30 091
Regels die een geconcentreerde aanpak van grootstedelijke problemen mogelijk maken (Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2005

Hierbij bieden wij u, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Financiën en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de nota naar aanleiding van het verslag (kamerstuk 30 091, nr. 8) en een daarbij behorende nota van wijziging (kamerstuk 30 091. nr. 9) inzake het bovenvermelde voorstel aan.

Wij constateren dat de fracties die inbreng hebben geleverd in het algemeen positief reageren op het wetsvoorstel. Er blijkt echter ook enig ongeduld uit hun bijdragen: is er niet meer dat we kunnen doen om de steden, en in het bijzonder in dit geval Rotterdam, te helpen om de problemen aan te pakken? Dat beschouwen we als een teken dat het Grotestedenbeleid leeft bij de Tweede Kamer. Daar ben zijn wij uiteraard blij mee.

Zoals ook in het Hoofdlijnenakkoord is aangegeven staat het kabinet open voor eventuele nieuwe vragen van Rotterdam of andere steden die vragen om specifiek maatwerk te leveren zodat zij hun rol als krachtige stad nog beter kunnen vervullen. Samen met onze collega's in het kabinet, die inhoudelijk verantwoordelijk zijn voor verschillende onderdelen van het Grotestedenbeleid, willen we ons er nu sterk voor maken dat dit wetsvoorstel zo spoedig mogelijk van kracht kan worden. Het is nu tijd dat de toezeggingen aan Rotterdam gestand gedaan worden.

Het wetsvoorstel moet ook bezien worden in zijn context. Het wetsvoorstel is een aanvulling op het Grotestedenbeleid en kan natuurlijk niet de panacee zijn voor alle kwalen waaraan de grote steden leiden. De hoofdmoot van het Grotestedenbeleid ligt immers vast in de prestatieconvenanten die in maart jongstleden door 30 steden en het Rijk zijn getekend.

Het kabinet is een groot voorstander van het geven van ruimte aan de uitvoering. Dit betekent dat de steden de gelegenheid en de tijd moeten krijgen om de afspraken uit de prestatieconvenanten te realiseren. Wij kijken uit naar de vorderingen van de steden en komen daar in 2007 in het kader van de midtermreview graag op terug.

Wij zien uit naar een vruchtbare discussie over dit wetsvoorstel en hopen dat dat op korte termijn zal zijn.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Naar boven