin september 2005 aan de waarschijnlijke rechthebbenden op een huurtoeslag en/of een zorgtoeslag een aanvraagformulier toesturen. Voorzover de potentiële rechthebbende op een huurtoeslag waarschijnlijk tevens recht heeft op een zorgtoeslag, krijgt deze een gecombineerd aanvraagformulier huur/zorg toegestuurd. Bij het afdrukken van de inkomensgegevens hanteert de Belastingdienst/Toeslagen het uitgangspunt dat alleen dan inkomensschattingen zullen worden afgedrukt als de Belastingdienst/Toeslagen in staat is een goede schatting te presenteren. Een tweede uitgangspunt is dat alleen dan presentatie van de inkomensgegevens plaatsvindt als dat vanuit een oogpunt van privacybescherming toelaatbaar is. Op grond van onderzoek mag aangenomen worden dat de Belastingdienst/Toeslagen in staat zal zijn de inkomens van huishoudens die onder de voor de huur- en zorgtoeslag geldende minima vallen en ouderenhuishoudens die niet aangifteplichtig zijn met een zodanige betrouwbaarheid te schatten dat de uiteindelijke toeslag niet of niet substantieel zal afwijken van de voorschotten die op de schatting berusten. Bij andere huishoudens binnen de doelgroep zal de schatting van de Belastingdienst/Toeslagen aanmerkelijk onbetrouwbaarder zijn. Het gaat dan om huishoudens die niet tot de minima behoren en waarvoor geldt dat huishoudleden aangifteplichtig en/of jonger zijn dan 65. Deze aanvragers kunnen zelf hun inkomen beter schatten dan de Belastingdienst/Toeslagen. Presentatie van inkomensschattingen die onzeker zijn zal niet als een adequate vorm van dienstverlening worden ervaren. In het geval de onjuistheid niet direct wordt herkend ontstaat immers het risico van voorschotten die substantieel van het uiteindelijke recht op toeslag zullen afwijken.

Reden voor de beperking van de doelgroep tot gehuwden en geregistreerde partners is dat in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) alleen deze samenlevingsvormen zijn vastgelegd. De beide uitgangspunten die de Belastingdienst/Toeslagen zal hanteren bij het versturen van vooringevulde aanvraagformulieren hebben tot gevolg dat vooral de meest kwetsbare groepen potentiële rechthebbenden met een volledig vooringevuld aanvraagformulier worden benaderd. In die gevallen volstaat controle, ondertekening en retourzending van het formulier, tenzij de situatie wezenlijk veranderd is ten opzichte van het voorgaande jaar. Het segment van de doelgroep waarvoor de Belastingdienst/Toeslagen de inkomens kan schatten zal in de toekomst groter worden als, niet op grond van de Wet WALVIS waaraan deze leden refereren maar op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, ook over de maandelijkse loongegevens uit de polisadministratie beschikt kan worden. Deze gegevensuitwisseling zal echter eerst in 2008 volledig mogelijk zijn. Vanaf het moment dat deze gegevens beschikbaar zijn voor de Belastingdienst/Toeslagen kan daarmee ook de juistheid van lopende voorschotten beter beoordeeld worden. Tot dat moment is geen andere controle op de inkomensschattingen mogelijk dan de inzet van de meest recente inkomensgegevens die van de Belastingdienst verkregen kunnen worden. Het gaat dan met name om de verzamelinkomens en belastbare lonen 2005 die in de loop van 2006 beschikbaar komen.

De leden van de PvdA-fractie vragen in dit kader of de Belastingdienst/Toeslagen zelfstandig kan besluiten tot een vergroting van de doelgroep (tot bijvoorbeeld mensen met een inkomen tot modaal) of dat daarvoor ministeriële toestemming nodig is.

De wettekst biedt de mogelijkheid zonder nadere ministeriële regeling de doelgroep te vergroten. Indien, zoals hiervoor is aangegeven, de Belastingdienst/Toeslagen de beschikking krijgt over de maandelijkse loongegevens uit de polisadministratie is het denkbaar dat zij ook voor huishoudens die niet tot de minima behoren in staat is een betrouwbaardere schatting van het inkomen op het aanvraagformulier in te vullen dan nu mogelijk is.

De leden van de CDA-fractie constateren voorts dat in de memorie van toelichting is vermeld dat voorbedrukte aanvraagformulieren slechts zullen gelden voor de zorgtoeslag en niet voor de andere toeslagen. Bij de wetsbehandeling is volgens deze leden echter gemeld dat er één aanvraagformulier zou zijn voor het aanvragen van de zorgtoeslag en de huurtoeslag samen.

De huishoudens die nu huursubsidie ontvangen zullen van de Belastingdienst/Toeslagen een huur/zorg-combinatieformulier ontvangen. In beginsel zal derhalve kunnen worden volstaan met het invullen dan wel slechts ondertekend retourneren van één formulier. Ook op dit gecombineerde formulier worden in voorkomende gevallen inkomensgegevens voorbedrukt.

De leden van de CDA-fractie vragen voorts wat het geschatte jaarinkomen is van iemand die vanuit een langdurige bijstandssituatie op 1 september een baan aanvaardt met een bruto-inkomen van € 2000 per maand.

Het toetsingsinkomen van een belanghebbende die eerst in een langdurige bijstandssituatie verkeert en daarna € 2000 per maand gaat verdienen is aanvankelijk op bijstandsniveau geschat. Of rekening wordt gehouden met de verandering naar een betaalde baan met een inkomen van € 2000 is vooralsnog afhankelijk van de melding door de belanghebbende zelf. Zodra de Belastingdienst/Toeslagen de beschikking krijgt over de loongegevens uit de polisadministratie krijgt de Belastingdienst/Toeslagen de mogelijkheid zelf een inkomenswijziging te signaleren en dit aan belanghebbende melden.

In antwoord op de vraag van deze leden of iedereen met het formulier voor de zorgtoeslag ook een aanvraag kan indienen voor de huurtoeslag kan ik melden dat het formulier voor de zorgtoeslag niet de mogelijkheid biedt ook een aanvraag voor de huurtoeslag in te dienen. Alleen de bij de Belastingdienst/Toeslagen bekende rechthebbenden voor de huursubsidie krijgen, zoals hiervoor al is aangegeven, een gecombineerd formulier toegestuurd. De potentiële rechthebbenden voor de zorgtoeslag krijgen een specifiek aanvraagformulier voor de zorg. Het lijkt niet efficiënt om de gehele potentiële doelgroep zorgtoeslag van rond de 6 miljoen huishoudens een formulier toe te sturen dat de mogelijkheid biedt ook een huurtoeslag aan te vragen en bovendien vergroot dit de kans op vergissingen. Slechts 10 tot 20% van de potentiële rechthebbenden op de zorgtoeslag waarvan niet bekend is dat zij recht op huursubsidie hebben, zal daadwerkelijk recht op huursubsidie hebben.

De leden van de PvdA-fractie vragen waaruit in de wet blijkt dat van de wettelijke basis die nu wordt voorgesteld alleen gebruik zal worden gemaakt van voorbedrukte inkomensgegevens van een partner indien men wettelijk gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan.

De door deze leden gesignaleerde beperking blijkt inderdaad niet uit de wettekst. De keuze om vooralsnog alleen huwelijkspartners en geregistreerde partners te benaderen met vooringevulde aanvraagformulieren heeft, zoals hiervoor al is aangegeven, te maken met de wens alleen bij zekerheid over de samenlevingsrelatie de inkomens over en weer te presenteren. Er is voor gekozen om de wettekst algemeen te formuleren omdat informatie over andere dan de genoemde samenlevingsvormen op termijn wel beschikbaar kan zijn.

Deze leden vragen voorts of de GBA-gegevens gecontroleerd worden voordat een voorbedrukt aanvraagformulier wordt toegezonden.

De gegevens inzake de huwelijksrelaties en geregistreerde partners worden ontleend aan de actuele gegevens uit de GBA. De periode tussen het selecteren van de partnergroep aan de hand van deze gegevens en het verzenden van het aanvraagformulier door de Belastingdienst/Toeslagen wordt zo kort mogelijk gehouden. Het is bij deze aantallen echter onvermijdelijk dat er enige tijd verstrijkt tussen het maken van de nodige selecties, eind augustus, en het printen en versturen van de aanvraagformulieren, in september. Dit betekent dat de wijzigingen die zich voordoen binnen genoemd tijdsbestek niet meer kunnen worden meegenomen.

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering bereid is om binnen twee jaar te rapporteren over de effectiviteit van het gebruik van voorbedrukte aanvraagformulieren met daarbij aangegeven in welke mate sprake is van het beperken van niet-gebruik en de mate waarin bij partners toch onjuiste gegevens worden gebruikt.

De Awir voorziet reeds in een evaluatie binnen drie jaar na inwerkingtreding.

Ik ben daarbij bereid de door de leden van de PvdA-fractie genoemde punten in deze evaluatie te betrekken, maar acht het niet opportuun deze punten binnen de door de door deze leden voorgestane termijn van twee jaar reeds afzonderlijk te evalueren.

De naamswijziging

De leden van de CDA-fractie zijn tevreden met de naamswijziging, maar hebben nog een paar resterende vragen.

Allereerst vragen deze leden of met het onderhavige wetsvoorstel de term huursubsidie uit alle wetten is verwijderd. Dit is inderdaad het geval. De wijzigingen in dit wetsvoorstel beperken zich niet tot de Huursubsidiewet, maar hebben tevens betrekking op de overige wetten waarin de benamingen huursubsidie en Huursubsidiewet wordt gebruikt.

De vraag van deze leden of burgers in de communicatie vanaf het najaar 2005 alleen nog maar met de nieuwe termen worden geconfronteerd kan ik bevestigend beantwoorden, in die zin dat vanaf de start van de campagne voor het subsidiejaar 2006 de nieuwe terminologie gehanteerd zal worden. Wat betreft het tijdstip waarop de lagere regelgeving waarin de nieuwe terminologie moet worden doorgevoerd, gereed zal zijn merk ik in antwoord op de vraag van deze leden het volgende op. De Awir vindt toepassing op berekeningsjaren vanaf 2006. De inspanningen zijn erop gericht om de lagere regelgeving waarvoor dit een rol speelt, tijdig aan te passen zodat daarin met ingang van 1 januari 2006 alleen de nieuwe termen voorkomen.

De leden van de SGP-fractie vragen met betrekking tot het begrip «kinderopvangtoeslag» of het taalkundig niet beter zou zijn om te spreken over «toeslag kinderopvang». Zoals deze leden ook opmerken is met deze terminologie onverkort uitvoering gegeven aan de motie-Verburg, Weekers en Van der Vlies. Het begrip «toeslag kinderopvang» is taalkundig wellicht wat fraaier, maar vanuit een oogpunt van eenheid in begrippen en uniformiteit geef ik er de voorkeur aan in lijn met de begrippen huurtoeslag en zorgtoeslag het begrip kinderopvangtoeslag te hanteren.

Nota van wijziging

Ingevolge bijgevoegde nota van wijziging wordt voorgesteld in de Awir de mogelijkheid te creëren om de Belastingdienst/Toeslagen gegevens te laten verstrekken aan voorzieningen die de dienstverlening ten behoeve van belanghebbenden verbeteren. In het kader van de uitbreiding van de dienstverlening en de beperking van het niet-gebruik acht ik het wenselijk de voor de uitvoering van de huursubsidie reeds bestaande bevoegdheid te verruimen en in de Awir op te nemen. Bij algemene maatregel van bestuur zal worden geregeld aan welke categorieën voorzieningen en onder welke voorwaarden de gegevens zullen worden verstrekt alsmede welke gegevens het betreft. Vooralsnog zal, naast het verstrekken van de benodigde gegevens aan de huursubsidie-informatiepunten, van deze bevoegdheid vooralsnog alleen gebruik worden gemaakt voor het verstrekken van gegevens in het kader van het bieden van ondersteuning voor het aanvragen van de zorgtoeslag.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven