nr. 35
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 september 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 8 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot
derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat burgemeester
en wethouders aan een woningzoekende die niet voldoet aan de eisen, genoemd
in het eerste lid, een huisvestingsvergunning voor het in gebruik nemen van
woonruimte als bedoeld in dat lid kunnen verlenen, indien het weigeren van
die huisvestingsvergunning tot een onbillijkheid van overwegende aard zou
leiden.
Toelichting
Het voorgestelde tweede lid van artikel 8 van het wetsvoorstel geeft de
gemeenteraad de mogelijkheid om in de huisvestingsverordening een zogenoemde
hardheidsclausule op te nemen. De afweging of het in de huisvestingsverordening
opnemen van die hardheidsclausule nodig en gewenst is, is aan de gemeenteraad.
Indien de gemeenteraad besluit de hardheidsclausule in de huisvestingsverordening
op te nemen, krijgen burgemeester en wethouders de bevoegdheid om aan een
woningzoekende die niet voldoet aan de inkomenseisen van artikel 8, eerste
lid, toch een huisvestingsvergunning te verlenen. Burgemeester en wethouders
kunnen besluiten die huisvestingsvergunning toch te verlenen als het weigeren
van die vergunning naar hun oordeel tot een onbillijkheid van overwegende
aard zou leiden. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de zogenoemde «schrijnende
gevallen».
Omdat het niet gewenst is om categorieën woningzoekenden uit te zonderen
van de inkomenseisen van artikel 8, biedt deze bepaling burgemeester en wethouders
de mogelijkheid om in individuele gevallen de hardheidsclausule toe te passen.
De vraag of een woningzoekende onder de hardheidsclausule valt, is dus in
ieder individueel geval ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker