nr. 27
MOTIE VAN DE LEDEN BALEMANS EN KOSER-KAYA
Voorgesteld 7 september 2005
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat met het wetsvoorstel Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke
Problematiek de grote steden, die deel uitmaken van het Grote Stedenbeleid,
ruimere bevoegdheden krijgen om het leef-, woon- en werkklimaat te verbeteren;
constaterende, dat de grote steden geconfronteerd worden met een malafide
infrastructuur zoals huisjesmelkers;
overwegende, dat hierdoor het leef-, woon- en werkklimaat in de steden
ernstig kan worden bedreigd;
overwegende, dat het noodzakelijk is om de grote steden een adequaat instrument
in handen te geven om aan de geconstateerde situatie van de malafide infrastructuur
een einde te kunnen maken;
overwegende, dat de bestaande juridische mogelijkheden onvoldoende zijn
voor een adequate aanpak van de problematiek;
overwegende, dat het naast het strafbaar stellen van huisjesmelken en
onteigening van panden, het opleggen van een bestuurlijke boete aan huisjesmelkers
een effectieve manier kan zijn om huisjesmelken te bestrijden;
verzoekt de regering:
1. om tegelijkertijd met, dan wel zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding
van de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek te beginnen
met een experiment waarbij de grote steden de mogelijkheid krijgen om het
instrument van de bestuurlijke boete te gebruiken in de aanpak van de malafide
infrastructuur en in het bijzonder de huisjesmelkers;
2. de ervaringen van dit experiment te betrekken bij de evaluatie van
de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek,
en gaat over tot de orde van de dag.
Balemans
Koser-Kaya