30 091
Regels die een geconcentreerde aanpak van grootstedelijke problemen mogelijk maken (Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek)

nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 augustus 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. binnen het gebied bedraagt

1°. het aantal niet-actieven ten minste 25 percent, en

2°. het aantal huishoudens met een laag inkomen ten minste 45 percent,.

b. In het tweede lid wordt na «Centraal bureau voor de statistiek» ingevoegd: , op basis van de definities die dat bureau hanteert voor de in dat lid genoemde begrippen.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

1. Bij de aanvraag, bedoeld in artikel 5, eerste lid, maakt de gemeenteraad naar het oordeel van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voldoende aannemelijk dat de beoogde aanwijzing van de in de aanvraag genoemde gebieden:

a. noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van grootstedelijke problematiek in de gemeente;

b. voldoet aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit, en

c. er niet toe leidt dat de woningzoekenden aan wie als gevolg van die aanwijzing geen huisvestingsvergunning kan worden verleend voor het in gebruik nemen van woonruimte in de aangewezen gebieden, onvoldoende mogelijkheden houden om binnen de regio waarin de gemeente is gelegen voor hen passende huisvesting te vinden.

2. De aanwijzing, bedoeld in artikel 5, geschiedt uitsluitend indien is voldaan aan het eerste lid.

b. In het derde lid wordt «het tweede lid» vervangen door: het eerste lid, onderdeel c.

C

Na het opschrift «Hoofdstuk 4 wijziging van enkele wetten» en voor artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

In artikel 231, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt «of» vervangen door een komma en wordt na «artikel 13b van die wet is gesloten» ingevoegd: , of zodanig gebouw op grond van artikel 97 van de Woningwet is gesloten.

D

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Toelichting

Mede gelet op het verslag dat de Tweede Kamer heeft uitgebracht over het voorstel van Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek bleek het wenselijk het voorstel op een paar punten te wijzigen. Mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën en voor Vreemdelingenzaken en Integratie worden die wijzigingen als volgt toegelicht.

Onderdeel A

Artikel 3, eerste lid, van het wetsvoorstel bepaalt aan welke eisen een gebied moet voldoen om door de gemeenteraad als kansenzone aangewezen te kunnen worden. In onderdeel a gaat het daarbij om de percentages niet-actieven, huishoudens met een laag inkomen, en allochtonen. Dat onderdeel wordt nu op twee punten gewijzigd.

Naar aanleiding van opmerkingen van de fracties van de PvdA en de ChristenUnie is besloten het criterium «allochtonen» te schrappen. Daarop wordt nader ingegaan aan het slot van paragraaf 2 van de nota naar aanleiding van het verslag.

Daarnaast is het criterium lage inkomens anders geformuleerd. In het voorstel is tot dusverre uitgegaan van de groep huishoudens die deel uitmaken van het laagste inkomenskwintiel. Onder dat laatste moet worden verstaan de 20 percent huishoudens met de laagste inkomens. Inmiddels is echter gebleken dat daarvan geen cijfers beschikbaar zijn. Het CBS gaat bij lage inkomens uit van de groep van 40 percent laagste inkomens. De terminologie van artikel 3 wordt in verband daarmee aangepast. Door aanpassing van het tweede lid van artikel 3 wordt zeker gesteld dat uitgegaan wordt van de definities van niet-actieven en huishoudens met een laag inkomen zoals het CBS die hanteert. Verder is in verband hiermee het percentage huishoudens dat moet behoren tot die laagste inkomensgroep veranderd. Dat wordt nu 45.

Toepassing van de overgebleven criteria, in hun aangepaste vorm, leidt tot ongeveer dezelfde selectie van wijken als toepassing van de drie ciriteria die in het voorstel staan zoals dat bij uw Kamer is ingediend.

Onderdeel B

Uit artikel 6 van het wetsvoorstel bleek onvoldoende duidelijk dat de gemeenteraad bij de aanvraag aannemelijk moet maken dat de woningzoekenden die als gevolg van het in een aangewezen gebied toepassen van de mogelijkheden van artikel 8 van het wetsvoorstel, niet in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning voor woonruimte in dat gebied, voldoende mogelijkheden houden om elders in de regio voor hen passende huisvesting te vinden.

Onderdeel C

Evenals na sluiting op grond van de Gemeentewet of de Opiumwet moet de verhuurder na sluiting van het gehuurde door burgemeester en wethouders op grond van artikel 97 van de Woningwet de mogelijkheid hebben om zonder rechterlijke tussenkomst de huurovereenkomst te ontbinden.

Onderdeel D

Naar aanleiding van vragen van de leden van de fracties van het CDA en de VVD is besloten de inwerkingtredingsbepaling aan te passen in die zin dat de wet in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. In paragraaf 5 van de nota naar aanleiding van het verslag wordt dit nader toegelicht. Een ruime overgangsperiode is in dit geval niet nodig. De wet verleent de gemeentebesturen bepaalde bevoegdheden, waarvan al dan niet gebruik kan worden gemaakt.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

Naar boven