30 091
Regels die een geconcentreerde aanpak van grootstedelijke problemen mogelijk maken (Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek)

nr. 37
AMENDEMENT VAN HET LID ADELMUND

Ontvangen 14 september 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, geschiedt pas nadat de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het advies van de Commissie gelijke behandeling, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet gelijke behandeling, heeft ingewonnen over de vraag of de beoogde aanwijzing leidt tot indirect onderscheid en of dat onderscheid objectief wordt gerechtvaardigd in de zin van artikel 2, eerste lid, van die wet. De Commissie gelijke behandeling brengt haar advies uit binnen een termijn van ten hoogste zes weken nadat het advies is gevraagd.

Toelichting

De objectieve rechtvaardiging van mogelijk indirect discriminerende effecten van de inkomenseis in de wet is in algemene zin niet op voorhand te bepalen. Op lokaal niveau zal de gemeenteraad moeten vaststellen wat het doel van de maatregel is en of er alternatieven zijn waarmee het doel ook kan worden bereikt waardoor geen of in mindere mate onderscheid wordt gemaakt.

Pas op dat moment kan de vraag of er een objectieve rechtvaardiging van mogelijke discriminerende effecten bestaat, beantwoord worden. De Kamer hecht veel waarde aan het oordeel van de Commissie gelijke behandeling ten aanzien van de objectieve rechtvaardiging.

Daarom wordt in dit amendement de verplichting opgenomen om bij het aanwijzingsbesluit van de minister aan de Commissie gelijke behandeling te vragen onderzoek te doen naar de objectieve rechtvaardiging.

Aangenomen wordt dat de bevindingen van de Commissie worden gevoegd bij de informatie over de aanwijzing die de minister ingevolge toezegging naar de Kamer zendt.

Adelmund

Naar boven