nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
Voorstel van wet
In Artikel I, onderdeel B, luidde artikel 145c, tweede lid:
2. Een Europese elektronische tolheffingssdienst wordt aangeboden:
a. voor alle voertuigen met een toegestane maximum massa van meer dan
3 500 kg en voor alle voertuigen die meer dan 9 personen mogen vervoeren
op een bij ministeriële regeling vast te stellen tijdstip;
b. voor overige voertuigtypen op een bij ministeriële regeling vast
te stellen tijdstip.
Artikel III is vernummerd tot Artikel II. Het vervalen Artikel II luidde:
Indien het bij koninklijke boodschap van [PM datum] ingediende voorstel
van wet, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante
wetten op een aantal punten van uiteenlopende aard [PM kamernummer] tot wet
wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet komt artikel I, onderdeel
A, van deze wet te luiden:
A
Artikel 2, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. het waarborgen van het op juiste wijze in rekening brengen van tarieven
voor het gebruik van de weg;.
Memorie van toelichting
I Algemeen
In paragraag 3.1 is in de tweede volzin de zinsnede «In het bijzonder
kan de toepassing van de nieuwe technologieën voor plaatsbepaling met
satelliet (GNSS) en mobiele communicatie (GSM/GPRS) op elektronische heffingssystemen
dankzij hun grote flexibiliteit en veelzijdigheid» vervangen door: Deze
heffingsystemen kunnen.
In paragraaf 3.1 zijn aan de het einde van de paragraaf de volzinnen
«Met deze technieken is het mogelijk het aantal afgelegde kilometers
per wegcategorie in rekening te brengen, zonder dat er zwaar geïnvesteerd
hoeft te worden in vaste infrastructuur zoals bijvoorbeeld wegportalen. Deze
technologieën maken ook aanvullende nieuwe veiligheids- en informatiediensten
voor de reiziger mogelijk, zoals een automatisch alarm bij een ongeval, dat
automatisch de positie van het verongelukte voertuig aangeeft, real-time-informatie
over de verkeerssituatie, de verkeersintensiteit of rijtijden.» vervallen.
In paragraag 4.2 is de laatste zinsnede «, en vervolgens in Nederland
worden neergelegd in ministeriële regelingen.» vervallen en is
aan het slot van de paragraag een alinea toegevoegd, luidende:
Zolang de Commissie, bijgestaan door het Comité, nog geen invulling
heeft gegeven aan de in de bijlage opgesomde elementen, blijven een groot
aantal vragen betreffende de definiëring van de Europese elektronische
tolheffingsdienst openstaan, waaronder het rechtskarakter van de dienst en
de verschillende onderdelen ervan. Het onderhavige wetsvoorstel is dusdanig
vorm gegeven dat in de ministeriële regelingen waarin de door de Commissie,
bijgestaan door het Comité, genomen besluiten zullen worden neergelegd
wel uitsluitsel zal worden gegeven over de het rechtskarakter van de dienst
en invulling van de verschillende onderdelen ervan.
In paragraaf 5.2 luidde de tweede en derde alinea:
De Wbm maakt het mogelijk dat een toltarief wordt geheven, op wegen in
beheer bij Rijk, provincie, gemeente of waterschap, ter zake van het passeren
van een betaalpoort op een weg. Het gaat dus om een passageheffing. De opbrengst
van de heffing moet worden besteed aan infrastructurele investeringen.
Het toltarief kan krachtens bestaande wetgeving alleen worden geheven
op wegen, of op de capaciteitsuitbreiding van wegen, die voor het verkeer
zijn opengesteld na 1 oktober 2002. Op dit moment wordt er
nergens in Nederland op basis van de Wbm tol geheven.
In paragraaf 5.2 is voor de laatste alinea een passage ingevoegd,
luidende:
Indien dit in de toekomst wel gaat gebeuren zal beoordeeld worden of het
tarief ook op elektronische wijze wordt geheven en van welke technologie hierbij
gebruik wordt gemaakt. Er zijn geen aanwijzingen dat het systeem van betaalpoorten
zoals de Wbm dit kent niet of moeilijker toepasbaar is nu de richtlijn de
keuze voor de hierbij te gebruiken technologie beperkt tot satellietplaatbepaling,
mobiele communicatie volgens de de GSM-GPRS-norm of 5,8 Ghz microgolftechnologie.
II Artikelsgewijze toelichting
In Artikel I, onderdeel B, onder Artikel 145e, luidde:
De richtlijn bevat een groot aantal zeer algemeen geformuleerde bepalingen
die op korte termijn ingevuld zullen worden door de Commissie, bijgestaan
door het comité. Om deze besluiten van het comité tijdig te
kunnen implementeren is in artikel 145e een delegatiebepaling opgenomen op
basis waarvan de Minister van Verkeer en Waterstaat bij ministeriële
regeling, aanvullende regels kan stellen met betrekking tot de in deze wet
geregelde onderwerpen. De Commissie, bijgestaan door het Comité, zal
ook invulling geven aan in de richtlijn genoemde begrippen waarvan de strekking
op basis van de richtlijn nog onvoldoende duidelijk is, zoals bijvoorbeeld
Europese elektronische tolheffingsdienst, exploitant, dienstverlener enz.
Artikel III is vernummerd tot Artikel II. Het vervallen Artikel II luidde:
Artikel II
In verband met een andere wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 is in
dit artikel een samenloop bepaling opgenomen voor het geval dat de andere
wijziging eerder in werking treedt dan deze wijziging van de Wegenverkeerswet
1994.
Tenslotte zijn in de memorie van toelichting een aantal redactionele verbeteringen
aangebracht.