30 091
Regels die een geconcentreerde aanpak van grootstedelijke problemen mogelijk maken (Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek)

nr. 39
AMENDEMENT VAN HET LID ADELMUND

Ontvangen 15 september 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 6, eerste lid, vervalt, onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel b door een punt, onderdeel c.

II

In artikel 6, tweede lid, wordt na «het eerste lid» ingevoegd: en de gemeenteraad naar het oordeel van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de slagingskans voor woningzoekenden aan wie als gevolg van de aanwijzing, bedoeld in artikel 5, geen huisvestingsvergunning kan worden verleend, om een andere passende woning te krijgen binnen de regio waarin de gemeente is gelegen, minstens gelijk blijft.

III

Artikel 7, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. de slagingskans voor woningzoekenden, aan wie als gevolg van de aanwijzing, bedoeld in artikel 5, geen huisvestingsvergunning kan worden verleend voor het in gebruik nemen van woonruimte in de aangewezen gebieden, om een andere passende woning te krijgen binnen de regio waarin de gemeente is gelegen, als gevolg van de aanwijzing niet minstens gelijk is gebleven.

Toelichting

II

De wet stelt dat de slagingskans van een afgewezen woningzoekende om elders binnen de regio passende huisvesting te vinden niet substantieel mag verminderen. Dit betekent dat de groep woningzoekenden die geen inkomen uit werk heeft, als gevolg van het handelen van de overheid, benadeeld wordt in hun huisvestingsmogelijkheden. Dit is ongewenst. De overheid dient daarom de groep woningzoekenden die geen inkomen uit werk heeft op passende wijze te compenseren. Daarom wordt met een toevoeging aan artikel 6, tweede lid, geregeld dat de gemeente aannemelijk moet maken dat de slagingskansen op passende huisvesting in de regio waarin de gemeente is gelegen minstens gelijk moet blijven. Met dit amendement wordt aangesloten bij de praktijk dat gemeenten in staat zijn de slagingskansen van de groep woningzoekenden zonder inkomen uit werk te monitoren.

III

Het minstens gelijk houden van de slagingskans voor de groep woningzoekenden die geen inkomen uit werk heeft, is een wezenlijk onderdeel van de woningmarktmaatregel zodat, in geval van nalatigheid, de minister de aanwijzing moet kunnen intrekken.

Adelmund

Naar boven